Schrif­te­lijke vragen vang­kooien wilde zwijnen omwille van AVP


Indiendatum: 3 jun. 2020

Geacht College,

Zowel in de reguliere media, op social media als onder jachtopzieners zelf is er veel ophef over het gebruik van vangkooien. De Jagersvereniging neemt publiekelijk afstand van zwijnenvangkooien, daar het “risicovol is in het kader van dierenwelzijn”. Het gebruik leidt tot stress omdat everzwijnen niet gewend zijn aan gevangenschap en aan de dichte nabijheid van de mens. Toch is de ontheffing “Vangkooi Wild Zwijn buiten leefgebied” in oktober 2019 verleend door GS om over te gaan tot gebruik van deze controversiële middelen. Dit leidt bij de Partij voor de Dieren-fractie tot de volgende vragen:

Vraag 1) Klopt het dat de vangkooien, die sinds kort zijn toegestaan in Limburg om everzwijnen mee te vangen, (mede)gefinancierd zijn door GS? Zo ja, hoe hoog zijn de kosten hiervan en uit welk budget worden deze gefinancierd?

Vraag 2) Volgens de Mededeling portefeuillehouder van 26 mei jl. (“Afronding roadmap preventie introductie AVP”) wordt m.i.v. 2020 een bedrag van in totaal € 205.000 uitgetrokken voor de bestrijding van AVP door middel van de jacht op wilde zwijnen. Wordt hiervoor het hele bedrag van € 100.000 ingezet van motie 759? Is het gedeelte hiervan dat geput wordt uit het budget voor natuurbescherming verhoogd t.o.v. 2019?

Vraag 3) Waarom wordt dit bedrag ten laste gebracht van het budget voor natuurbescherming, terwijl het gaat om activiteiten die dienen voor de bescherming van de belangen van de veehouderij? Is GS bereid het bedrag geheel of gedeeltelijk ten laste van landbouwbudgetten te brengen? Zo nee, waarom niet?

Bij gebruik van vangkooien treedt stress op voor de dieren, zo blijkt uit onderzoek. Zo neemt de hartslag van wilde zwijnen bij het dichtvallen van de kooi met ruim 50% toe, terwijl het zuurstofgehalte in het bloed juist afneemt met 10%.

Vraag 4) Is het College het met de Partij voor de Dieren eens dat dit zeer onwenselijk is? Zo ja, bent u bereid om de ontheffing voor het gebruik van vangkooien in te trekken omwille van het dierenwelzijnsaspect? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5) Wordt in Limburg onderzoek gedaan naar de hoeveelheid stress bij everzwijnen? Zo nee, wil het College meewerken aan onderzoek naar de hoeveelheid stress die beheermethoden opleveren, zeker als de vangkooien door de provincie bekostigd zijn? Zou het gebruik van de vangkooien niet moeten worden opgeschort totdat deze onderzoeksresultaten bekend zijn?

Vraag 6) Het gebruik van de vangkooien wordt gemonitord met wildcamera’s. Is het College het met de PvdD-fractie eens dat onafhankelijk toezicht gebaat is met het bewaard blijven van videobeelden bij het inzetten van vangkooien, gevolgd door afschot? Als er videobeelden beschikbaar zijn van het gebruik van vangkooien in Limburg, wil het College deze geanonimiseerd openbaar maken? Zo nee, waarom niet? Als deze videobeelden niet bewaard zijn gebleven, waarom niet?

Vraag 7) Deze vangkooien zijn bedoeld om zwijnen te vangen. Dit sluit echter niet uit dat andere (zoog)dieren vast kunnen komen te zitten in een vangkooi. Uit proeven in de Meinweg blijken ook reeën gevangen te zijn. Is het College het met de PvdD-fractie eens dat deze ‘bijvangst’ leidt tot oneigenlijk gebruik van de vangkooien in kwestie? Aangezien deze ‘bijvangst’ mogelijk strijd oplevert met art. 3.20 Wet natuurbescherming: is dit een reden voor het College om het gebruik van vangkooien te staken?

Uit diverse onderzoeken blijkt dat Afrikaanse Varkenspest (hierna: AVP) in Europa is geïntroduceerd en over grote afstand wordt verspreid door de mens. Enkel over korte afstanden is besmetting door direct contact tussen varkens en everzwijnen mogelijk. Indirect contact door de mens is dus vele malen erger. Te denken valt aan besmette dierlijke producten die door consumenten weggegooid worden in natuurgebieden; niet goed ontsmette transportmiddelen, kleding of materiaal, maar ook door import van besmet graan, mest of maïs. Ondertussen neemt de AVP-besmetting in België af. Tsjechië is zelfs geheel AVP-vrij. Ook het ministerie van Landbouw stelt dat de kans dat AVP optreedt in Nederland niet zo groot is. Toch wordt er in Limburg een nulstandsbeleid nagestreefd.

