Inbreng Sonde­rende nota fauna­be­heerplan


20 november 2020

Voorzitter,

Om te beginnen dank voor de informatie sessie van eergisteren, belangrijk dat die kennis over een complex en belangrijk onderdeel van het provinciale beleid gedeeld is.

Belangrijk ook om nog een keer duidelijk te maken wat de bedoeling van de motie Democratische controle was, die is aangenomen, en waardoor we nu dit agendapunt hebben. En duidelijk te maken dat Provinciale Staten hier wel degelijk wat over te zeggen heeft. Tijdens de informatiesessie werd hierover een vraag gesteld. En inderdaad had, achteraf gezien, de titel van de motie beter gekund, nl. democratische controle fauna beleid.

Want inderdaad is het formeel zo dat de Staten over het Faunabeheerplan zelf niets te zeggen heeft, want dat is de verantwoordelijkheid van de Faunabeheereenheid. Vanuit een wettelijke opdracht. Maar ook, heeft GS de wettelijke opdracht om het plan goed te keuren, en daarmee, en daar gaat het hier om, tot grondslag te maken van het eigen faunabeleid. En vanuit onze algemene controlefunctie van GS hebben wij als Staten daar dan wel degelijk wat over te zeggen.

Het gaat dus, formeel gezien, vandaag om het goedkeurings-besluit van GS, waarover wij wensen en bedenkingen kunnen formuleren. Want het kan ook een weigering tot goedkeuring zijn, of een gedeeltelijke goedkeuring, of een goedkeuring onder voorwaarden.

Waarom dan de motie Democratische controle? Zonder de motie, was dit goedkeuringsbesluit de juridische molen in gegaan, met een bezwaar en beroepsprocedure, en hadden we er als Staten nooit iets van terug gezien. Nu kunnen we als Staten op dat besluit nog invloed uitoefenen.

Inderdaad is dat een indirecte weg. We praten over een goedkeuringsbesluit van een 691 pagina’s tellend document, in plaats van over een beleidsnota van GS zelf. Waarin op een controleerbare manier de hoofdlijnen van het beleid worden neergezet, en niet zoals in een FBP verbrokkeld per soort. Een Nota Faunabeleid, zoals andere provincies dat wel doen (o.a. N-Brabant en Gelderland) - en het was dan ook beter geweest als GS zo’n Nota had gepresenteerd. Nu voeren we een discussie over de band van het goedkeuringsbesluit, niet ideaal vanuit een oogpunt van democratische controle, maar het is een eerste stap en ik zou GS willen vragen om in de toekomst ook die tweede stap te willen zetten, namelijk het maken van een eigen beleidsnota en die aan de Staten voor te leggen.

En zoals GS dat wel doet over het exotenbeleid, te behandelen in de eerste RLN van volgend jaar. Wat nu dan wel in de knoop raakt met dit goedkeuringsbesluit … wat dus niet kan – ik kom daarop nog terug. Ook het beleid m.b.t. verwilderde dieren zit ten onrechte in dit goedkeuringsbesluit, ook daar kom ik op terug.

Terug naar de inhoud, te beginnen met de hobbyjacht, op de 5 wildsoorten. De jager heeft volgens de wet de plicht om te zorgen voor een redelijke wildstand. Maar wat is de praktijk? We zien voor de soorten haas en konijn een zeer duidelijke achteruitgang, voor het konijn juist in de afgelopen 5 jaar. Niet voor niets zijn deze soorten door de minister kort geleden op de rode lijst gezet. Een significante achteruitgang, zien we bij fazant en wilde eend, bij laatstgenoemde soort met name op landelijk niveau. Niet voor niets hebben de Vogelbescherming en Sovon natuuronderzoek het jaar 2020 tot het jaar van wilde eend uitgeroepen.

Ondanks deze negatieve trends zien we voor fazant, haas en wilde eend sinds 2015 (beginjaar van het nu aflopende faunabeheerplan) duidelijk stijgende afschot aantallen, resp. met 66, 68 en 45%. Is dat de bijdrage die de jacht levert aan een redelijke wildstand? Voor het konijn nemen de afschotaantallen af, maar dat is dan het gevolg van de voor deze soort werkelijk dramatische achteruitgang.

Volgens onze eigen provinciale verordening bevat het faunabeheerplan een beschrijving van de maatregelen die de jachthouder kan nemen om de redelijke wildstand te bereiken of te handhaven. Die beschrijving ontbreekt nu in dit FBP, reden genoeg om in het goedkeuringsbesluit aanvullend voorwaarden te stellen. We zullen hiervoor een motie indienen, die vraagt om een populatieherstelplan voor deze soorten. Vanuit de verplichting die onze eigen verordening hiervoor stelt, om maatregelen voor het bereiken van een redelijke wildstand op te nemen. Een verplichting die er in is gekomen na de aanname, door Provinciale Staten, van het burgerinitiatief inzake de hobbyjacht in 2016.

