Schriftelijke spoedvragen Loomans over Nieuwe vergunningsaanvraag biomassacentrale Lixhe en Uitvoering toezegging 8737 (inzet middelen voor kringlooplandbouw)
Indiendatum: 5 okt. 2021
Geacht college,
Ongeveer een jaar geleden was het Waals gewest van plan om een vergunning te verlenen voor de bouw van een biomassacentrale te Lixhe, bij Visé. Mede door protest van verschillende Limburgse gemeenten en de provincie werd deze vergunning ingetrokken.[1] Nu ligt er een nieuwe vergunningsaanvraag voor bij het Waals gewest.[2] Ook deze aanvraag stuit aan deze kant van de grens op veel verzet. Aangezien Dagblad De Limburger aangeeft dat de termijn voor het indienen van bezwaren op woensdag 6 oktober sluit dienen wij deze spoedvragen in.
Wij hebben de volgende vragen.
- 1) Waals minister Borsus vindt dat de provincie Limburg bij plannen met grensoverschrijdende effecten ingelicht moet worden.[3] Het college sprak in maart jl. de hoop uit dat het tijdig geïnformeerd zou worden.[4] Is het college deze keer op de hoogte gebracht door de Waalse autoriteiten over de voorgenomen bouw van een biomassacentrale te Lixhe? Zo ja, wanneer en op welke manier? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor het college?
- 2) Daarnaast zou de ambtelijke taskforce van de provincie zelf actief de ‘vinger aan de pols houden’.[5] Dit conform de strekking van de aangenomen motie 2624. Wanneer, hoe vaak en op welke manier heeft het college zelf actief contacten gelegd met de Waalse autoriteiten betreffende de hernieuwde aanvraag om de biomassacentrale te Lixhe te bouwen?
- 3) Volgens de gemeente Riemst zou de hernieuwde aanvraag pas medio december ingediend worden bij het Waals gewest.[6] Toch werd de hernieuwde aanvraag al in augustus ingediend. Weet het college waarom de aanvraag veel eerder is ingediend dan eerder gesteld? Vindt het college dat het voldoende juist is ingelicht door de Waalse autoriteiten? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor het college?
- 4) Medio augustus is de terinzagelegging voor de hernieuwde aanvraag gestart.[7] Het college stelde eerder dat het tijdig zal reageren richting Waalse autoriteiten als dat nodig mocht blijken. De gemeente Maastricht stelt een nieuwe zienswijze in voorbereiding te hebben. Deze indieningstermijn loopt nog tot woensdag. Heeft het college deze keer zienswijze ingediend tegen de komst van de biomassacentrale? Zo ja, waarom en wanneer? Zo nee, waarom niet, hoe verhoudt dit zich tot het voornemen om tijdig te reageren en gaat het college alsnog zienswijze indienen?
- 5) Indien bovenstaande vraag negatief wordt beantwoord; in de aangenomen motie 2624 werd het college verzocht om zich met ‘juridische, diplomatieke en andere middelen’ te participeren in het vergunningsproces voor de bouw van een biomassacentrale te Lixhe. Zienswijze indienen tegen de vergunningsaanvraag is zo een juridisch middel. Is het college het met de Partij voor de Dieren-fractie eens dat zienswijze indienen onder juridische middelen aanwenden valt? Zo ja, waarom en hoe verhoudt het niet indienen van zienswijze zich tot de uitvoeringsplicht van het college van een aangenomen motie? Zo nee, waarom niet?
Naast deze vragen heeft de Partij voor de Dieren-fractie een vraag over de uitvoering van toezegging 8737. In het Informerend stuk Rollende Uitvoeringsagenda Landbouw 2022 (21 sept. 2021, GS Doc-00171433) is, anders dan is toegezegd in de (vergelijkbare) Mededeling portefeuillehouder van 29 sept. 2020 geen rapportage opgenomen over de uitvoering van toezegging 8737.
- Deze toezegging houdt in dat minimaal de helft van de door het beleidskader “Koers naar de Toekomst” geïnitieerde investering “op het boerenerf” van € 35 mln. wordt ingezet om kringlooplandbouw en dierenwelzijn te stimuleren. Kan het college, zoals eerder gedaan en voor de komende jaren toegezegd in GS 2020/39301, aan provinciale staten een geactualiseerde rapportage doen toekomen over Toezegging 8737?
