Schriftelijke vragen Plusquin De avondklok tikt voor iedereen gelijk, behalve voor jagers
Indiendatum: 28 jan. 2021
Geacht college,
Sinds zaterdag 23 januari jl. geldt in Nederland een avondklok. Om verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, mag niemand zonder geldige reden het huis verlaten tussen 21u en 04u30. Desalniettemin, krijgt de Jagersvereniging hierop een uitzondering om ’s nachts preventief te kunnen jagen op everzwijnen en vossen. Hoewel het college onderschrijft dat “everzwijnen geen groot risico vormen voor verspreiding van AVP”, steunt het dit verzoek. Ondertussen heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de provincie gevraagd deze ontheffing te verlenen. Dit leidt bij de Partij voor de Dieren-fractie tot de volgende vragen:
Vraag 1) De afgelopen jaren is er geen AVP in Nederland geweest. Ook is het niet waarschijnlijk dat wilde zwijnen deze ziekte overbrengen naar Nederland. Dit wordt door het college onderschreven. Toch wil de Jagersvereniging ondanks de avondklok everzwijnen blijven afschieten, omdat er mogelijk ooit AVP zou kunnen komen. Het college steunt dit verzoek. Waarom steunt GS het verzoek van de Jagersvereniging om zwijnen af te schieten ter preventie van AVP terwijl GS zelf aangeeft dat everzwijnen geen groot risico vormen op verspreiding van AVP?
Vraag 2) Enkel met een geldige, noodzakelijke reden mag iemand tijdens de avondklok naar buiten. De Jagersvereniging wil everzwijnen schieten ter preventie van een ziekte die niet aanwezig is in Nederland. Dit in tegenstelling tot het rondwarende COVID-19 dat wel dodelijk is voor mensen, en mogelijk verder verspreid wordt door jagers. Vindt het college afschot een geldige en noodzakelijke reden voor het doorbreken van de avondklok, terwijl everzwijnen geen groot risico vormen voor verspreiding van AVP naar Nederland? Zo ja, hoe kan GS verantwoorden dat de argumenten van de jagers belangrijker zijn dan het bestrijden van deze pandemie?
Vraag 3) Heeft het college vóór ondersteuning van het verzoek van de Jagersvereniging overleg gevoerd met andere natuurbeschermingsorganisaties? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4) Door de avondklok zijn er ’s nachts minder wagens op de weg. De kans op aanrijding met wilde dieren verkleint daardoor aanzienlijk. De verkeersveiligheid neemt hierdoor toe. Hoe kan GS dan verklaren dat de nachtelijke zwijnenjacht vanwege verkeersveiligheidsredenen gesteund wordt?
Jachtpartijen zijn vaak internationaal. Buitenlandse jagers hebben in Nederland een logeerakte nodig, en moeten steeds in gezelschap zijn van een Nederlandse jager met jachtakte.
Vraag 5) Is bij het college bekend of buitenlandse jagers met logeerakte ook een ontheffing krijgen? Zo ja, hoe verhouden deze internationale jachtpartijen zich tot het afraden van niet-essentiële reizen?
AVP wordt verspreid door menselijk handelen. Het volledig stoppen met de zwijnenjacht en afstand bewaren is beter om te voorkomen dat de mens AVP kan verspreiden. Toch claimt de Jagersvereniging dat wilde zwijnen AVP verspreiden. GS steunt het verzoek van de Jagersvereniging om everzwijnen ter voorkoming van het verspreiden van AVP ’s nachts af te schieten.
Vraag 6)Gaat het college de Jagersvereniging op de hoogte stellen van wetenschappelijke publicaties die aantonen dat de mens AVP verspreidt, en niet wilde zwijnen?
Ook voor afschot van vossen wordt een ontheffing na de avondklok afgegeven. Volgens de Jagersvereniging voorkomt dit dat vossen in de lente nesten van weide- en akkervogels leegroven. Natuurlijke vijanden, zoals de vos, hebben echter geen negatieve invloed op deze populaties. De grootste oorzaak van de achteruitgang van weidevogels is de schaalvergroting en intensivering van de landbouw.
