schriftelijke vragen over jaarrapportage Faunabeheereenheid Limburg
hoe zit dat met die draagkracht en hoe staat het met de bever?
Indiendatum: 30 okt. 2024
Vragen Jaarrapportage Faunabeheereenheid Limburg 2023
Geacht College,
Naar aanleiding van de Mededeling portefeuillehouder inzake Jaarrapportage 2023 - Faunabeheereenheid Limburg van 15-10-2024 heeft de Partij voor de Dieren de navolgende vragen:
Over het ree:
Het jaarlijkse afschot van het ree wordt berekend op basis van (onder andere) de draagkrachtberekening[1] die bepaalt hoeveel dieren er veilig en gezond in de Limburgse natuur kunnen leven. De draagkrachtberekening dateert van 2011 en bepaalt dat er in Limburg ruimte is voor 4.000 reeën.
- Is het College met ons eens dat een herziening van de draagkrachtberekening voor de populatie ree aan de orde is, nu deze al 13 jaar oud is?
Over de bever:
Er zijn in 2023 fors meer bevers gedood dan in voorgaande jaren (144 tegenover 81 en 107 in respectievelijk ’21 en ’22). Er is tegelijk fors meer schade geconstateerd (€ 41.168,-).
- 2. Is bij de 144 gedode bevers telkens de escalatieladder goed doorlopen? Is de verslaglegging daarover bij de FBE inzichtelijk? Zo ja, kan het College dit bewijsmateriaal aan PS doen toekomen?
- 3. Is er voor wat betreft de geconstateerde beverschade inzichtelijk welke preventieve maatregelen er zijn uitgevoerd op de getroffen percelen? Zo ja, kan het College een overzicht hiervan aan PS doen toekomen?
Over de wasbeer:
Wasberen worden sinds 2023 niet meer alleen gevangen, maar ook gedood. In 2023 zijn 26 wasberen gedood.
- 4. Kan het College ons informeren of het afschot helpt om de populatie van de wasbeer onder controle te houden?
- 5. Is er nadere informatie bij de FBE beschikbaar over mogelijk vangen en steriliseren van de wasbeer, om de omvang van de populatie onder controle te krijgen?
Over het wilde zwijn
Buiten de Meinweg wordt een zogenaamde nulstand voor de populatie van het wilde zwijn geambieerd, terwijl dit dier in Limburg steeds meer voorkomt. In 2023 zijn er buiten de Meinweg 1.291 wilde zwijnen door jagers gedood.
- 6. Is er nog steeds sprake van het zogenaamde schadegestuurd beheer? Of is het doel om zoveel mogelijk dieren te doden?
- 7. Hoe wordt daarbij in acht genomen dat (te) jonge dieren niet zonder ouders achterblijven?
Na ieder afschot wordt bloed en weefsel van het gedode dier gecontroleerd op onder andere de aanwezigheid van Afrikaanse Varkenspest volgens de voorwaarden van de landelijke monitoring besmettelijke veeziekten.
- 8. Hoe vaak is deze specifieke dierziekte aangetroffen bij de gedode wilde zwijnen in 2023? Welk percentage van het totaal aantal gedode dieren maakt dit uit?
- 9. Zijn er cijfers bekend over hoe vaak andere dierziektes zijn aangetroffen bij de gedode wilde zwijnen? Kan het College deze cijfers aan PS inzichtelijk maken?
Bij voorbaat dank voor beantwoording van deze vragen binnen de daarvoor geldende termijn,
Met vriendelijke groet,
Ina Boven
Partij voor de Dieren
[1] Faunabeheerplan 2020/2026, pagina 232, H. 7.16.3
Antwoord van Gedeputeerde Staten op schriftelijke vragen
Naar aanleiding van de Mededeling portefeuillehouder inzake Jaarrapportage 2023 - Faunabeheereenheid Limburg van 15-10-2024 heeft de Partij voor de Dieren de volgende vragen gesteld:
Over het ree:
Het jaarlijkse afschot van het ree wordt berekend op basis van (onder andere) de draagkrachtberekening die bepaalt hoeveel dieren er veilig en gezond in de Limburgse natuur kunnen leven. De draagkrachtberekening dateert van 2011 en bepaalt dat er in Limburg ruimte is voor 4.000 reeën.
Vraag 1.