Gelet op de spoedeisendheid van de bezwaartermijn verzoekt de Partij voor de Dieren-fractie uw college deze vragen zo snel mogelijk te beantwoorden.
Hoogachtend,
Peter Loomans
Partij voor de Dieren
[1] Motieoverzicht Statencommissie MD 12 maart 2021, p. 16.
[2] https://www.limburger.nl/cnt/dmf20211004_96097681.
[3] Motieoverzicht Statencommissie MD 12 maart 2021, p. 17.
[4] Ibidem.
[5] Motieoverzicht Statencommissie MD 12 maart 2021, p. 18.
[6] Ibidem.
[7] https://ris2.ibabs.eu/Reports/ViewListEntry/Limburg/708c7e30-469d-4c8f-bfa4-a2bb86294fb6.
Indiendatum:
5 okt. 2021
Antwoorddatum: 3 nov. 2021
Vraag 1) Waals minister Borsus vindt dat de provincie Limburg bij plannen met
grensoverschrijdende effecten ingelicht moet worden. Het college sprak in maart jl.
de hoop uit dat het tijdig geïnformeerd zou worden. Is het college deze keer op de
hoogte gebracht door de Waalse autoriteiten over de voorgenomen bouw van een
biomassacentrale te Lixhe? Zo ja, wanneer en op welke manier? Zo nee, waarom niet
en wat is daarvan het gevolg voor het college?
Ondanks schriftelijke verzoeken daartoe (brief d.d. 22 september 2020 aan de ministers Borsus en Tellier
en brief d.d. 01 februari 2021 gericht aan de provincie Luik en de gemeente Visé) is de provincie
Nederlands-Limburg niet aangemerkt als belanghebbende partij in het kader van het openbaar onderzoek
betreffende de vergunningsaanvraag voor de biomassacentrale in Lixhe. De benodigde informatie is wel
tijdig ontvangen via de ambtelijke werkgroep. Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de
gemeenten Maastricht, Eijsden-Margraten, Riemst en Voeren, het Departement Vlaanderen, de RUD
Zuid-Limburg en de provincies Belgisch- en Nederlands-Limburg.
In de ingediende zienswijze d.d. 04 oktober 2021 is nogmaals nadrukkelijk aangegeven richting Waalse autoriteiten dat de provincie Limburg als belanghebbende partij aangemerkt dient te worden in de nog te doorlopen procedure en dat wij tijdig geïnformeerd dienen te worden over de vergunningsaanvraag en het vervolgtraject.
Vraag 2) Daarnaast zou de ambtelijke taskforce van de provincie zelf actief de ‘vinger aan de
pols houden’. Dit conform de strekking van de aangenomen motie 2624. Wanneer,
hoe vaak en op welke manier heeft het college zelf actief contacten gelegd met de
Waalse autoriteiten betreffende de hernieuwde aanvraag om de biomassacentrale te
Lixhe te bouwen?
De contacten met de Waalse autoriteiten zijn verlopen via de ambtelijke werkgroep. Dit gebeurde op regelmatige basis in de periode vóór en tijdens de procedure van de vergunningsaanvraag c.q. het openbaar onderzoek.
Vraag 3) Volgens de gemeente Riemst zou de hernieuwde aanvraag pas medio december
ingediend worden bij het Waals gewest. Toch werd de hernieuwde aanvraag al in
augustus ingediend. Weet het college waarom de aanvraag veel eerder is ingediend
dan eerder gesteld? Vindt het college dat het voldoende juist is ingelicht door de
Waalse autoriteiten? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het
gevolg voor het college?
Het is niet duidelijk waarop de gemeente Riemst haar informatie heeft gebaseerd. Van indiening medio december is naar onze mening nooit sprake geweest. Voor de beantwoording van de overige vragen wordt verwezen naar de beantwoording onder 1.
Vraag 4) Medio augustus is de terinzagelegging voor de hernieuwde aanvraag gestart. Het
college stelde eerder dat het tijdig zal reageren richting Waalse autoriteiten als dat
nodig mocht blijken. De gemeente Maastricht stelt een nieuwe zienswijze in
voorbereiding te hebben. Deze indieningstermijn loopt nog tot woensdag. Heeft het
college deze keer zienswijze ingediend tegen de komst van de biomassacentrale? Zo
ja, waarom en wanneer? Zo nee, waarom niet, hoe verhoudt dit zich tot het voornemen
om tijdig te reageren en gaat het college alsnog zienswijze indienen?