Vraag 7) In navolging van vraag 6: gaat GS de Jagersvereniging op het hart drukken dat natuurlijke vijanden, zoals de vos, geen negatieve invloed hebben op de populaties van weidevogels?
Vraag 8) Volgens de Jagersvereniging zijn vossen rondom pluimveebedrijven ongewenst; net als everzwijnen rondom varkenshouderijen. Wordt de nachtelijke jacht inderdaad ingezet vanwege belangen van de veehouderijen? Zo ja, wordt de jacht dan eventueel betaald uit de landbouwbudgetten, en is GS bereid dat te doen? Zo nee, waarom niet?
Door de ontheffing mogen jagers in het holst van de nacht zwijnen afschieten, terwijl alle andere Nederlanders thuis moeten blijven. Jagers kunnen zo ongestoord hun gang gaan. Dit verhoogt de schimmigheid rondom de zwijnenjacht.
Vraag 9) Is het college het met de Partij voor de Dieren-fractie eens dat deze werkwijze ten koste gaat van de transparantie omtrent afschot van everzwijnen? Zo ja, wat gaat het college doen om te zorgen voor meer openheid? Zo nee, waarom niet?
Door coronadrukte in natuurgebieden leven everzwijnen steeds dieper in bossen. Zwijnenjacht vindt daardoor plaats op natuurplekken waar zwijnen normaal niet komen. Dit gaat mogelijk gepaard met vernielingen in de natuur en verstoringen van andere wilde dieren.
Vraag 10) Deelt het college deze vrees? Zo ja, wat gaat het college doen ter voorkoming van natuurschade? Zo nee, waarom niet?
Graag beantwoording van deze vragen binnen de geldende termijn.
Met vriendelijke groet,
Pascale Plusquin
Partij voor de Dieren
Indiendatum:
28 jan. 2021
Antwoorddatum: 2 mrt. 2021
Vraag 1) De afgelopen jaren is er geen Afrikaanse Varkenspest (AVP) in Nederland geweest. Ook is het niet waarschijnlijk dat wilde zwijnen deze ziekte overbrengen naar Nederland. Dit wordt door het college onderschreven1. Toch wil de Jagersvereniging ondanks de avondklok everzwijnen blijven afschieten, omdat er mogelijk ooit AVP zou kunnen komen. Het college steunt dit verzoek. Waarom steunt GS het verzoek van de Jagersvereniging om zwijnen af te schieten ter preventie van AVP terwijl GS zelf aangeeft dat everzwijnen geen groot risico vormen op verspreiding van AVP?
Zie antwoord vraag 3.
Vraag 3) Heeft het college vóór ondersteuning van het verzoek van de Jagersvereniging overleg gevoerd met
andere natuurbeschermingsorganisaties? Zo nee, waarom niet?
Het klopt dat momenteel menselijk handelen als het grootste risico wordt gezien voor de introductie van Afrikaanse Varkenspest (AVP) in Nederland omdat er geen contact is tussen Nederlandse populaties wilde zwijnen en populaties in besmette landen.
Er zijn op het moment geen indicaties dat zonder menselijk handelen het virus zich over grote afstanden verspreidt. Echter, wanneer het virus door menselijk handelen in ons land wordt gebracht, dan kan dit wel tot een besmetting in de populatie wilde zwijnen leiden. In landen waar AVP is aangetroffen is gebleken dat wilde zwijnen een zeer belangrijke factor zijn bij de instandhouding en verdere verspreiding van het virus. Zoals toegelicht in de beantwoording schriftelijke vragen Statenlid P. Plusquin, nr.2020/17349 van 28 april 2020 en nr. 2020/29270 van 14 juli 2020, werd de bestrijding van de uitbraak gecompliceerder doordat AVP naast gehouden varkens ook in de populatie wilde zwijnen voet aan de grond kreeg. Het reduceren van het aantal wilde zwijnen buiten de leefgebieden is dan ook één van de afspraken die het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) met provincies, als bevoegd gezag voor het beheer van populaties, heeft gemaakt op basis van advies van deskundigen.
