Schriftelijke vragen Ina Boven over de voortgangsrapportage over VDL Nedcar
Zodat de afgesproken natuurcompensatie niet via de achterdeur verdwijnt!
Indiendatum: 27 sep. 2024
Vragen over de Voortgangsrapportage over VDL Nedcar
Geacht College,
In de mededeling portefeuillehouder ‘Voortgangsrapportages “Uitbreiding VDL Nedcar” van 24 september 2024[1] kondigt gedeputeerde Satijn aan Provinciale staten aan dat nieuwe grote opdrachtgevers voor VDL Nedcar in de komende periode niet verwacht worden, dat een aanpassing van de infrastructuur rondom VDL Nedcar daarom niet meer aan de orde is, en dat er wordt gesproken over een beëindiging van de Anterieure Overeenkomst tussen Provincie en VDL Nedcar. Voorts laat de gedeputeerde Provinciale staten weten dat in dat licht de inhoud van de halfjaarlijkse voortgangsrapportage niet zal wijzigen.
1: Mogen Provinciale Staten nog steeds op de geplande datum een rapportage over VDL Nedcar tegemoet zien, nu de ontwikkelingen bij en rondom VDL Nedcar op verschillende onderdelen een Provinciale aangelegenheid zijn en blijven?
In de halfjaarlijkse voortgangsrapportage VDL Nedcar is bij het onderwerp “Voortgang deelproject Afronden en monitoren provinciaal inpassingsplan, onderdeel C” structureel aan de orde de uitvoering van de wettelijke en bovenwettelijke natuurcompensatie. Deze stond in de laatste voortgangsrapportage op oranje, en de rapportage daaraan voorafgaand op rood.
2: Zijn de overleggen met de beide gemeentes en de afsprakenkaders inzake natuurcompensatie inmiddels helder en geaccordeerd? Zo nee, waarom niet?
3: Zijn aanvullende afspraken met Rijkswaterstaat, de Provincie en de verschillende Natuurbeheerorganisaties voldoende verankerd? Zo nee, waarom niet?
4: Op welke wijze en wanneer zal hierover aan Provinciale Staten gerapporteerd worden, nu de voortgangsrapportage VDL Nedcar in het geding is?
5: Zijn de leefbaarheidsfondsen inmiddels ingesteld? Zo nee, waarom niet?
Het Sterrebos verdween voor niets.
6: Hoe kijkt het College van Gedeputeerde Staten terug op het gegeven dat inmiddels mag worden geconcludeerd dat er onvervangbare natuur voor niets is opgeofferd?
7: Is het College het met de Partij voor de Dieren eens dat het onzekere (mogelijk economisch gewin) voor het zekere (een zeer waardevolle habitat voor vele soorten en dieren) is genomen?
8: Hoe gaat het College dit in de toekomst voorkomen, is een structurele oplossing vorm te geven? Bijvoorbeeld door het in vergelijkbare situaties inwinnen van een second opinion?
Bij voorbaat dank voor beantwoording van deze vragen binnen de daarvoor geldende termijn,
Met vriendelijke groet,
Ina Boven
Partij voor de Dieren
[1] Mededeling portefeuillehouder inzake Voortgangsrapportages Uitbreiding VDL Nedcar, brief gedeputeerde Satijn van 24-9-2024 (GS DOC-00696083).pdf
Indiendatum:
27 sep. 2024
Antwoorddatum: 29 okt. 2024
Antwoord van Gedeputeerde Staten op schriftelijke vragen
29 oktober 2024
Vraag 1.
Mogen Provinciale Staten nog steeds op de geplande datum een rapportage over VDL Nedcar tegemoet zien, nu de ontwikkelingen bij en rondom VDL Nedcar op verschillende onderdelen een Provinciale aangelegenheid zijn en blijven?
Antwoord.
Nee, op dit moment niet. Zoals wij in de mededeling portefeuillehouder van 24 september jl. (GS DOC-00696083) reeds hebben aangegeven valt niet te verwachten dat zich binnen het Groot Project ‘Gebiedsontwikkeling uitbreiding VDL Nedcar’ de komende tijd ontwikkelingen voordoen. Tegen die achtergrond zal ook de inhoud van de halfjaarlijkse voortgangsrapportage in het kader van de Regeling Grote Projecten niet wijzigen. Om die reden hebben wij aangegeven het niet zinvol te achten om de huidige cyclus van rapporteren over de voortgang van het project op dit moment te handhaven.