Vraag 8) Volgens verschillende wetenschappers is het volledig stoppen met de jacht op zwijnen en afstand bewaren beter om te voorkomen dat de mens AVP kan verspreiden. Is het College bereid hieraan gehoor te geven? Zo ja, waarom faciliteert GS de jacht op wilde zwijnen dan en financiert het deze zelfs?

Vraag 9) Is GS bereid geen buitenlandse jagers in Limburg toe te laten om besmetting te voorkomen? Wil GS het meenemen van wild dat geschoten is in het buitenland verbieden?

Vraag 10) Wat is of wordt er geïnvesteerd in niet-dodelijke preventieve maatregelen om schade door wilde zwijnen aan gewassen, sportvelden of tuinen te voorkomen? Hoe verhoudt zich dit tot uitgaven ter bevordering van de jacht? Wordt er gebruik gemaakt van een escalatieladder, zoals vermeld in het Collegeprogramma? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke alternatieve methoden zijn er ingezet vooraleer tot afschot is overgegaan?

Vraag 11) Is het College bereid in corona-tijden de jacht op wilde zwijnen te verbieden aangezien jagers bij het wegslepen van een afgeschoten everzwijn het houden van de voorgeschreven anderhalve meter afstand niet kunnen waarborgen? Is het College het met de PvdD-fractie eens dat het niet moet ingaan op het voorstel van de jagersvereniging om een vergoeding te geven voor afgeschoten dieren waar geen markt meer voor bestaat?

Volgens het ministerie van LNV is het belangrijk dat aan het publiek gecommuniceerd wordt over gevaren van AVP. Weliswaar zijn er borden langs provinciale wegen en parkeerplaatsen, maar volgens het ministerie kan evaluatie hiervan mogelijk zijn.

Vraag 12) Is GS het met de PvdD-fractie eens dat wilde zwijnen in de publieke opinie nog te vaak ten onrechte als grote verspreider van AVP worden bestempeld? Hoe denkt GS aan deze bewustwording bij te dragen?

Veel mensen zoeken tijdens de quarantainemaatregelen verpozing in een nabijgelegen natuurgebied. Uit recente berichtgeving van Staatsbosbeheer blijkt echter dat stroperij toeneemt in tijden van quarantaine, zo ook in Limburg. Aangezien Staatsbosbeheer naast de gewone taken ook andere vormen van natuurmisbruik te bestrijden heeft, hebben de stropers veelal vrij spel.

Vraag 13) Beschikt de Groene Brigade over voldoende capaciteit om de nu toegenomen stroperij te bestrijden? Zo nee, hoe gaat het college dit handhavingstekort oplossen?

Graag beantwoording van deze vragen binnen de daarvoor geldende termijn,

Met vriendelijke groet,

P. Plusquin

Partij voor de Dieren

Indiendatum: 3 jun. 2020
Antwoorddatum: 14 jul. 2020

Vraag 1) Klopt het dat de vangkooien, die sinds kort zijn toegestaan in Limburg om everzwijnen mee te vangen, (mede)gefinancierd zijn door GS? Zo ja, hoe hoog zijn de kosten hiervan en uit welk budget worden deze gefinancierd?

Nee, dit klopt niet. Middels de ontheffing wordt de inzet van vangkooien mogelijk gemaakt, de aanschaf van een vangkooi en de uitvoeringskosten voor het gebruik van de vangkooi zijn voor de gebruiker. In het kader van preventie introductie Afrikaanse Varkenspest (AVP) is subsidie verleend voor de aanschaf van nachtzichtkijkers; voor vangkooien is geen subsidie verleend.

Vraag 2) Volgens de Mededeling portefeuillehouder van 26 mei jl. (“Afronding roadmap preventie introductie AVP”) wordt m.i.v. 2020 een bedrag van in totaal € 205.000 uitgetrokken voor de bestrijding van AVP door middels van de jacht op wilde zwijnen. Wordt hiervoor het hele bedrag van € 100.000 ingezet voor motie 759? Is het gedeelte hiervan dat geput wordt uit het budget voor natuurbescherming verhoogd t.o.v. 2019?

