Bescherming waterwin- en grond­wa­ter­be­scher­mings­ge­bieden

Indiendatum: 29 mei 2024

Schriftelijke vragen over Bescherming waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden

Geacht College,

Blijkens onderzoek van Natuur en Milieu, aangehaald in PS DOC-00659476[1], leeft Nederland Europese verplichtingen niet na wat betreft bescherming van drinkwater- en natuurgebieden tegen schadelijke stoffen, waaronder insecticiden. Gedeeltelijk gaat het hier om bevoegdheden van nationale autoriteiten. Maar tot de bevoegdheden van provincies behoort de aanwijzing van waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden, en het stellen van beperkingen aan activiteiten in en rondom Natura 2000 gebieden. Volgens genoemd onderzoek schieten de Limburgse regels ter zake tekort om de EU-verplichtingen na te leven. De fractie van de Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:

• Artikel 11 lid 2 sub c van de Europese Richtlijn duurzaam gebruik pesticiden (2009/128/EG) vereist de aanwijzing van beschermingszones voor oppervlaktewater en grondwater dat wordt gebruikt voor de onttrekking van drinkwater, waarbinnen geen pesticiden mogen worden toegepast of opgeslagen. Op welke manier is dit artikel in de Omgevingsverordening Limburg geïmplementeerd?
• Art. 4.30 en 4.31 van de Omgevingsverordening Limburg verbieden alleen stoffen die mutageen, kankerverwekkend, giftig zijn voor de voortplanting of een specifiek aangewezen stof (zoals een kwik- of arseenverbinding) bevatten in een concentratie van meer dan 0,1% (Onderdeel A van Bijlage 3 bij de Verordening). Lang niet alle bestrijdingsmiddelen behoren daartoe. Welke actuele wetenschappelijke kennis onderbouwt deze beperking? Worden daarmee de EU-Richtlijn bovengenoemd, die in ruimere zin refereert aan “pesticiden” wel nageleefd?
• Hoe gaat het College van GS zogen dat bovengenoemde EU-verplichtingen worden nageleefd? Zal daartoe een voorstel voor wijziging van de Omgevingsverordening Limburg worden voorgelegd aan Provinciale staten?
• Artikel 12 van de Richtlijn duurzaam gebruik van pesticiden schrijft voor dat het gebruik van pesticiden in bepaalde specifieke gebieden wordt geminimaliseerd of verboden. Bedoelde specifieke gebieden zijn gebieden aangewezen in Richtlijn 2000/60/EG (de Kaderrichtlijn Water). Daarbij moet in eerste instantie het gebruik van pesticiden met een laag risico, zoals omschreven in Verordening EG nr. 1107/2009, en biologische bestrijdingsmiddelen, worden overwogen Op welke manier is dit artikel in de Omgevingsverordening Limburg geïmplementeerd?
• In Waterwingebieden en Grondwaterbeschermingsgebieden laat art. 4.32 van de Omgevingsverordening Limburg gebruik toe van een reeks stoffen tot een bepaalde drempelwaarde (maximaal 500 kg. 0,5 m₃ of, zie onderdeel B van Bijlage 3), onder meer glyfosaat. Welke actuele wetenschappelijke kennis onderbouwt dit toegelaten gebruik?
• Onderdeel C van Bijlage 3 laat voor nog andere gevaarlijke stoffen aanwezigheid via opslag toe, tot een max. hoeveelheid van 5000 kg. of 5 m₃ vloeistof (met ook nog een uitzonderingsmogelijkheid), hetgeen volgens het onderzoek van Natuur en Milieu niet of nauwelijks een feitelijke beperking inhoudt van het gebruik. Welke actuele wetenschappelijke kennis onderbouwt dit toegelaten gebruik?
• Is GS van oordeel dat met artikel 4.32 bovengenoemde verplichting van artikel 12 Richtlijn duurzaam gebruik van pesticiden volledig wordt nageleefd? Zo niet, of slechts gedeeltelijk, gaat GS daartoe een wijziging van de Omgevingsverordening Limburg aan Provinciale staten voorleggen?
• Als een Europese Richtlijn niet of slechts gedeeltelijk wordt nageleefd, kan dat als gevolg hebben dat aan het verantwoordelijk Nederlands bevoegd gezag een boete wordt opgelegd?

Graag beantwoording van deze vragen binnen de daarvoor geldende termijn,

Met vriendelijke groet

Ina Boven

Partij voor de Dieren

[1] https://limburg.bestuurlijkeinformatie.nl/Reports/Item/d792fbf8-42cf-4e56-b23a-0b9885af4a36