Vraag 2.
Zijn de overleggen met de beide gemeentes en afsprakenkaders inzake natuurcompensatie inmiddels helder en geaccordeerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord.
Nadat medio 2022 op ambtelijk niveau met beide gemeenten overeenstemming was bereikt en ons college beide afsprakenkaders had geaccordeerd, bleek dat de toen net aangetreden colleges van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren en Sittard-Geleen zich op onderdelen niet konden vinden in het afsprakenkader voor hun gemeente. Het afsprakenkader met de gemeente Echt-Susteren is op onderdelen aangepast en inmiddels door het college van burgemeester en wethouders van die gemeente en ons college vastgesteld. Met de gemeente Sittard-Geleen zijn wij nog in overleg om tot een afronding van het afsprakenkader te komen.
Vraag 3.
Zijn aanvullende afspraken met Rijkswaterstaat, de Provincie en de verschillende Natuurbeheerorganisaties voldoende verankerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord.
Ja, de afspraken over (boven)wettelijke natuurcompensatie zijn voldoende verankerd.
Vraag 4.
Op welke wijze en wanneer zal hierover aan Provinciale Staten gerapporteerd worden, nu de voortgangsrapportage VDL Nedcar in het geding is?
Antwoord.
Wij zullen uw Staten gericht informeren over de realisatie van de natuurcompensatie middels een mededeling portefeuillehouder zodra er sprake is van relevante ontwikkelingen waarover u normaal gesproken via de Voortgangsrapportage geïnformeerd zou worden.
Vraag 5.
Zijn de leefbaarheidsfondsen inmiddels ingesteld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord.
De leefbaarheidsfondsen kunnen pas worden ingesteld nadat de afsprakenkaders met de gemeenten zijn overeengekomen. De gemeente Echt-Susteren heeft deze inmiddels geaccordeerd. Zoals aangegeven in ons antwoord op vraag 2, zijn wij met de gemeente Sittard-Geleen nog in overleg om tot een afronding van het afsprakenkader te komen. Hierdoor is op dit moment alleen het leefbaarheidsfonds Echt Susteren ingesteld.
Vraag 6.
Hoe kijkt het College van Gedeputeerde Staten terug op het gegeven dat inmiddels mag worden geconcludeerd dat er onvervangbare natuur voor niets is opgeofferd?
Antwoord.
Wij achten het te voorbarig om nu al de conclusie te trekken dat de natuur in de omgeving van VDL Nedcar voor niets is opgeofferd. Of daar uiteindelijke sprake van zal zijn is sterk afhankelijk van de invulling die het bedrijfsterrein en de aldaar aanwezige opstallen gaan krijgen. Samen met het bedrijf zetten wij in op het terugbrengen van substantiële maakindustrie op de site van VDL Nedcar in Born.
Vraag 7.
Is het College het met de Partij voor de Dieren eens dat het onzekere (mogelijk economisch gewin) voor het zekere (een zeer waardevolle habitat voor vele soorten en dieren) is genomen?
Antwoord.
Destijds is er in het kader van de behandeling van het PIP ‘Gebiedsontwikkeling VDL Nedcar’ door Provinciale Staten nadrukkelijk en weloverwogen voor gekozen om de kansen voor het bedrijf op het binnenhalen van een of meer nieuwe grote opdrachtgevers te vergroten door vooruitlopend op de zekerheid van harde contracten zorg te dragen voor een stevige propositie; onder andere door zekerheid te bieden op het vlak van aanpassing infrastructuur en beschikbaarheid terreinen om de uitbreiding van het bedrijf te kunnen realiseren.
Vraag 8.
Hoe gaat het College dit in de toekomst voorkomen, is een structurele oplossing vorm te geven? Bijvoorbeeld door het in vergelijkbare situaties inwinnen van een second opinion?
Antwoord.
Ook in toekomst zullen wij in vergelijkbare gevallen de belangen die spelen gedegen afwegen.
Gedeputeerde staten van Limburg
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Structurele wateroverlast in Bunderbos
Lees verderVragen over vergoedingen bij geleden faunaschade en subsidieverlening voor preventieve maatregelen
Lees verder