Het budget dat ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van motie 759 (continuïteit faunabeheer) wordt in zijn volledigheid ingezet voor de voortzetting van reeds bestaande projecten. Deze projecten betreffen het mentorproject ‘ Limburg jaagt’ en het organiseren van lokale faunabeheer-overleggen en kennisuitwisseling door de wildbeheereenheden. De resterende projecten genoemd in de mededeling portefeuillehouder van 26 mei jl. betreffen acties die voortkomen uit de aanbevelingen opgenomen in de Roadmap preventie introductie AVP en vormen geen onderdeel van de uitvoering van motie 759. In 2019 is er in het kader van preventie AVP in totaliteit € 174.141,00 ingezet uit het budget Wet natuurbescherming ten behoeve van regionaliseringsonderzoek, stimulering afschot via subsidie nachtzichtkijkers, trichine-bepalingen en onderhoud aan zwartwildkerende rasters. Voor de uitvoering van de aanbevelingen uit de Roadmap preventie introductie AVP wordt in 2020 aanvullend nog € 30.000,00 vanuit het budget Wet natuurbescherming ingezet.

Vraag 3) Waarom wordt dit bedrag ten laste gebracht van het budget voor natuurbescherming, terwijl het gaat om activiteiten die dienen voor de bescherming van de belangen van de veehouderij? Is GS bereid het bedrag geheel of gedeeltelijk ten laste van landbouwbudgetten te brengen? Zo nee, waarom niet?

In de visie van ons college op het beheer van wilde zwijnen wordt buiten de leefgebieden de Meinweg en het Meerlebroek een schade gestuurde aanpak gevolgd, rekening houdend met het gegeven dat het volledig laten verdwijnen van de populatie wilde zwijnen buiten deze gebieden niet haalbaar is. Met de dreiging van AVP zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt met het ministerie van LNV het beheer buiten de leefgebieden te intensiveren en daartoe de benodigde middelen ter beschikking te stellen.

De populatie Wilde zwijnen buiten de leefgebieden vertoont een toenemende trend. Als gevolg van de populatiegroei en de toenemende verspreiding is er een toename van het aantal schadegevallen aan grasland en akkerbouwgewassen maar ook in het aantal aanrijdingen. Hiernaast dient er sinds september 2018 rekening te worden gehouden met een dreiging van AVP en daarmee verband houdend verhoogd risico op een uitbraak in de populatie wilde zwijnen.

Alhoewel de veehouderij een groot belang heeft bij de uitvoering van beheermaatregelen bij wilde zwijnen vinden deze niet enkel plaats in het belang van deze sector. Beheer van wilde zwijnen binnen de provincie Limburg is een vast onderdeel van het faunabeheer in onze provincie. Het budget voor de uitvoering van de Wet natuurbescherming is, conform de provinciale Natuurvisie 2016, beschikbaar voor de uitvoering van de wettelijke taken van de provincie uit de Wet natuurbescherming. Het faunabeheer is daar een belangrijk onderdeel van.

Vraag 4) Bij gebruik van vangkooien treedt stress op voor de dieren, zo blijkt uit onderzoek. Zo neemt de hartslag van wilde zwijnen bij het dichtvallen van de kooi met ruim 50% toe, terwijl het zuurstofgehalte in het bloed juist afneemt met 10%. Is het College het met de Partij voor de Dieren eens dat dit zeer onwenselijk is? Zo ja, bent u bereid om de ontheffing voor het gebruik van de vangkooien in te trekken omwille van het dierenwelzijnsaspect? Zo nee, waarom niet?

Wij zijn het eens dat bij het afgeven van een ontheffing voor de inzet van middelen ter vangst en doding van dieren het dierenwelzijnsaspect onderdeel van de overwegingen dient te zijn. Er zal in de regel altijd enige vorm van stress ervaren worden door een dier bij iedere vorm van beheer. Van belang is om deze periode van stress zo kort mogelijk te houden. Om verwondingen en stress tot een minimum te beperken zijn in de afgegeven ontheffing voor de inzet van de vangkooi voorschriften opgenomen. Deze voorschriften zien onder andere op het tijdig controleren van een vangkooi, inrichting van de vangkooi en plaatsing van een dodelijk schot. Daarnaast is er door de Faunabeheereenheid een aanvullend ‘vangkooi protocol’ opgesteld met gebruiksinstructies van een vangkooi. Met deze voorschriften zien wij geen aanleiding tot het intrekken van de ontheffing.

