Bijdrage Plusquin Begroting 2023


4 november 2022

Voorzitter, een jaar geleden, tijdens de behandeling van de begroting 2022, stond in de media alles in het teken van de klimaattop COP26 in Glasgow. Op dat moment had de wetenschap een glasheldere boodschap: als we voor een leefbare Aarde de opwarming van het klimaat onder de 1,5 graad willen houden moet het roer NU om! Liever deze week dan volgende week, en liever vandaag dan morgen.

Vandaag, tijdens de behandeling van de begroting 2023, staan we opnieuw aan de vooravond van een klimaattop, nu de COP27 in Sharm-el-sheik. En opnieuw is de boodschap van de wetenschap glashelder: de emissie van broeikasgassen gaat nog altijd onverminderd door, concentraties in de atmosfeer zijn gegroeid tot niveaus nooit eerder gemeten en er is geen geloofwaardig traject meer in zicht dat de opwarming onder de 1,5 graad gaat houden.

De gevolgen hiervan zullen we ongetwijfeld steeds duidelijker gaan merken: de zomer van 2022 was waarschijnlijk de koelste van de komende 20 jaar, en de weersextremen waar we nu al mee te maken hebben zullen in heftigheid blijven toenemen (met alle gevolgschade van dien). We zullen te maken krijgen met voor onze streken nieuwe ziektes en pandemieën en ook het aantal klimaatvluchtelingen zal gestaag blijven groeien.

Maar wat lezen we in onze provinciale begroting: “Goed klimaatbeleid biedt kansen om een duurzame en sterke economie op te bouwen en nieuwe banen te creëren.” Blijkbaar ziet dit College klimaatverandering niet als een bedreiging maar als een kans om nog meer economische groei te genereren, met nog meer verbruik van grondstoffen, nog meer verbruik van energie en nog meer productie van afval.

Het heeft er ook alle schijn van dat al die duurzaam geproduceerde energie uit zon en wind niet gebruikt wordt om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, maar om nieuwe bedrijvigheid aan te moedigen. En terwijl de missies van dit College zijn “Limburg maakt gezond” en “Limburg maakt energiek” staan we toe dat een automobielbedrijf een 200 jaar oud bos mag omkappen. En besluiten we tientallen miljoenen te investeren in een onnodig vliegveld, ten koste van de gezondheid van de duizenden omwonenden die maar moeten wennen aan de geluidsoverlast en de vieze lucht.

We kunnen als provincie ook andere keuzes maken. Daarvoor dienen wij vandaag een aantal moties in. Een motie om niet meer via Maastricht Aachen Airport groente en fruit in te voeren. Deze keuze tegen vervoer door de lucht, en voor lokale inkoop is al gemaakt door een aantal grootwinkelbedrijven. En is een steun in de rug voor de boeren in Limburg en omgeving.

Een motie om te ondersteunen dat isolatie en energiebesparing bij woningen zoveel mogelijk gezamenlijk, in de straat en buurten, bij burgers wordt uitgevoerd. Dat is efficiënter, leidt tot een lagere prijs voor burgers en meer woningen die op korte termijn geïsoleerd kunnen worden.

En daarnaast motie om zelf als provincie intern in het Gouvernement het juist voorbeeld te geven. Dan denken wij bijvoorbeeld aan de thermostaat in de eigen gebouwen niet hoger dan 19 graden te zetten, de verlichting uit te zetten en met tijdschakelaars apparaten ’s nachts uit te zetten. Daarmee zijn we solidair met talloze Limburgse gezinnen die in financiële problemen zitten door te hoge energieprijzen. En op korte termijn een gedragsveranderings- en energiebesparingsproject op gang te brengen.

Voorzitter, zonder een gezonde natuur vaart niemand wel. Te lang al plegen wij roofbouw op onze natuurlijke hulpbronnen, de biodiversiteit blijft achteruit hollen. Volgens het Living Planet Report van het WWWF zijn populaties van in het wild levende dieren sinds 1970 met 69% achteruitgegaan. Een dramatisch getal. Het is daarom hard nodig dat de natuur terugkomt. Wat je daaraan als provincie kan doen is een natuurinclusief landbouwbeleid voeren, het grote stikstofoverschot en de verdroging aanpakken en het Nationaal Natuurnetwerk afmaken, zoals reeds lang geleden beloofd. Wat dat betreft gaven vorige colleges niet thuis door 30,4 miljoen euro niet aan nieuwe natuur uit te geven (verwerving en inrichting), die daar wel voor was bestemd. En nog steeds gaat het veel te langzaam, er is vorig jaar niet meer dan 46 hectare ingerichte natuur bij gekomen. In dat tempo duurt het nog 27 jaar voor de NNN af is.