Is het College met ons eens dat een herziening van de draagkrachtberekening voor de populatie ree aan de orde is, nu deze al 13 jaar oud is?
Antwoord.
De te borgen Reewildstand is bepaald aan de hand van de draagkrachtbepaling volgens de methode Van Haaften. Bij de berekening van de draagkracht wordt rekening gehouden met veranderingen aan het leefgebied zoals nieuwe natuurgebieden, bosschages en langdurig dekking gevende landbouwgewassen zoals korrelmaïs, rozenkwekerijen en plantages, maar ook verlies van geschikt leefgebied door stedelijke, industriële of recreatieve ontwikkeling. De afgelopen jaren is door de Faunabeheereenheid Limburg (verder: FBE) op basis van actuele ruimtelijke ontwikkelingen (meer of minder kwalificerend leefgebied voor Reewild) de draagkracht steeds herberekend. Op dit moment is er sprake van een actuele draagkrachtberekening over geheel Limburg. Limburglaan 10 6229 GA Maastricht Postbus 5700 6202 MA Maastricht +31 43 389 99 99 www.limburg.nl Hierin zijn actuele ruimtelijke ontwikkelingen meegenomen. Deze is per 1 oktober 2024 vastgesteld op 4220 dieren.
Over de bever:
Er zijn in 2023 fors meer bevers gedood dan in voorgaande jaren (144 tegenover 81 en 107 in respectievelijk ’21 en ’22). Er is tegelijk fors meer schade geconstateerd (€ 41.168,-).
Vraag 2.
Is bij de 144 gedode bevers telkens de escalatieladder goed doorlopen? Is de verslaglegging daarover bij de FBE inzichtelijk? Zo ja, kan het College dit bewijsmateriaal aan Provinciale Staten doen toekomen?
Antwoord.
Wanneer een partij wilt overgaan tot afschot van een bever, dient deze partij een onderbouwde aanvraag met een plan van aanpak in te leveren bij de FBE. Dit is nodig om in aanmerking te kunnen komen voor inzet van de vergunning bever. Hieruit moet onder andere blijken dat de escalatieladder is doorlopen. Op basis van deze informatie toetst de FBE of aan de voorwaarden van de vergunning wordt voldaan, waaronder de reeds getroffen maatregelen en/of de onderbouwing. Vervolgens wordt door de FBE gerapporteerd aan de Provincie Limburg over de wijze waarop de escalatieladder is doorlopen, alvorens de vergunning kan worden ingezet. De Provincie Limburg is bevoegd om op basis van het afschrift van het plan van aanpak een controle uit te voeren. De plannen van aanpak zijn op grond van de Wet open overheid in beginsel openbaar, behalve wat betreft eventuele tot personen te herleiden gegevens. Alle ingediende plannen van aanpak voor afschot van bevers zijn reeds door de Partij voor de Dieren opgevraagd in maart van dit jaar. Deze plannen van aanpak zijn voor de periode 1 januari 2022 tot en met 14 maart 2024 geanonimiseerd naar uw partij gestuurd op 8 april 2024. Het gevraagde bewijsmateriaal is dus reeds in uw bezit.
Vraag 3.
Is er voor wat betreft de geconstateerde beverschade inzichtelijk welke preventieve maatregelen er zijn uitgevoerd op de getroffen percelen? Zo ja, kan het College een overzicht hiervan aan Provinciale Staten doen toekomen?
Antwoord.
In 2023 zijn 44 gevallen van beverschade getaxeerd. In zes van deze gevallen was er sprake van een raster of schrikdraad (vijf keer bij fruitbomen, één keer bij korrelmais). Bij de overige gevallen zijn geen preventieve maatregelen genomen om specifiek schade door de bever te voorkomen of beperken. Het treffen van preventieve maatregelen is in Limburg enkel een voorwaarde om in aanmerking te komen voor tegemoetkoming faunaschade bij zogeheten kapitaalintensieve teelten, zoals fruitbomen. Dit is conform de Provinciale Beleidsregels Tegemoetkoming faunaschade 2024. Gewassen of teelten zijn kapitaalintensief wanneer zij kwetsbaar zijn en meerdere jaren op dezelfde plek staan en/of wanneer het eenjarige teelten zijn die per hectare hoge financiële opbrengst opleveren.
Over de wasbeer:
Wasberen worden sinds 2023 niet meer alleen gevangen, maar ook gedood. In 2023 zijn 26 wasberen gedood. 2 DOC-00717860
Vraag 4.
