Inbreng debat Corona­crisis


17 april 2020

Voorzitter, wij hebben waardering voor het “corona pakket” aan maatregelen van het college. Er wordt veel gedaan om de pijn voor de Limburgers zoveel als mogelijk te verzachten. Specifieke vragen die we hebben over de gevolgen voor huiselijk geweld en onderwijsachterstanden hebben we schriftelijk ingediend. Een bijzonder woord van waardering voor de Gouverneur, die de Staten voortdurend goed op de hoogte houdt, en ook snel concrete stappen zet als daar in die contacten om gevraagd wordt.

Voorzitter, de Coronacrisis kwam uit het niets, zo leek het, het heeft ons overvallen. Maar de werkelijkheid is anders. Vooraanstaande wetenschappers (o.a. prof. Marion Koopmans, en prof. Ron Fouchier, onlangs uitgebreid aan het woord in Tegenlicht) geven allang aan dat het niet de vraag is of, maar wanneer een nieuwe zoönose uitbreekt en de proporties van een pandemie aanneemt.

Professor Marion Koopmans, in een open college van 2019, stipte de oorzaken al aan: “bevolkingsgroei en verstedelijking, toename v/d voedselproductie en veehouderij, wereldwijd reizen en handel”. Ook klimaatverandering, doordat overdragende tropische soorten (zoals de tijgermug!) zich onontkoombaar bij ons zullen vestigen. Ook de Hoge Raad, Nederlandse hoogste rechtsorgaan, attendeerde in zijn Urgenda-arrest op de relatie tussen klimaatverandering en de toenemende verspreiding van infectieziektes.

Professor Ron Fouchier, gevraagd naar de risico’s v/d intensieve veehouderij (Algemeen Dagblad van 5 april). ”Absoluut. Nederland is vol met gastheren die een virus kunnen overdragen”.

Hier in de Staten heeft dr. Van de Sande, voormalig GGD-arts, al eerder als inspreker op de risico’s van zoönosen gewezen.

Kortom: doorgaan op de oude voet kan niet meer, we zullen moeten kijken naar onze productiesystemen, onze levensstijl - het onbeperkt rondreizen - en ook de rol van de veehouderij. Hoe groter de aantallen dieren, hoe groter de risico’s, zeker in dichtbevolkte landen – er zijn meerdere deskundigen die dat zeggen.

Voorzitter, die discussie, over de veehouderij en zoönosen, moeten we nu, midden in de Coronacrisis niet in detail voeren. Maar we kunnen wat er nu gebeurd is, en de signalen van de deskundigen, niet negeren, en met die oorzaak waarover juist de provincie een sterke verantwoordelijkheid draagt – de veehouderij – doorgaan alsof er niets gebeurd is. De Partij voor de Dieren wil, zodra dat praktisch mogelijk is, een hoorzitting met deskundigen over het onderwerp veehouderij en zoönose. Wij vragen ons, eerlijk gezegd, af of er partijen zijn die dit niet zouden willen – laten die dat dan nu uitspreken.

Daarbij zou dan ook de rol van luchtkwaliteit moeten worden betrokken. Volgens een zeer recentelijk breed opgezet epidemiologisch onderzoek van Harvard University neemt bij een 1 microgram hogere concentratie ultrafijnstof de sterfte door Covid-19 met 15% toe. De Hoge Raad waarschuwt ook voor de toename van ziekten aan de luchtwegen door een verslechterde luchtkwaliteit en ook in Limburg hebben we, met name in veehouderijgebieden, te maken met concentraties die ver boven de WHO-advieswaarden liggen, en zelfs boven de EU-compromiswaarden.

Laten we ook niet al onze hoop op nóg betere technische oplossingen vestigen. Ondanks luchtwasserssystemen en zeer strenge hygiënische maatregelen in de industriële veehouderij hebben omwonenden van intensieve veehouderijen meer last van hun luchtwegen. Het onderzoek ‘Veehouderij en Gezondheid Omwonenden’ (VGO), toont aan dat zij minder goed functionerende longen hebben met meer longontstekingen, en vaker besmet zijn met bacteriën uit de veestapel. Onomstotelijk blijkt dat hierdoor het aantal longontstekingen in Noord-Brabant en Limburg al acht jaar lang 50 tot 60 procent boven het landelijk gemiddelde ligt. Precies de gebieden waar zowel Q-koorts als Covid-19 ernstig hebben toegeslagen. Het stapelen van symptomen aan de luchtwegen, met dodelijke gevolgen, moeten wij voorkomen.

Voorzitter, ik zou de Coronacrisis niet willen vergelijken met de klimaatcrisis, en de biodiversiteitscrisis. Daarvoor zijn de verschillen te groot. De Coronacrisis is acuut, maar hoe ingrijpend ook, tijdelijk. De inzichten v/d deskundigen verschillen hoe lang het gaat duren, maar we komen eruit, dat staat vast. Er is immers een wereldwijde mobilisatie, bij regeringen, maar vooral ook bij de mensen zelf – iedere dag zien we de voorbeelden van solidariteit, aanpassingsvermogen en creativiteit.

