Inbreng Plusquin Staten­voorstel duurzame finan­ciering natuur­op­gaven


8 april 2022

Voorzitter,

De natuur gaat, volgens alle rapporten die daarover worden uitgebracht, achteruit holt. Recent nog van de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur. Ik citeer uit de samenvatting:

Wereldwijd gaat de natuur in een zorgwekkend tempo achteruit. Dat geldt zeker ook voor Nederland. Van agrarische gebieden tot natuurgebieden, van binnenwateren tot stedelijke gebieden: overal lopen de natuurkwaliteit en de biodiversiteit terug. Dat is problematisch, want een vitale natuur is cruciaal voor het tegengaan van klimaatverandering en verduurzaming van de voedselvoorziening. Natuur in de directe leefomgeving is daarnaast essentieel voor de gezondheid en het welbevinden van mensen. Bovendien is een goede staat van de natuur van belang voor de beschikbaarheid van onder meer drinkwater, gezond voedsel en schone lucht. De natuur vormt een bestaansvoorwaarde voor de mens.

Ondanks deze harde feiten lopen we in Limburg als provincie achter. Met dit voorstel wordt een eerste stap gezet om de enorme achterstand in te lopen die Limburg, door het beleid van vorige colleges, willens en wetens heeft opgelopen wat betreft natuurbeheer en natuurontwikkeling.

Door natuurbeheer dat nooit structureel gedekt is, maar telkens uit intensiveringsmiddelen. Die daarvoor niet bedoeld zijn. En natuurontwikkeling, waarvoor het geld, liefst 30 miljoen, aan andere doelen is uitgegeven. Waarvoor het ook niet bedoeld was.

Voorzitter, ik zou daarom van een natuur-schandvlek willen spreken. die we dan nu eindelijk gaan uitvegen.

Deze stap , dit Statenvoorstel, is daarbij het absolute minimum. Na jaren van verwaarlozing. Iedereen die daar nog aan af zou willen doen, laadt een grote verantwoordelijkheid op zich.

Ik zeg: het absolute minimum. Want nog steeds, ondanks onze wettelijke taak om niet alleen de Natura 2000 gebieden, maar ook de NNN, het nationaal natuurnetwerk, in stand te houden … ondanks die taak wordt er voor 20.000 hectare binnen de NNN geen beheersubsidie verstrekt. Hoe valt dat te rijmen? Hoe kan het college claimen dat dan toch de basiskwaliteit op orde zal zijn bij uitvoering van het Statenvoorstel?

En dat is niet het enige gat waarmee we zitten. Want Limburg ondersteunt niet structureel het noodzakelijke toezicht, en de handhaving, in de natuurgebieden.

Wij dienen daarom een motie in om in beeld te brengen wat er aan structureel natuurbeheer nodig is om aan de wettelijke taak voor instandhouding van ook de NNN te voldoen, en voor een voldoende niveau van toezicht, en wat daarvan de financiële consequenties zijn.

Daarnaast, ik heb er in de commissie al op gewezen, hebben wij nog een vraag. We financieren als provincie ook het agrarisch natuurbeheer, dat wordt uitgevoerd door de organisatie Natuurrijk Limburg. De onderzoeken die er gedaan worden naar de effectiviteit van Agrarisch natuurbeheer, door de Universiteit van Wageningen, door de Rekenkamer, wijzen op een lage effectiviteit. Qua natuur resultaten. Het gaat om provinciaal geld – en dan moet je als provincie je inspannen, lijkt ons, om die effectiviteit te verhogen. Ook via de governance van de organisaties die je financiert. Die moet evenwichtig zijn, met een voldoende vertegenwoordiging van natuurbelangen. In het bestuur van Natuurrijk Limburg zijn die belangen niet vertegenwoordigd. Terwijl dat bijvoorbeeld in de betreffende uitvoeringsorganisatie in N-Holland wel het geval is. Ik denk ook aan de vertegenwoordiging van dierenwelzijnsorganisatie in de Faunabeheerheid. Is de gedeputeerde het in het algemeen er mee eens dat de governance van een gesubsidieerde organisatie moet passen bij het subsidie doel? En dat daarom, in het geval van agrarisch natuurbeheer, in eider geval een zetel in het bestuur van Natuurrijk Limburg voor een natuurorganisatie zou moeten worden ingeruimd? Dat er ecologen in de staf zitten, zoals de gedeputeerde aangaf in de cie, is natuurlijk niet genoeg. Het gaat ook om voldoende vertegenwoordiging op het niveau van de besluitvorming.