Het verzoek van de Jagersvereniging aan het ministerie van LNV om het nachtelijk beheer van wilde zwijnen doorgang te laten vinden ondanks een avondklok ligt in lijn met het huidig gevoerd beleid omtrent het beheer van wilde zwijnen in Limburg, zoals ook vastgelegd in het Faunabeheerplan 2020-2026. Bij het opstellen van het Faunabeheerplan 2020-2026 is binnen de Faunabeheereenheid Limburg (FBE) consensus gevonden voor de wijze waarop het wilde zwijnen beheer plaatsvindt in provincie Limburg. Hierbij zijn ook de natuurbeschermingsorganisaties betrokken. Het verzoek van de Jagersvereniging ligt in het verlengde van deze aanpak en sluit aan bij de eerder genoemde bestuurlijke afspraken met het ministerie van LNV omtrent preventieve maatregelen AVP. Er is daarom geen nadere afstemming gezocht met andere natuurbeschermingsorganisaties.
Vraag 2) Enkel met een geldige, noodzakelijke reden mag iemand tijdens de avondklok naar buiten2. De Jagersvereniging wil everzwijnen schieten ter preventie van een ziekte die niet aanwezig is in Nederland. Dit in tegenstelling tot het rondwarende COVID-19 dat wel dodelijk is voor mensen, en mogelijk verder verspreid wordt door jagers. Vindt het college afschot een geldige en noodzakelijke reden voor het doorbreken van de avondklok, terwijl everzwijnen geen groot risico vormen voor de verspreiding van AVP naar Nederland? Zo ja, hoe kan GS verantwoorden dat de argumenten van de jagers belangrijker zijn dan het bestrijden van deze pandemie?
Zie antwoord vraag 5.
Vraag 4) Door de avondklok zijn er ’s nachts minder wagens op de weg. De kans op aanrijding met wilde dieren verkleint daardoor aanzienlijk. De verkeersveiligheid neemt hierdoor toe. Hoe kan GS dan verklaren dat de nachtelijke zwijnenjacht vanwege verkeersveiligheidsredenen gesteund wordt?
Zie antwoord vraag 5.
Vraag 5) Is bij het college bekend of buitenlandse jagers met logeerakte ook een ontheffing krijgen? Zo ja, hoe verhouden deze internationale jachtpartijen zich tot het afraden van niet-essentiële reizen?
In tegenstelling tot de berichtgeving in De Limburger van 21 en 22 januari jl. ligt het niet in de bevoegdheid van de provincies om middels ontheffing een uitzondering van de avondklok te bewerkstelligen (met uitzondering van de werkgeversverklaring voor eigen personeel). Het maken van algemene uitzonderingen op de voorwaarden van de avondklok is een bevoegdheid van het Rijk waarbij de provincies advies geven via het Interprovinciaal Overleg (IPO) indien een uitzondering een bevoegdheid van de provincies raakt. Voor het beheer van wilde zwijnen hebben wij het IPO geadviseerd om af te wijken van de avondklok voor jagers.
In de beantwoording op de Tweede Kamervragen van het lid Wassenberg (PvdD) van 8 februari jl. inzake het bericht 'Ontheffing van avondklok voor jacht op zwijnen en vossen’ wordt door minister Schouten (minister LNV) mede namens minister Grapperhaus (minister Justitie en Veiligheid) een nadere toelichting gegeven voor deze uitzondering op de regeling avondklok. Het beheer van wilde zwijnen wordt als een noodzakelijke werkzaamheid beschouwd om de aantallen te reduceren en zodoende de kans van introductie van AVP zo klein mogelijk te maken. Ook het afhandelen van door aanrijding gewond geraakt wild (valwild) wordt door het Rijk gezien als een noodzakelijk werk. Met de uitzondering van het nachtelijk beheer van wilde zwijnen geeft het Rijk aan jagers de mogelijkheid om tussen 21.00 uur en 04.30 uur het beheer doorgang te laten vinden en valwild af te handelen, alle andere COVID-19 maatregelen blijven onverminderd van kracht. Ook tijdens het nachtelijk beheer zijn jagers gebonden aan alle overige COVID-19 richtlijnen vanuit het Rijk waarmee een verdere verspreiding van het COVID-19 virus wordt voorkomen.