Kan het College ons informeren of het afschot helpt om de populatie van de wasbeer onder controle te houden?
Antwoord.
Gedeputeerde Staten heeft in oktober 2022 een opdracht/ontheffing nr. 2022-05 Wasbeer verleend voor het vangen en/of doden van een wasbeer ter bescherming van de wilde flora en fauna en de instandhouding van de natuurlijke habitats. Dit ter uitvoering van de Europese verordening 1143/2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten. Op basis van deze ontheffing mogen, wanneer er geen geschikte opvangmogelijkheid voor handen is (hetgeen het geval is), wasberen gevangen en/of geschoten worden. In 2023 zijn op basis van deze ontheffing 26 wasberen gevangen en gedood. Op grond van deze cijfers kan nog geen uitspraak worden gedaan over het effect van afschot, temeer daar in 2023 sprake was van een beperkte aanpak (met name afschot door jagers). Sinds februari 2024 is een professioneel vangteam in opdracht van de provincie aan de slag om de populatie in te dammen. Volgens de FBE wordt ongeveer 80% van de dieren uit de populatie genomen door deze gerichte afvangacties en 20% door aanvullend afschot door jagers en bever- en muskusratbestrijders van het Waterschap. Uit literatuur en praktijkervaring uit het buitenland blijkt dat een dergelijke gecombineerde strategie van verschillende beheermethodes noodzakelijk is om de wasbeerpopulatie onder controle te houden. Komende jaren zal moeten blijken of dit ook voor de Limburgse situatie tot controle over de populatieomvang leidt. Eind 2026 zal de balans opgemaakt worden van deze Limburgse gecombineerde aanpak van afschot door jagers en het afvangen en doden door professionele bestrijders. Deze inzichten zullen dan ook gedeeld worden met Provinciale Staten.
Vraag 5.
Is er nadere informatie bij de FBE beschikbaar over mogelijk vangen en steriliseren van de wasbeer, om de omvang van de populatie onder controle te krijgen?
Antwoord.
In opdracht van de provincie wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd naar beheermethoden en- strategieën in Limburg die kansrijk zijn voor de lange termijn en die een aanvulling kunnen vormen op de huidige bestrijding van wasberen door een professioneel vangteam en afschot door jagers. In het onderzoek wordt ook uitdrukkelijk gekeken naar de mogelijkheid van niet-dodelijke beheersmaatregelen zoals selectieve anticonceptie en immunocontraceptieve vaccins. De eindrapportage zal ter kennisgeving worden toegezonden aan Provinciale Staten, naar verwachting Q1 2025. De FBE geeft aan dat tijdens de recente Benelux-expertmeeting te Brussel ambtenaren van het Ministerie van LVVN en de Europese Commissie wederom hebben aangeven dat conform de EU Exotenverordening (verordening 1143/2014) het verboden is om gevangen invasieve exoten zoals de wasberen weer terug los te laten in de natuur. Vangen, steriliseren en vrijlaten is juridisch niet mogelijk. 3 DOC-00717860. Daarnaast bestaat de kans dat het niet zal lukken om alle dieren te vangen en steriliseren gezien de continue instroom van niet-steriele dieren uit het buitenland. In het bovengenoemde onderzoek wordt ook deze grensoverschrijdende component meegenomen.
Over het wilde zwijn:
Buiten de Meinweg wordt een zogenaamde nulstand voor de populatie van het wilde zwijn geambieerd, terwijl dit dier in Limburg steeds meer voorkomt. In 2023 zijn er buiten de Meinweg 1.291 wilde zwijnen door jagers gedood.
Vraag 6.
Is er nog steeds sprake van het zogenaamde schadegestuurd beheer? Of is het doel om zoveel mogelijk dieren te doden?
Antwoord.