Op 6 april jl. zijn in de Tweede Kamer door kamerlid Wassenberg (PvdD) vragen gesteld aan Minister Schouten omtrent de ‘inzet van vangkooien door zwijnenjagers’, in haar beantwoording geeft Minister Schouten tevens aan van oordeel te zijn dat de wijze waarop in Nederland vangkooien worden ingezet bij wilde zwijnen op een verantwoorde en volgens de wet toegestane manier plaatsvindt en er derhalve geen sprake is van onnodig dierenleed.

Vraag 5) Wordt in Limburg onderzoek gedaan naar de hoeveelheid stress bij everzwijnen? Zo nee, wilt het College meewerken aan onderzoek naar de hoeveelheid stress die beheermethoden opleveren, zeker als de vangkooien door de provincie bekostigd zijn? Zou het gebruik van de vangkooien niet moeten worden opgeschort totdat deze onderzoeksresultaten bekend zijn?

Er wordt in Limburg geen onderzoek gedaan naar de mate van stress bij wilde zwijnen wanneer gebruik wordt gemaakt van een vangkooi. Ervaringen uit het veld met het gebruik van de vangkooi laten zien dat nadat een val is dichtgevallen de meeste dieren kalmeren.

Onderzoek heeft laten zien dat met name de duur van verblijf in de vangkooi bepalend is bij het veroorzaken van ongerief. Om de verblijfduur te beperken zijn er in de afgegeven ontheffing voorschriften opgenomen, wij zien dan ook geen meerwaarde in nader onderzoek naar de hoeveelheid stress bij het gebruik van een vangkooi.

Momenteel wordt er in de provincie Limburg nog geen gebruik gemaakt van de ontheffing vangkooien wilde zwijnen en zijn er geen vangkooien actief. Wel is er eerder ervaring opgedaan met deze vangstmethode in het kader van populatie-onderzoek in het leefgebied de Meinweg.

Vraag 6) Het gebruik van de vangkooien wordt gemonitord met wildcamera’s. Is het College het met de PvdD- fractie eens dat onafhankelijk toezicht gebaat is met het bewaard blijven van videobeelden bij het inzetten van vangkooien, gevolgd door afschot? Als er videobeelden beschikbaar zijn van het gebruik van vangkooien in Limburg, wil het College deze geanonimiseerd openbaar maken? Zo nee, waarom niet? Als deze videobeelden niet bewaard zijn gebleven, waarom niet?

Op het moment wordt er in de provincie Limburg nog geen gebruik gemaakt van de ontheffing vangkooien wilde zwijnen en zijn er geen vangkooien actief. Conform de voorschriften van de ontheffing is het ook niet verplicht om een camera te installeren, vangkooien met een automatische waarschuwing bij het dichtvallen van de kooi zijn toegestaan zonder gebruik te maken van een camera.

Vraag 7) Deze vangkooien zijn bedoeld om zwijnen te vangen. Dit sluit echter niet uit dat andere (zoog)dieren vast kunnen komen te zitten in een vangkooi. Uit proeven in de Meinweg blijken ook reeën gevangen te zijn. Is het College het met de PvdD-fractie eens dat deze ‘ bijvangst’ leidt tot oneigenlijk gebruik van de vangkooien in kwestie? Aangezien deze ‘bijvangst’ mogelijk strijd oplevert met art. 3.20 Wet natuurbescherming: is dit een reden voor het College om het gebruik van vangkooien te staken?

In de provincie Noord-Brabant worden vangkooien sinds 2014 ingezet bij schadebestrijding en populatiebeheer van wilde zwijnen. Als onderdeel van de door gedeputeerde staten verleende ontheffing is aldaar een procedure van toepassing die mede is gericht om bijvangsten te minimaliseren. De provincie Noord-Brabant stelt dat gedurende de afgelopen zes jaar er dankzij deze procedure geen bijvangsten hebben plaatsgevonden.

In de voorbereiding van de door ons verleende ontheffing zijn de ervaringen van provincie Noord- Brabant, opgedane kennis omtrent de inzet van vangkooien in het leefgebied de Meinweg en advies van inhoudelijk specialisten gecombineerd om middels specifieke voorschriften de kans op bijvangsten te minimaliseren. In die gevallen dat er alsnog een ander dier dan een wild zwijn wordt gevangen dient deze terstond vrij gelaten te worden.