Veel minder zien we bij de klimaatcrisis die mobilisatie op gang komen op regeringsniveau: er is nog steeds relativering, zelfs regelrechte ontkenning. Terwijl dit een crisis is die niet meer weg gaat – als de temperatuurstijging nog verder doorgaat, is dat onomkeerbaar.

Een overeenkomst is wel dat spijt achteraf te laat is. We kunnen nu als Nederlandse samenleving met spijt constateren dat we onze eigen publieke vaccininstituten hebben laten wegkwijnen. Spijt dat we alle zgn. “overcapaciteit” en buffers uit de gezondheidszorg hebben weggesneden. Spijt dat we, vanuit een gevoel van onkwetsbaarheid (ons kan niets gebeuren), het maken van geneesmiddelen hebben overgelaten aan een paar bedrijven in China en India – en dat we nu mogen bidden en hopen dat die hun activiteiten kunnen voortzetten, en nog kunnen en willen leveren.

Datzelfde misleidende gevoel van onkwetsbaarheid lijken we te hebben met de klimaatcrisis.

En de biodiversiteitscrisis. “Ons kan niets gebeuren, dus business as usual.”

De monocultuur die gangbare landbouw heet, en het schulden gedreven economische systeem daaromheen, levert ons lage voedselprijzen, en de natuur herstelt zich wel - die paar soorten zijn leuk voor de biologen. Maar zou het zo kunnen zijn dat de natuur zich niet meer herstelt?

Ook zijn er meerdere onderzoekers die aangeven dat ons grootschalig ingrijpen in de biodiversiteit kwetsbare evenwichten in de natuur verstoort waardoor schadelijke virussen steeds meer kansen krijgen.

Laten we de klimaatcrisis niet op eenzelfde manier aanpakken als een paar maanden terug de COVID-19-pandemie. “Ons kan niets gebeuren”, we verhogen de dijken wel. Nee, maatregelen tegen de klimaatcrisis moeten haalbaar en betaalbaar zijn.

Je mag de mensen vooral niet overvragen. Want de mensen willen nu eenmaal doorleven zoals ze gewend zijn, en deze ene aarde blijven uitputten - en je moet vooral niet overschatten hoeveel solidariteit, aanpassingsvermogen en creativiteit er is.

Voorzitter, de Partij voor de Dieren gelooft wel in die solidariteit, dat aanpassingsvermogen en die creativiteit. Om naar een ander energiesysteem te gaan. En naar andere productiesystemen in de landbouw, die investeren in het draagvermogen van de planeet. En met blijvende lokale productieketens, niet alleen in crisistijd.

Want wat we als samenleving kunnen met de corona crisis, waarom zouden we dat niet kunnen met de klimaatcrisis? En de biodiversiteitscrisis?

Gevoegd bij de vele onderzoeken die voorrekenen dat te laat ingrijpen tegen het broeikaseffect op termijn veel duurder is dan tijdig de omschakeling maken, is er maar één conclusie mogelijk. We moeten doorgaan met de energie- en landbouwtransitie.

Wat de PvdD betreft met minder dieren, en minder vleesproductie. Ook met minder dieren, die met minder stress gehouden worden, in een natuurlijk systeem zodat ze een betere immuniteit hebben om zo de gezondheidsrisico’s te beperken, de risico’s van hoog besmettelijke dierziektes en zoönosen, waarmee we nu zo pijnlijk kennis maken.

Voorzitter, waarom zeg ik dit? Voor de Partij voor de Dieren is het duidelijk: het kan niet zo zijn, dat we de kosten van de Coronacrisis ten koste gaat van die andere crises. De klimaatcrisis. En de biodiversiteitscrisis.

Het tegendeel is waar: om niet van de ene crisis in de andere te belanden zullen we juist nu extra moeten investeren in het voorkomen van die andere crises. Doorgaan met de energietransitie, vooral die door en voor de gewone mens. Met energiebesparing in woningen -dat doen we ook al. Maar ook met coöperaties voor duurzame energie, mensen die het zelf doen ondersteunen met voorfinanciering. Met investeren in duurzame warmtenetten.

Investeren in de natuur, kwantiteit en kwaliteit. De goudgroene natuur afmaken, de stikstofcrisis aanpakken om natuurherstel mogelijk te maken. Handen en voeten geven aan het Actieplan biodiversiteitsherstel en Nederland Natuurpositief, het IPO-actieplan. Een recent uitgekomen vergelijkend overzicht laat zien dat Limburg nu nog wat betreft realisering van de NNN en verbeteren van water- en milieucondities tot de slechtst scorende provincies behoort.

Verbeteren van de luchtkwaliteit, voor de gezondheid van alle Limburgers.

Meer investeren in een duurzame landbouwtransitie, in een werkelijk circulaire, klimaat- en diervriendelijke landbouw – we zullen daarvoor bij de behandeling van het beleidskader landbouw een motie indienen. Meer investeren ook in openbaar vervoer, om mobiliteit voor alle Limburgers mogelijk te maken, en klimaatemissies te verminderen.

Voorzitter, dat is de richting die de Partij voor de Dieren aan de Voorjaarsnota wil geven. Een actieve overheid, die richting geeft, en niet alleen in crisistijd.