En dan de wilde zwijnen, waarvoor alle remmen los gaan, werkelijk iedere denkbare ontheffing wordt aangevraagd qua in te zetten middelen, en dat allemaal vanwege de dreiging van de Afrikaanse Varkenspest. Dit terwijl we in de informatie bijeenkomst hebben gehoord dat de ziekte niet van zwijn tot zwijn overgaat. En dat de grootste risico’s bij de transportsector liggen, ook de Caring Vets wijzen daarop in hun brief aan de commissie. Is die veelgeroemde balans, waarover altijd wordt gesproken, er dan wel? De afschotaantallen zijn enorm gestegen, maar is de dreiging er nog steeds in die mate als in 2018? Op welke harde gegevens wordt dat gebaseerd? En is er ook een exit strategie, is er een concrete benchmark dat er gestopt met afschot als het actuele dreigingsbeeld vermindert?

Wij vinden, gezien de enorme aantallen dieren die gedood worden, een verwijzing naar een roadmap en een ambtelijke werkgroep niet voldoende. De Staten moeten hun controlerende functie kunnen uitvoeren. Twee jaar geleden is een motie van ons hierover door een groot aantal partijen gesteund. Daarom graag een notitie van de portefeuillehouder, over die harde gegevens, en de benchmark om te stoppen, voor de volgende Statenvergadering. En daarin ook een overzicht van wat er aan preventieve maatregelen wordt gedaan, aan afrastering en compartimentering, afgezien van het hek langs de grens wat er al geruime tijd staat. Is die preventieve benadering, die in de GS nota van 2015 nog stond, nu helemaal los gelaten? Is het, met andere woorden, alleen nog maar schieten geblazen? Graag duidelijkheid hierover.

Wat betreft de verwilderde katten, of wat daarvoor doorgaat, is dit faunabeheerplan, en dit goedkeuringsbesluit echt een trendbreuk, en een verbijsterende: deze katten mogen vanaf nu worden afgeschoten. Op hoeveel begrip van de bevolking zal dit kunnen rekenen? Stelt u zich voor, uw kat is een paar dagen uit het zicht verdwenen en je vindt hem dood terug, afgeschoten als “verwilderde kat”. Hoe reëel is de escalatieladder die ons wordt voorgespiegeld, van eerst TNR, chippen, voorlichten en dan pas afschieten? Wat ons betreft wel die maatregelen, maar dan ook duidelijk uitgewerkt en gefinancierd - en dan is het doden van de dieren niet nodig.

Een kwalijke zaak dat deze fundamentele beleidswijziging niet direct aan ons als Staten wordt voorgelegd, maar alleen indirect over de band van de goedkeuring van een 691 pagina’s tellend document. En dan nog alleen dankzij onze motie, want was die er niet geweest, dan hadden wij als Staten, zogezegd, naar deze beleidswijziging kunnen fluiten.

Het is ook een onwettige manier. Want artikel 3.12 lid 10 van de Wet natuurbescherming (voor de liefhebbers, in samenhang met lid 1, ik heb het hier bij me) zegt uitdrukkelijk dat een faunabeheerplan niet gaat over verwilderde dieren. We kunnen niet accepteren dat GS op een onwettige, indirecte manier dit nieuwe beleid wil regelen.

Dat onwettige geldt ook voor het exotenbeleid. Dat dit niet via de goedkeuring van een faunabeheerplan kan, vindt u in datzelfde artikel 3.12 lid 10 Wet natuurbescherming. GS lijkt dat ook zelf te beseffen, omdat een paar dagen geleden het Plan van Aanpak invasieve exoten naar de Staten is gestuurd, te behandelen in de eerste RLN van 2021. Maar hoe kunnen we straks dat beleid als Staten behandelen, als het eigenlijk al is afgekaart via de goedkeuring van dit faunabeheerplan?

Wij vragen GS daarom het concept goedkeuringsbesluit zo aan te passen, dat de goedkeuring v/h Faunabeheerplan m.b.t. de exoten en de verwilderde dieren daar geen deel van uit maakt. Zodat we, en daar draait het om bij democratische controle, in de commissie daar nog een open discussie, met mogelijke gevolgen, over kunnen houden. En we als provincie een juridisch deugdelijk besluit nemen. Als GS dat nog voor de behandeling in de Staten in het concept besluit aanpast, hoeft daarover geen motie te worden ingediend.

