Inbreng Correctief refe­rendum


15 mei 2020

Voorzitter,

De Partij voor de Dieren is voorstander van referenda, als een belangrijke aanvulling op de vertegenwoordigende democratie, en om mensen meer bij de politiek te betrekken. Het correctief bindend referendum is met name een vorm van directe zeggenschap die de volksvertegenwoordiging scherp houdt. Wij hebben waardering voor de diepgaande studie die er is gemaakt van de wettelijke mogelijkheden, en de ervaringen in andere landen.

Wel hebben wij grote vraagtekens bij de hoge drempels die zijn ingebouwd, en de zeer uitgebreide lijst van uitsluitingen.

Omwille van een helder debat over dit belangrijke onderwerp ga ik nu eerst in op de vraagpunten van het sonderend stuk. Wij betrekken daarbij ook de aanbevelingen van de Staatscommissie parlementair stelsel.

De drempel van 40.000 handtekeningen voor het verzoek binnen 6 weken is erg hoog, aanmerkelijk hoger ook dan de 27.500 die we nu hebben (en die al een, lichtelijk slinks ingevoerde, verhoging was). Meer dan 1000 handtekeningen per dag verzamelen is een te grote opgave. We zien niet in waarom de aanbeveling van staatscommissie, namelijk een inleidend verzoek binnen 4 weken, niet is gevolgd. Een drempel daarbij van, zeg 500, is ook al een drempel tegen lichtzinnig of strategisch gebruik. Binnen 6 weken daarna aan te vullen tot de drempel, die wat ons betreft te handhaven is op het huidige niveau van 27.500.

Correctief bindend is, dat heb ik al aangegeven, een goede zaak. Maar dan moet het wel een reële kans krijgen, en dan zijn die drempels, waar ik het net over had, toch wel heel essentieel!

Wat betreft de oplossing die gevonden is voor de staatsrechtelijke obstakels, via politieke zelfbinding, vertrouwen wij op het juridisch advies. Wel lijkt art. 17 lid 1 de mogelijkheid open te houden dat het referendum niet bindend is – dat is verwarrend, geeft toch weer onduidelijkheid en discussie, kan dit niet anders worden opgelost?

Wat betreft het bepalen van de datum is het een goede zaak dat in het voorstel de Staten de keus krijgen tussen een zelfstandige datum of tegelijk met verkiezingen. Er zijn voordelen aan het gelijktijdig houden met andere verkiezingen, maar te lang wachten kan ook niet altijd.

Ook met de voorstellen voor een Referendum commissie van de Staten kunnen wij instemmen. Het burgerforum als kwaliteitsverhogend onderdeel - bij wijze van spreken als een burger jury - vinden wij een vondst. Dan moet er wel genoeg budget voor zijn, ruimhartigheid in het uitnodigen van expertsen duidelijke afspraken over een neutrale media strategie. Maar laat het maar knetteren, zogezegd!

En dan de uitslagdrempels. Een uitkomstdrempel heeft ook onze voorkeur, om strategisch gedrag te vermijden. Maar 33 1/3 % is heel erg hoog, de staatscommissie heeft het over 25-30% en dat, let wel, op landelijk niveau. Op provinciaal niveau zou je dan eerder op 25% moeten gaan zitten. Zo dreigt het voorstel een recept voor teleurstelling te worden. Een opkomstpercentage van de laatste verkiezingen is sowieso ook een heel hoge drempel.

De lijst met uitsluitingen. Daar hebben wij vragen bij. Die is lang, aanzienlijk langer dan wat de staatscommissie adviseert. Meer specifiek: als alle besluiten waartegen bezwaar en beroep open staat worden uitgesloten, hoe is dan een referendum over een nieuwe weg – wordt in de media uitlatingen genoemd als voorbeeld – worden gehouden? Zowel een inpassingsplan (straks projectbesluit) als een verkeersbesluit zijn voor beroep vatbaar. Het uitsluiten van medebewindstaken: dan zou, om een voorbeeld te noemen, de omgevingsverordening waar het om natuur gaat niet referendabel zijn. De beperking tot een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, en uitsluiten van begrotingsvoorstellen: hoe kan dan een investering in het kader van het regionaal economisch beleid referendabel zijn?

Maar misschien is mijn angst overdreven. Ik wil het collegevragen, in alle ernst, om voor de periode na de laatste verkiezingen na te gaan welke onderwerpen dan gereferendeerd – nieuw werkwoord - hadden kunnen worden. Wij zijn benieuwd naar het antwoord.

Dan nog twee vragen tot slot.

Moet de handtekeningenlijst voor het verzoek werkelijk fysiek zijn? Dat werpt opnieuw een drempel op. Hoe kunnen digitale mogelijkheden worden benut? Wij missen in het voorstel een regeling hiervoor. GS zou hiervoor een beleidsregel kunnen voorleggen.

En dan de beperking tot personen met de Nederlandse nationaliteit. Waarom zouden inwoners met een andere nationaliteit, die in Limburg gevestigd zijn, niet mee mogen stemmen? Wij vinden dat die ook mee zouden moeten kunnen stemmen, als ingezetenen, net zoals dat al het geval is bij gemeenteraadsverkiezingen. Vanwaar deze beperking?