Daarnaast blijkt uit het antwoord op onze vragen dat er niet voldoende middelen in de begroting zijn opgenomen om de wettelijke taken te vervullen. Taken op het gebied van natuurbeheer en de andere taken die de provincie bij wet zijn opgedragen. Onze vraag aan de gedeputeerde: wat is er nodig om die taken wel te vervullen? Kunt u in beeld brengen wat op de verschillende deelterreinen de financiële achterstand is, en dat aan de Staten doen toekomen. Dan is dat publieke informatie om bij de collegevorming na de verkiezingen in maart mee te nemen.

Een soort die voor zijn overleven sterk afhankelijk is van Limburg, is de das. Daarom hebben wij dit jaar een groot punt gemaakt van het zorgvuldig omgaan met de bescherming daarvan. Wat bij Roermond helemaal mis is gegaan. De Wet natuurbescherming bevat een zorgplicht. Je moet bij al je handelen of nalaten die maatregelen nemen die de nadelige gevolgen voor beschermde soorten zoveel mogelijk beperken of ongedaan maken.

Als Provinciaal wegbeheerder heb je die plicht ook. Ieder jaar wordt 20% van de dassen gedood door het wegverkeer. Das en Boom heeft een inventarisatie gemaakt van plekken waar veel dassen worden doodgereden. Dat is te voorkomen door daar rasters en een tunnel of een buis aan te brengen - waarvan ook andere soorten profiteren. Gezien de zorgplicht heb je als wegbeheerder die taak. Wij dienen vandaag een motie om die taak ook daadwerkelijk te gaan vervullen.

Over het doden van de wasberen hebben we in de commissie RLN een discussie gehad. We zijn zeer teleurgesteld dat het college niet de stap zet om bij het ministerie van LNV er met de grootste kracht op aan te dringen dat de wasbeer, zoals wel in Duitsland en België, een artikel 19 soort wordt. Daar zal beheer, en dus ook maatregelen als anticonceptie en TNR mogelijk worden. Kan de gedeputeerde toezeggen dat hij dat bij LNV gaat aankaarten?

Voorzitter, In het strategisch perspectief staan de belangrijkste thema’s waar de provincie aan moet werken.

  1. Landbouw, stikstof en natuur
  2. Klimaat en energie
  3. Wonen en bereikbaarheid.

Gezien deze drie strategische thema’s blijft het ons verbazen hoeveel geld wij uitgeven aan de regionale economie. Dit is immers geen onderdeel van een van deze drie strategische thema’s. Hoe kan GS onderbouwen dat we bijna 40 miljoen uitgeven aan regionale economie, terwijl we niet eens genoeg geld hebben om aan onze wettelijke verplichtingen voor natuurbeheer te voldoen?

Binnen de uitgaven van de regionale economie hebben we grote moeite met de langjarige verplichtingen waarvoor is gekozen bij MAA en de Brightlands. Het motto lijkt te zijn we zijn eraan begonnen, dus moeten we doorgaan. Ook al draagt het niet bij de uitdagingen waar we nu voor staan. Deze keuzes geven het volgende college een onevenredig zware taak.

Ook hebben we grote moeite met de manier waarop wij de regionale economie stimuleren. Wij geven de regie en besturing weg aan externe partijen die alleen maar een set financiële KPI’s meekrijgen, zoals bij de Brightlands campussen en 15 investeringsfondsen, waaronder het LEF. Externe partijen, die puur zakelijk opereren en geen boodschap hebben aan de maatschappelijke doelen die je als provincie wil bereiken.

De KPI’s zijn daarbij een veel te grote vereenvoudiging van de werkelijkheid, en bovendien inflexibel. Zo kan je met de KPI “CO2-besparing” een zeer energie-intensieve bedrijfstak ondersteunen, als die maar een paar procentjes uitstoot reduceert. En vragen wij als Staten naar een verantwoording van de keuzes zijn gemaakt om bepaalde projecten of bedrijven te ondersteunen, dan krijgen we nul op rekest vanwege privacy.

Voorzitter, de Partij voor de Dieren is van mening dat we zo niet voldoende op maatschappelijke doelen (kunnen) sturen, en de budgetfunctie als Staten niet kunnen uitoefenen.

Daarom de vraag aan het College: waarom is deze keuze gemaakt? Om uit te besteden, om alleen maar op abstracte KPI’s te sturen en de verantwoording vertrouwelijk te houden. Kan het niet anders, hoe doen andere provincies dat?

Graag zouden wij een memo zien die de voor- en nadelen van deze manier van aansturen op een rij zet, en het alternatief van “inbesteden”. En voor een tweetal fondsen, bijvoorbeeld het LEF en het fonds voor circulair produceren, bij wijze van voorbeeld concreet aan te geven hoe het anders zou kunnen.

ingespeeld.

Dank u wel.