Ook vragen wij de correctie van een onjuistheid. En niet zomaar een. In het goedkeuringsbesluit, en met name ook in de afsluitende zin, valt het woord consensus. En ook “draagvlak bij alle partijen”. Dat is onjuist, zo hebben wij van een van de partijen in de FBE ook nog eens uitdrukkelijk kunnen vernemen. Het is in de FBP meerderheidsbesluitvorming, partijen hebben geen vetorecht. In het FBP zelf wordt dat ook op meerdere plekken aangegeven. Het is een illusie om te denken dat ern over het faunabeleid brede overeenstemming bestaat. Een gevaarlijke illusie ook, want zo kan het idee post vatten dat we als Staten niet meer hoeven te doen dan er een stempel op te zetten. En zo de politieke keuzes die er gemaakt worden, zoals die t.a.v. de hobbyjacht, de wilde zwijnen, de katten, de exoten, kunnen ontlopen.

Aan GS dus de vraag om deze woorden in het concept besluit te schrappen. En te vervangen door neutrale termen, die de lading, van de meerderheidsbesluitvorming, wel dekken.

Voorzitter, ik wil afsluiten met een vraag. En een positieve noot.

De vraag gaat over het lerend beheer van de Edelherten, op zich een pilot waar wij niet onsympathiek tegenover staan. De secretaris van de FBE noemde ook al het belang van de uitwisseling van DNA om een gezonde populatie te behouden. Voorzitter, dan is het wel uitermate belangrijk dat niet alleen de edelherten maar alle dieren in die regio, weert Nederweert, niet opgesloten zitten. Er ligt dan wel een mooi ecoduct over de A2, maar kan de gedeputeerde aangeven wat de stand van zaken is van motie 2358 uit november 2017 (!) om een ecoduct in combinatie met fietsbrug te maken over het kanaal des doods in Weert? Een verbinding over dat kanaal is niet alleen belangrijk voor het toerisme en de inwoners van Weert en om verdrinkingen van mens en dier tegen te gaan maar deze verbinding is ook essentieel om een aantal grote natuurgebieden met elkaar te verbinden en zodoende ook voldoende DNA uitwisseling te krijgen. Zonder deze verbinding heeft het ecoduct over de A2 ook weinig zin.

Het kan overigens ook nog betekenen dat de wilde zwijnen populatie afneemt aan Nederlandse zijde. We hebben er op 7 oktober vragen gesteld over de voortgang van motie 2358 en ik kijk uit naar de antwoorden, ook in relatie tot de uitwisseling van het DNA en de verbinding van natuurgebieden.

Een ecoduct in combinatie met een fietsbrug past uitstekend bij de ambities van de provincie om grensoverschrijdend te werk gaan, en natuurgebieden met elkaar te verbinden.

Voorzitter, we schieten maar op alles wat beweegt in Limburg. Maar is de Gedeputeerde het met me eens dat de beste manier om de kwetsbare populaties in stand te houden niet het afschieten van predatoren is maar ervoor te zorgen dat kwetsbare populaties robuuster en sterker worden? Graag een reactie hoe de gedeputeerde de kwetsbare populaties wil versterken?

Wat betreft de WASBEREN Voorzitter, ik heb al verwezen naar het exotenbeleid dat onwettig in het FBP is opgenomen. Wasberen horen ook onder exoten. Dat er primair wordt gekozen voor een no kill beleid vinden we goed. De hoogste kosten gaan overigens in het vangen zitten en niet bij het opvangen.

Tot slot de wolf voorzitter. Ik vind de zorgen van dhr. Geukemeyer, de schapenhouder, terecht. In beantwoording op eerder gestelde vragen over wolf conflict preventie vernamen we dat er inderdaad een pilot gaat lopen in Limburg. Onze complimenten hiervoor.

En dan nog een positieve noot. Al is die gemengd, want het heeft wel vier jaar moeten duren, sinds de motie over een afschotvrij natuurgebied in het debat over het burgerinitiatief hobbyjacht is aangenomen. Nu ligt er dan uiteindelijk een concreet voorstel voor het realiseren van een afschotvrij natuurgebied. Dat nog wel moet worden uitgewerkt, en verder zal een partij, lees de provincie, de leiding moeten nemen om het ook te realiseren. Kunnen we uit het concept goedkeuringsbesluit afleiden - wat wel een logische conclusie zou zijn, maar ik check het maar even – dat de provincie daar ook daadwerkelijk aan gaat trekken? Een projectleider aanstelt, en de stappen gaat zetten om het afschotvrije gebied ook werkelijk te realiseren? Graag een reactie van de gedeputeerde.