Het wild zwijn is geen wild in de zin van artikel 3.20 van de Wet natuurbescherming. In dit wetsartikel zijn enkel de wildsoorten benoemd waarop de jachthouder in zijn jachtveld in een bepaalde periode en onder voorwaarden de jacht mag uitoefenen. Artikel 3.20 van de Wet natuurbescherming is niet van toepassing op schadebestrijding en populatiebeheer van wilde zwijnen.

Vraag 8) Volgens verschillende wetenschappers is het volledig stoppen met de jacht op zwijnen en afstand bewaren beter om te voorkomen dat de mens AVP kan verspreiden. Is het College bereid hieraan gehoor te geven? Zo ja, waarom faciliteert GS de jacht op wilde zwijnen dan en financiert het deze zelfs?

Op dit moment is er in Nederland geen AVP bij wilde zwijnen of bij gehouden varkens, beheer in het kader van schadebestrijding of populatiebeheer levert geen groter risico op voor verspreiding en draagt juist bij aan preventie in het kader van introductie van AVP. Zodra er een geval van AVP binnen de wilde zwijnen populatie in Nederland wordt aangetroffen is het Rijk bevoegd gezag voor de bestrijding van deze ziekte en treedt het ‘Plan van aanpak – bestrijding van een besmetting van wilde zwijnen met Afrikaanse varkenspest’ in werking. Dit plan, dat met advies van de deskundigengroep Dierziekten tot stand is gekomen, voorziet in het instellen van een zogenoemd besmet gebied en buffergebied, waarbij binnen het door de minister vastgestelde besmet gebied geadviseerd wordt zo min mogelijk verstoring van wilde zwijnen te laten plaatsvinden om verdere verspreiding te voorkomen.

Vraag 9) Is GS bereid geen buitenlandse jagers in Limburg toe te laten om besmetting te voorkomen? Wil GS het meenemen van wild dat geschoten is in het buitenland verbieden?

Jagers hebben zich te houden aan hygiëne- protocollen, niet alleen in verband met de verspreiding van ziekte, maar ook omdat sommige diersoorten voor mensen gevaarlijk organismen bij zich dragen, zodat altijd veilig en hygiënisch wordt gewerkt en een goede reiniging van materiaal moet plaatsvinden. Deze hygiëne-protocollen zijn onderdeel van de jachtopleiding. Buitenlandse jagers die in Nederland willen jagen, dienen in het bezit te zijn van een logeerakte. Jagen met een logeerakte kan enkel in gezelschap van ten minste één Nederlandse jager met een jachtakte. Jachtaktehouders zijn geïnformeerd over de risico’s van AVP en verzocht om bepaalde hygiënische voorzorgsmaatregelen te nemen. Als zij zich hieraan houden, is er geen extra risico op verspreiding van AVP. Dit laatste geldt ook voor Nederlandse jagers die in het buitenland gaan jagen.

Voor het invoeren van een in het buitenland geschoten wild zwijn zijn er vanuit de NVWA regels van toepassing, zo moet er altijd een uitslag van een trichine-onderzoek bij zitten, moet het vervoeren hygiënisch gebeuren en bij voorkeur gekoeld. Het invoeren van een wild zwijn afkomstig uit een gebied waar AVP is vastgesteld is verboden.

Vraag 10) Wat is of wordt er geïnvesteerd in niet-dodelijke preventieve maatregelen om schade door wilde zwijnen aan gewassen, sportvelden of tuinen te voorkomen? Hoe verhoudt zich dit tot uitgaven ter bevordering van de jacht? Wordt er gebruik gemaakt van een escalatieladder, zoals vermeld in het Collegeprogramma? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke alternatieve methoden zijn er ingezet vooraleer tot afschot is overgegaan?

De provincie Limburg investeert in rasters om wilde zwijnen te weren uit agrarisch gebied. Dit vindt reeds plaats in de grensregio met Duitsland en bij het leefgebied de Meinweg. Met de LLTB wordt verkend of het gebruik van dergelijke rasters ook in andere gebieden soelaas kan bieden. Er wordt door de provincie Limburg niet specifiek geïnvesteerd in de bescherming van sportvelden en tuinen. Het beheer van wilde zwijnen in Limburg vindt momenteel plaats op basis van ontheffingen welke zijn afgegeven voor het ontstaan van het Collegeprogramma. In de nieuwe faunabeheerplannen dient per diersoort nader te worden ingegaan op alternatieve methoden anders dan afschot om o.a. gewasschade te beperken. Afschot wordt slechts toegestaan wanneer er geen andere bevredigende oplossingen voorhanden zijn. Daarmee wordt invulling gegeven aan de escalatieladder. In het kader van gemaakte afspraken met het Rijk om actief de stand wilde zwijnen te verlagen buiten de leefgebieden is de inzet van werende middelen en andere alternatieven voor afschot echter irrelevant.