Er is geen wettelijke basis voor het zogenaamde nulstandbeleid voor het wild zwijn. Het realiseren van een nulstandbeleid in Limburg is niet haalbaar. Limburg heeft een schade-gestuurde aanpak buiten de aangewezen leefgebieden Meinweg en Meerlebroek. Dat betekent dat de Provincie en stakeholders buiten de aangewezen leefgebieden de aanwezigheid van wilde zwijnen als een gegeven beschouwen. Er wordt ingezet op het verminderen van schade en het beheersbaar maken van de aanwezigheid van wilde zwijnen. Dit kan worden bereikt door goed faunabeheer en andere maatregelen. Daarbij geldt dat er geen verplichting is op instandhouding van een levensvatbare populatie in niet-aangewezen gebieden. De duurzame staat van instandhouding is immers al gewaarborgd in de aangewezen leefgebieden. Met het Ministerie van LNV zijn in 2018 afspraken gemaakt om vanuit het oogpunt van preventie voor een uitbraak van Afrikaanse Varkenspest de aantallen wilde zwijnen te reduceren. Een zo laag mogelijke stand van wilde zwijnen buiten de leefgebieden zorgt voor een zo laag mogelijk risico van een uitbraak van Afrikaanse Varkenspest bij wilde zwijnen, en mogelijk ook tot het doden van honderden tot duizenden gehouden varkens met daardoor grote economische schade.
Vraag 7.
Hoe wordt daarbij in acht genomen dat (te) jonge dieren niet zonder ouders achterblijven?
Antwoord.
Zeugen met zeer kleine wilde zwijnen (de zogeheten streepjesbiggen of pyjama biggen) worden niet geschoten door jagers. Tegen de tijd dat de jongen zonder moedermelk kunnen worden deze wél geschoten. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat juist het doden van jonge dieren het meest effectief is om op lange termijn de populatie te verlagen. De jagers dienen zich te houden aan de weidelijkheidsregels, de gedragscode voor de Nederlandse jagers. De Omgevingswet (Ow) wijst hier in verschillende artikelen naar. Deze regels staan voor een fatsoenlijke en respectvolle omgang met het landschap in het algemeen en in het wild levende dieren in het bijzonder en met mensen met wie de jager in contact komt. Ook bij beheer en schadebestrijding moeten deze regels in acht worden genomen. Deze zijn verweven in artikel 11.65 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Na ieder afschot wordt bloed en weefsel van het gedode dier gecontroleerd op onder andere de aanwezigheid van Afrikaanse Varkenspest volgens de voorwaarden van de landelijke monitoring besmettelijke veeziekten. 4 DOC-00717860
Vraag 8.
Hoe vaak is deze specifieke dierziekte aangetroffen bij de gedode wilde zwijnen in 2023? Welk percentage van het totaal aantal gedode dieren maakt dit uit?
Antwoord.
Gelukkig is er geen enkel besmet wild zwijn gevonden in 2023. In Limburg wordt ongeveer 10% (120 monsters) van de aangereden en geschoten wilde zwijnen bemonsterd en getest. De laatste uitbraak van Afrikaanse Varkenspest in Nederland was in 1986. In Nederland omringende landen zijn de laatste jaren echter meerdere uitbraken gerapporteerd (België, Duitsland, Italië, Polen etc.).
Vraag 9.
Zijn er cijfers bekend over hoe vaak andere dierziektes zijn aangetroffen bij de gedode wilde zwijnen? Kan het College deze cijfers aan Provinciale Staten inzichtelijk maken?
Antwoord.
Per kwartaal publiceert het onderzoeksinstituut Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) de resultaten van de testen op drie wettelijk meldingsplichtige besmettelijke dierziekten, te weten Afrikaanse Varkenspest, Klassieke Varkenspest en de Ziekte van Aujeszky. Tot op heden zijn in het bloed van de onderzochte wilde zwijnen gelukkig geen ziekten aangetoond. Op andere ziekten worden de bloedmonsters niet onderzocht, dus daaruit is niet af te leiden of en zo ja welke ziektes er bij wilde zwijnen voorkomen. Verder worden geschoten wilde zwijnen op Trichinella (rondworm) onderzocht om besmettingen bij mensen die het vlees eten te voorkomen. Dit Trichine-onderzoek is wettelijk vastgelegd. Een gekwalificeerd persoon keurt het gedode wilde zwijn en neemt een vleesmonster voor onderzoek. Trichinella kan bij mensen, bij het eten van onvoldoende verhit vlees, Trichinellose veroorzaken, een ernstige ziekte die tot de dood kan leiden.
Gedeputeerde Staten van Limburg
voorzitter
secretaris
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen over vergoedingen bij geleden faunaschade en subsidieverlening voor preventieve maatregelen
Lees verderFinanciële en juridische risico’s Maastricht Aachen Airport
Lees verder