Schrif­te­lijke vragen over Effect van bestrij­dings­mid­delen op natuur­ge­bieden


Indiendatum: 16 jun. 2020

Geacht college,

Middenin acht Drentse natuurgebieden is er landbouwgif gevonden. Een opeenstapeling van maar liefst 31 gifstoffen werd aangetroffen op kilometers afstand van landbouwpercelen. Aangezien agrarisch grondgebruik in Limburg minstens even intensief is als in Drenthe, zijn dergelijke zorgwekkende uitkomsten in Limburg evenzeer aannemelijk. Veel is er nog onbekend over het cumulatief effect, de stapeling van verschillende gifstoffen, en de gevolgen daarvan van voor de natuur. Ook is de vraag of hiermee rekening is gehouden in de beheerplannen voor Natura 2000-gebieden. Aanvullend aan de vragen van de GroenLinks-fractie heeft de PvdD-fractie daarom de volgende vragen:

Vraag 1) Als het college onderzoek laat verrichten naar de Limburgse situatie wat betreft de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in natuurbodems, is het dan ook bereid te kijken naar het gecumuleerde effect van de verschillende gifstoffen? En naar het effect van stapeling op de sterftecijfers onder insecten- en vogelpopulaties?

Vraag 2) Veel gifstoffen blijken persistent te zijn en lang in de bodem te kunnen blijven zitten. Als het college over gaat tot onderzoek wil het dan nagaan of gevonden gifstoffen recent zijn neergeslagen of al langer in de bodem zitten?

Vraag 3) In Beheerplannen voor Natura 2000-gebieden is een inventarisatie van bestaand gebruik in en rondom de gebieden verplicht. Is in de (ontwerp)beheerplannen voor de Limburgse gebieden het gebruik van landbouwgif in en rondom Natura 2000-gebieden geïnventariseerd? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4) Als een inventarisatie als bedoeld in vraag 3 heeft plaats gevonden, heeft die het college aanleiding gegeven om aan dat gebruik voorwaarden en beperkingen op te leggen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5) In mest van Drentse graasdieren, die in 17 verschillende natuurgebieden grazen, zijn 31 verschillende bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Ook in Limburg worden dieren ingezet om in natuurgebieden te grazen. Deze dieren worden vervolgens geslacht en het vlees verkocht. Aangezien de dieren grazen in natuurgebieden en hier ook gifstoffen zijn neergeslagen, is het de vraag of het wel verantwoord is om dierlijke producten afkomstig van deze dieren te consumeren. Is hieromtrent onderzoek bekend bij GS? Zo nee, wil het college dit betrekken bij een eventueel te verrichten onderzoek?

Vraag 6) Vee dat in natuurgebieden graast wordt behandeld met de gifstoffen Permetrin en Deltametrin. Dit wordt ingezet om het vee tegen overlast van vliegen te beschermen. Deze gifstoffen zijn echter ook zeer schadelijk voor andere insecten. Is GS het met de PvdD-fractie eens dat dit gebruik juist in natuurgebieden onwenselijk is? Zo ja, is het college bereid het gebruik van landbouwgifstoffen Permetrin en Deltametrin te verbieden bij graasdieren in natuurgebieden? Zo nee, waarom niet?

Graag beantwoording van deze vragen binnen de daarvoor geldende termijn.

Met vriendelijke groet,

Pascale Plusquin

Partij voor de Dieren

Indiendatum: 16 jun. 2020
Antwoorddatum: 8 jul. 2020

Vraag 1) Als het college onderzoek laat verrichten naar de Limburgse situatie wat betreft de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in natuurbodems, is het dan ook bereid te kijken naar het gecumuleerde effect van de verschillende gifstoffen? En naar het effect van stapeling op de sterftecijfers onder insecten- en vogelpopulaties?

Wij zijn zeker niet tegen extra onderzoek omdat nog veel onbekend is. Wel zijn wij van mening dat additioneel onderzoek landelijk moet gebeuren omdat het rijk het bevoegde gezag is wat betreft het toelating beleid van gewasbeschermingsmiddelen. Naar aanleiding van de Kamervragen van de heer Wassenberg (4 juni 2020) heeft de Minister het RIVM en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) om nadere informatie gevraagd. Ze komt hier later nog op terug.

Vraag 2) Veel gifstoffen blijken persistent te zijn en lang in de bodem te kunnen blijven zitten. Als het college over gaat tot onderzoek wil het dan nagaan of gevonden gifstoffen recent zijn neergeslagen of al langer in de bodem zitten?

Zie antwoord op vraag 1.

Vraag 3) In Beheerplannen voor Natura 2000-gebieden is een inventarisatie van bestaand gebruik in en rondom de gebieden verplicht. Is in de (ontwerp)beheerplannen voor de Limburgse gebieden het gebruik van landbouwgif in en rondom Natura 2000-gebieden geïnventariseerd? Zo nee, waarom niet?

Ja, in de Natura 2000-beheerplannen is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen beoordeeld als vorm van het huidig gebruik. Het daadwerkelijke gebruik ter plekke is niet geïnventariseerd, maar er is in algemene zin gekeken naar het voorkomen van mogelijke schadelijk effecten aan habitattypen en leefgebieden van soorten binnen de Natura 2000-gebieden.

Vraag 4) Als een inventarisatie als bedoeld in vraag 3 heeft plaats gevonden, heeft die het college aanleiding gegeven om aan dat gebruik voorwaarden en beperkingen op te leggen? Zo nee, waarom niet?

Ja, vanuit het voorzorgsprincipe is rekening gehouden met een spuitvrije zone voor landbouwpercelen grenzend aan habitattypen.

Vraag 5) In mest van Drentse graasdieren, die in 17 verschillende natuurgebieden grazen, zijn 31 verschillende bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Ook in Limburg worden dieren ingezet om in natuurgebieden te grazen. Deze dieren worden vervolgens geslacht en het vlees verkocht. Aangezien de dieren grazen in natuurgebieden en hier ook gifstoffen zijn neergeslagen, is het de vraag of het wel verantwoord is om dierlijke producten afkomstig van deze dieren te consumeren. Is hieromtrent onderzoek bekend bij GS? Zo nee, wil het college dit betrekken bij een eventueel te verrichten onderzoek?

Zie antwoord op vraag 1.

Vraag 6) Zo ja, is uw college het met ons eens dat wij dan als Provincie onze wettelijke zorgplicht die uit de voornoemde wetgeving voortvloeit, niet afdoende naleven?

Nee, de regels met betrekking tot de toelating en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen worden vastgesteld door het Ministerie van LNV en worden in Europees verband afgestemd. Wij hebben daar geen invloed op. Wel wordt nu al via de landelijke kaders voor subsidieverlening natuurbeheer geadviseerd terughoudend om te gaan met het gebruik ontwormingsmiddelen. Aanvullend hierop wil het college in overleg met natuurbeheerders kijken wat mogelijk is om het gebruik van deze middelen in natuurgebieden terug te dringen.

Vraag 7) Vee dat in natuurgebieden graast wordt behandeld met de gifstoffen Permetrin en Deltametrin. Dit wordt ingezet om het vee tegen overlast van vliegen te beschermen. Deze gifstoffen zijn echter ook zeer schadelijk voor andere insecten. Is GS het met de PvdD-fractie eens dat dit gebruik juist in natuurgebieden onwenselijk is? Zo ja, is het college bereid het gebruik van landbouwgifstoffen Permetrin en Deltametrin te verbieden bij graasdieren in natuurgebieden? Zo nee, waarom niet?

Zie antwoord op vraag 6.

Gedeputeerde Staten van Limburg

voorzitter

secretaris