Naast de overkoepelende opgave waarmee we met het beheer van wilde zwijnen te maken hebben in het kader van preventie AVP dient er ook rekening gehouden te worden met de wezenlijke schade die wilde zwijnen kunnen aanrichten aan wettelijk erkende belangen. Dit betreft onder meer schade aan gewassen, veehouderijen, bossen of andere natuurdoelen maar ook het verbeteren van de verkeersveiligheid door de kans op aanrijdingen te verkleinen. Het afschot van wilde zwijnen nabij wegen is niet zozeer gericht op het veiliger maken van de situatie op dat moment maar ziet juist op het verbeteren van de situatie op momenten dat er wel verkeer op de weg is. Door de populatie wilde zwijnen in de regio actief te verkleinen worden ook het aantal momenten dat een wild zwijn een weg oversteekt verkleint. Het verkleinen van een lokale populatie vergroot hiermee de veiligheid voor het verkeer.
Vraag 6) Gaat het college de Jagersvereniging op de hoogte stellen van wetenschappelijke publicaties die
aantonen dat de mens AVP verspreidt, en niet wilde zwijnen?
De Jagersvereniging is actief betrokken geweest bij de vorming van de Roadmap preventie introductie
Afrikaanse Varkenspest waarbij de problematiek rondom de preventie van AVP en mogelijke
verspreidingsroutes met alle betrokken partijen zijn gedeeld.
Op de website van de Jagersvereniging5 is ruimschoots informatie te vinden over AVP en mogelijke verspreidingsroutes met verwijzingen naar o.a. de website van The World Organisation for Animal Health (OIE), Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) en Wageningen Environmental Research (WENR). Naar onze inschatting is de Jagersvereniging al voldoende op de hoogte van mogelijke verspreidingsroutes voor AVP. Eventueel nieuwe wetenschappelijke publicaties omtrent dit onderwerp worden actief gedeeld binnen de FBE waar de Jagersvereniging vertegenwoordigd is.
Vraag 7) Ook voor afschot van vossen word een ontheffing na de avondklok afgegeven. Volgens de Jagersvereniging voorkomt dit dat vossen in de lente nesten van weide- en akkervogels leegroven. Natuurlijke vijanden, zoals de vos, hebben echter geen negatieve invloed op deze populaties6. De grootste oorzaak van achteruitgang van weidevogels is de schaalvergroting en intensivering van de landbouw7.
In navolging van vraag 6: gaat GS de Jagersvereniging op het hart drukken dat natuurlijke vijanden, zoals
de vos, geen negatieve invloed hebben op de populaties van weidevogels?
De huidige uitzondering op de avondklok voor jagers ziet nu enkel toe op het beheer van wilde zwijnen en de afhandeling van valwild tijdens de nachturen en niet op het afschot van de vos. Zoals eerder toegelicht is hiervoor geen ontheffing op de avondklok nodig van ons college.
Met betrekking tot het ontbreken van negatieve gevolgen door predatie op populaties weidevogels delen wij uw mening niet. Uit onderzoek8 is gebleken de achteruitgang van weide- en akkervogels is te wijten aan een verscheidenheid van factoren waar predatie door vossen er één van is. De laatste decennia is deze invloed toegenomen doordat er minder schuilplaatsen en voedsel beschikbaar zijn voor weidevogels als gevolg van landschapsfragmentatie en intensieve landbouw. De vogels kunnen zich minder goed verweren tegen predatoren, waardoor de predatiedruk is gestegen. In het natuurbeleid van de provincie Limburg wordt met maatregelen die zich richten op het verbeteren van het habitat van bedreigde diersoorten van akkers en weidegebieden getracht de populaties van deze soorten te ondersteunen. Het faunabeheer is daarbij een aanvullende maatregel in die situaties waar alleen habitatherstel onvoldoende effect heeft.
De Jagersvereniging is in onze optiek voldoende op de hoogte van de problematiek rondom het beschermen van weidevogels.
Vraag 8) Volgens de Jagersvereniging zijn vossen rondom pluimveebedrijven ongewenst; net als everzwijnen
rondom varkenshouderijen. Wordt de nachtelijke jacht inderdaad ingezet vanwege belangen van de
veehouderijen. Zo ja, wordt de jacht dan eventueel betaald uit de landbouwbudgetten, en is GS bereid
dat te doen? Zo nee, waarom niet?