Vraag 11) Is het College bereid in corona-tijden de jacht op wilde zwijnen te verbieden aangezien jagers bij het wegslepen van een afgeschoten everzwijn het houden van de voorgeschreven anderhalve meter afstand niet kunnen waarborgen? Is het College het met de PvdD-fractie eens dat het niet moet ingaan op het voorstel van de jagersvereniging om een vergoeding te geven voor afgeschoten dieren waar geen markt meer voor bestaat?

Bij het faunabeheer worden de landelijke richtlijnen met betrekking tot corona toegepast. In de beantwoording van de door Tweede Kamerlid Kooten-Arissen gestelde vragen over een ‘algemeen jachtverbod op wilde zijnen om het risico op verspreiding van de Afrikaanse varkenspest tegen te gaan’ en de recent door kamerlid Wassenberg (PvdD) gestelde vragen omtrent de ‘inzet van vangkooien door zwijnenjagers’ aan Minister Schouten stelt Minister Schouten dat schadebestrijding en populatiebeheer gedurende de coronamaatregelen doorgang kunnen vinden. Hiernaast benadrukt zij dat het noodzakelijk is dat de met provincies afgesproken aanpak ter preventie van AVP niet worden ingeperkt. Wij zijn niet voornemens van deze lijn af te wijken.

Bij het beheer van wilde zwijnen is de primaire opgave het verkleinen van de populatie wilde zwijnen. De mogelijkheid om het vlees te kunnen afzetten is niet bepalend. Met de Jagersvereniging wordt er gezocht naar mogelijkheden om het vlees van Limburgse wilde zwijnen vlees beter te vermarkten. Er wordt geen vergoeding per zwijn gegeven.

Vraag 12) Volgens het ministerie van LNV is het belangrijk dat aan het publiek gecommuniceerd wordt over gevaren van AVP. Weliswaar zijn er borden langs provinciale wegen en parkeerplaatsen, maar volgens het ministerie kan evaluatie hiervan mogelijk zijn. Is GS het met de PvdD-fractie eens dat wilde zwijnen in de publieke opinie nog te vaak ten onrechte als grote verspreider van AVP worden bestempeld? Hoe denkt GS aan deze bewustwording bij te dragen?


Wilde zwijnen in Nederland vormen op dit moment geen groot risico voor verspreiding van het virus, omdat er geen contact is met populaties in besmette landen. Er zijn geen indicaties dat zonder menselijk handelen het virus zich over grote afstanden verspreidt. In landen waar AVP is aangetroffen is echter wel gebleken dat wilde zwijnen een zeer belangrijke factor zijn bij de instandhouding en verdere verspreiding van het virus. Doordat AVP naast gehouden varkens ook in de populatie wilde zwijnen voet aan de grond kreeg werd de bestrijding van de uitbraak gecompliceerder.

In samenwerking met het ministerie van LNV wordt er onderzocht op welke wijze communicatie het beste kan plaatsvinden of kan worden geoptimaliseerd. Naast reeds geplaatste borden langs provinciale wegen en parkeerplaatsen wordt er door betrokken partijen al gecommuniceerd via websites, nieuwsbrieven, vakliteratuur etc.

Vraag 13) Veel mensen zoeken tijdens de quarantainemaatregelen verpozing in een nabijgelegen natuurgebied. Uit recente berichtgeving van Staatsbosbeheer blijkt echter dat stroperij toeneemt in tijden van quarantaine, zo ook in Limburg. Aangezien Staatsbosbeheer naast de gewone taken ook andere vormen van natuurmisbruik te bestrijden heeft, hebben de stropers veelal vrij spel. Beschikt de Groene Brigade over voldoende capaciteit om de nu toegenomen stroperij te bestrijden? Zo nee, hoe gaat het college dit handhavingstekort oplossen?

Door het samenwerkingsverband in het buitengebied in Limburg (SSIL) gezamenlijk de BOA-capaciteit in het buitengebied zo efficiënt en effectief mogelijk in te zetten wordt de stroperij in Limburg aangepakt. Dit is niet enkel afhankelijk van de capaciteit van de groene brigade. Deze is sinds begin 2020 weer op volle capaciteit en werkt, samen met de partners in het buitengebied, aan een schone en veilige leefomgeving.


Gedeputeerde Staten van Limburg

voorzitter

secretaris