Inbreng Correctief bindend refe­rendum


25 september 2020

Voorzitter,

In Limburg verdient iedereen een stem. Dat is wat de Partij voor de Dieren-fractie betreft de inzet van het correctief bindend referendum. Immers, we willen bestuurlijk vernieuwen. Meer mensen betrekken bij de besluitvorming. Het burgervertrouwen in de politiek doen toenemen. De Limburger daadwerkelijk de kans te bieden politiek iets te veranderen. Maar om daadwerkelijk iets te kunnen veranderen, moeten we nu de juiste keuzes maken.

De PvdD kiest daarom voor een uitkomstdrempel. Waarom? Een uitkomstdrempel biedt duidelijkheid. Iedereen weet van tevoren hoe groot de opkomst moet zijn. Een uitkomstdrempel betekent: meer nee-stemmers dan ja-stemmers, én het aantal nee-stemmers is minstens gelijk aan de drempel. Taferelen van een nipte meerderheid die het nét haalt van een gelijkwaardige tegenstand blijven dan achterwege. Dit biedt duidelijkheid voor zowel voor- als tegenstanders van een besluit. En doet daarmee meer recht aan de representatieve democratie, zoals ook de Staatscommissie stelt. Alleen als een substantieel deel nee zegt én dit ook boven de uitkomstdrempel uitkomt, is de uitslag bindend. Ook strategisch stemgedrag, door niet te stemmen, wordt ontmoedigd. We willen juist dat mensen gebruikmaken van hun stemrecht; niet dat men ‘thuisblijft’. Als we de burger willen horen en het vertrouwen van deze in de politiek willen vergroten, is de uitkomstdrempel de beste keuze.

Wij denken dat het inleidend verzoek een positieve rol kan spelen om het referendum bekendheid te geven. Ook kan de referendumcommissie nog een rol spelen om, als er formele gebreken zijn, het definitieve verzoek door herziening wel juridisch sluitend te krijgen. Wij zouden ervoor zijn als er niet alleen een afwijzing komt, maar ook een mogelijkheid tot herziening, zonder dat opnieuw de periode van 4 weken voor het inleidend verzoek moet worden doorlopen. Zit dat nu in het voorstel? Graag een antwoord van de gedeputeerde.

Dan de percentages. Voor deze uitkomstdrempel is nu 33% van de kiesgerechtigden nodig. Dit is in lijn met andere landen, waar doorgaans een percentage van 25 of 30 wordt gehanteerd. Een veel hogere drempel heeft immers geen nut: onderzoek wijst uit dat de representativiteit van een referendum niet aantoonbaar toeneemt boven de 25-30%. Daarbij vergt 33% geen onrealistisch hoge opkomst, biedt dit de reële mogelijkheid tot een referendum maar is toch een stevige uitdaging om te behalen. Hoewel een iets lagere drempel de voorkeur verdient, kan de PvdD leven met 33%.

De referendumcommissie… Daar heeft de PvdD nog vraagtekens bij. Deze uit PS samengestelde commissie moet namens PS het referendum faciliteren. Echter, zoals het nu is geformuleerd in het Statenvoorstel is de representativiteit van de commissie in het geding. Het presidium stelt de commissie samen, met minimaal 3 en maximaal 5 leden. Dat is qua aantal te beperkend, zeker als daarbij bedacht wordt dat de voorzitter een neutrale rol zou moeten spelen. De situatie kan ontstaan dat de facto twee leden van PS de gewichtige beslissingen nemen. Ook een maximum van 5 waarborgt te weinig dat niet alleen de grote partijen vertegenwoordigd zijn. Ook is een lange zittingstermijn niet goed voor de actuele representativiteit. Wij dienen daarom een amendement in om de representativiteit te vergroten door het minimum en het maximum te verhogen, en de maximale zittingstermijn van de leden terug te brengen naar maximaal 2 perioden.

Voorzitter, om te eindigen waar ik begon: in Limburg verdient iedereen een stem. Iedere Limburger verdient de kans zich uit te spreken over “besluiten die grote maatschappelijke, economische, milieuhygiënische of ruimtelijke gevolgen voor de provincie Limburg of haar inwoners hebben”. Iedereen in Limburg, betekent voor de PvdD dan ook echt iedereen.

Dat is eerder door mijn fractie aangekaart. Immers, er bestaat in het Nederlands recht geen juridische grond voor het uitsluiten van ingezetenen bij een referendum. De gedeputeerde bevestigde dit al: het uitsluiten van ingezetenen is een politieke keuze. Nog los van het feit dat deze belemmering in strijd is met zowel het Nederlandse als het EU-recht, botst deze verklaring ook met het (politieke) collegeprogramma. Het college wil, inclusiviteit uitdragen en ongeacht afkomst iedere Limburger het recht geven om deel te nemen aan de samenleving. Toch vormt die afkomst nu een belemmering om een stem uit te brengen bij een Limburgs referendum. Dat past volgens de PvdD niet in een open, inclusieve provincie. Hiertoe zal de PvdD dan ook een amendement indienen.

Dank u wel.