De populatie wilde zwijnen buiten de leefgebieden vertoont een toenemende trend. Als gevolg van de populatiegroei en de toenemende verspreiding is er een toename van het aantal schadegevallen aan grasland en akkerbouwgewassen maar ook in het aantal aanrijdingen. Hiernaast dient er sinds september 2018 rekening te worden gehouden met een dreiging van AVP en daarmee verband houdend verhoogd risico op een uitbraak in de populatie wilde zwijnen.
Alhoewel de veehouderij een groot belang heeft bij de uitvoering van beheermaatregelen bij wilde zwijnen vinden deze niet enkel plaats in het belang van deze sector. Beheer van wilde zwijnen binnen de provincie Limburg is een vast onderdeel van het faunabeheer in onze provincie, waarbij meerdere belangen een rol spelen. Het budget voor de uitvoering van de Wet natuurbescherming is, conform de provinciale Natuurvisie 2016, beschikbaar voor de uitvoering van de wettelijke taken van de provincie uit de Wet natuurbescherming. Hierbij wordt ingezet op het uitvoeren van preventie en middelen om het faunabeheer goed uit te kunnen voeren. Jagers voeren het faunabeheer vrijwillig uit en worden hier niet voor betaald.
Vraag 9) Is het college het met de Partij voor de Dieren-fractie eens dat deze werkwijze ten koste gaat van de transparantie omtrent afschot van everzwijnen? Zo ja, wat gaat het college doen om te zorgen voor meer openheid? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 10.
Vraag 10) Door coronadrukte in natuurgebieden leven everzwijnen steeds dieper in bossen. Zwijnenjacht vindt daardoor plaats op natuurplekken waar zwijnen normaal niet komen. Dit gaat mogelijk gepaard met vernielingen in de natuur en verstoringen van andere wilde dieren.
Deelt het college deze vrees? Zo ja, wat gaat het college doen ter voorkoming van natuurschade? Zo
nee, waarom niet?
Zoals ook door minister Schouten beantwoord in de Tweede Kamervragen van lid Wassenberg op 8 februari j.l. vindt het beheer van wilde zwijnen net als in andere jaren hoofdzakelijk na zonsondergang en voor zonsopkomst plaats.
Hierin verandert niets in vergelijking met de situatie onder normale omstandigheden. Daarmee ook niet de transparantie omtrent het afschot van wilde zwijnen. Elk wild zwijn dat geschoten wordt of anderszins sterft (valwild) wordt door de uitvoerder of vinder geregistreerd in het Fauna Registratie Systeem of gemeld bij de FBE. De FBE verzameld als centraal punt al deze gegevens met daarbij ook monitoringsgegevens welke onder ander waarnemingen en schademeldingen betreffen. Jaarlijks dient de FBE aan ons college te rapporteren in welke mate handelingen zijn uitgevoerd op basis van de door ons verleende ontheffingen op basis van een goedgekeurd faunabeheerplan. Deze rapportageplicht is vastgelegd in de Wet natuurbescherming. Op 1 december 2020 is met u de jaarrapportage van 2019 gedeeld.
Daarnaast houdt de provincie toezicht op het afschot van wilde zwijnen, als daar aanleiding toe is ook gedurende de avondklok.
Het beheer van populaties wilde zwijnen in de nachtelijke uren leidt niet tot een buitensporige verstoring van het leefgebied. Hiernaast vindt afschot van wilde zwijnen in de nachtelijke uren plaats middels aanzit, vaak in combinatie met een hoogzit. Dit betreffen vaste locaties in het jachtveld. Van vernieling van natuur of een grotere verstoring van andere dieren als gevolg van veranderd gedrag van wilde zwijnen is dan ook geen sprake.
Gedeputeerde staten van Limburg
voorzitter
secretaris
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Plusquin Dreigende kap van monumentale bomen N271 Mook-Milsbeek
Lees verderSpoedvragen Plusquin Over Sluiten van de jacht vanwege extreme koude en sneeuwval
Lees verder