Het college heeft op 4 oktober 2021 een uitgebreide schriftelijke zienswijze op de vergunningsaanvraag verzonden aan de Waalse autoriteiten. Daarnaast is de zienswijze ook in digitale vorm toegezonden.
Gemeente Visé heeft als reactie daarop aangegeven dat de zienswijze zal worden betrokken bij het
openbaar onderzoek.
In de zienswijze wordt onder andere ingegaan op de resultaten en effecten van de uitgevoerde
onderzoeken, vragen over de onderzoeksresultaten en het ontbreken van gegevens. De betreffende
zienswijze is in overleg met onder andere de gemeenten Maastricht en Eijsden-Margraten opgesteld.
Vraag 5) Indien bovenstaande vraag negatief wordt beantwoord; in de aangenomen motie 2624
werd het college verzocht om zich met ‘juridische, diplomatieke en andere middelen’
te participeren in het vergunningsproces voor de bouw van een biomassacentrale te
Lixhe. Zienswijze indienen tegen de vergunningsaanvraag is zo een juridisch middel.
Is het college het met de Partij voor de Dieren-fractie eens dat zienswijze indienen
onder juridische middelen aanwenden valt? Zo ja, waarom en hoe verhoudt het niet
indienen van zienswijze zich tot de uitvoeringsplicht van het college van een
aangenomen motie? Zo nee, waarom niet?
Niet van toepassing. Zie beantwoording onder 4.
Vraag 6) Naast deze vragen heeft de Partij voor de Dieren-fractie een vraag over de uitvoering van toezegging 8737. In het Informerend stuk Rollende Uitvoeringsagenda Landbouw 2022 (21 sept. 2021, GS Doc-00171433) is, anders dan is toegezegd in de (vergelijkbare) Mededeling portefeuillehouder van 29 sept. 2020 geen rapportage opgenomen over de uitvoering van toezegging 8737.
Deze toezegging houdt in dat minimaal de helft van de door het beleidskader “Koers
naar de Toekomst” geïnitieerde investering “op het boerenerf” van € 35 mln. wordt
ingezet om kringlooplandbouw en dierenwelzijn te stimuleren. Kan het college, zoals
eerder gedaan en voor de komende jaren toegezegd in GS 2020/39301, aan provinciale
staten een geactualiseerde rapportage doen toekomen over Toezegging 8737?
In Mededeling Portefeuillehouder 2020/22047 is aangegeven dat de financiële impuls van ‘Koers naar de Toekomst’ naar verwachting een totale investering van € 35 miljoen aan publieke middelen ‘op het boerenerf’ initieert. In de Rollende Uitvoeringsagenda Landbouw 2022 leest u dat deze verwachting het komend jaar ruim overtroffen wordt (toezegging 8899). Bij de behandeling van het beleidskader ‘Koers naar de Toekomst’ is aan Provinciale Staten toegezegd dat minimaal de helft van die geïnitieerde € 35 miljoen wordt ingezet om kringlooplandbouw en dierenwelzijn te stimuleren.
Deze toezegging is in de eerste Rollende Uitvoeringsagenda (2020/39301) uitgevoerd en gedurende de volledige collegeperiode (tot en met 2023) is er aandacht voor kringlooplandbouw en dierenwelzijn. Zo is u bijvoorbeeld recent het actieplan Natuurinclusieve Landbouw aangeboden waar kringlooplandbouw in opgenomen is. Het grootste gedeelte aan middelen die op dit moment landen op het boerenerf zijn gelieerd aan kringlooplandbouw. Derhalve verschilt het weergegeven schema uit de Rollende Uitvoeringsagenda 2022 niet zoveel met een schema dat opgesteld zou zijn voor motie 8737. De transitie naar kringlooplandbouw gaat de hele landbouwsector aan en is in vrijwel alle initiatieven en acties die wij ondernemen een belangrijk thema.
Gedeputeerde staten van Limburg
voorzitter
secretaris
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Loomans Betreffende de MKBA voor Maastricht Aachen Airport en de alternatieve gebiedsontwikkeling
Lees verderSchriftelijke vragen Plusquin over Maatschappelijke gevolgen voor Limburg door nationaal en grensoverschrijdend coronabeleid
Lees verder