Bijdrage Plusquin Stik­stof­debat


24 juni 2022

Voorzitter, voor de Partij voor de Dieren had dit spoeddebat niet gehoeven. En het is ook riskant. Want door nu overhaast besluiten te nemen lopen we als provincie ook kansen mis. Ik kom daar op terug.

Voorzitter, ja, er is onrust onder de boeren, en breder onder de bevolking. Maar die onrust wordt , helaas, ook door schrikbeelden aangejaagd. Want door dit debat nu te houden, liften we ook mee op een gecreëerde en georkestreerde publiciteitsgolf, die stemming maakt tegen de kabinetsnota.

Door er een karikatuur van te maken, want nee, het gaat niet alleen om het uitkopen van boeren. Nee, het is niet zo dat alleen de landbouw wordt aangepakt. Nee, het is niet zo dat je zomaar natuurgebieden kan schrappen, of dat het daar allemaal best goed gaat. Nee, het is niet zo dat de voedselvoorziening in gevaar komt. Het is een golf die mede gecreëerd is , en financieel gesteund wordt, door een lobby van grote agrobedrijven - die zelf te beroerd zijn om de boeren een behoorlijke prijs te betalen.

In een dergelijke sfeer kan het zover komen dat de voorman van Farmers Defence Force het lot van de boeren vergelijkt met het lot van de Joden in WO II. Zodat het verzet van de gevestigde belangenorganisaties, LTO, de LLTB , zelfs nog redelijk lijkt.

Terwijl het niet redelijk is, 50 jaar na de eerste mestnota, ruim 3 jaar na de PAS uitspraak, nu er eindelijk een begin wordt gemaakt met een echte landbouwtransitie. Het verzet is niet redelijk, want er liggen nog helemaal geen uitgewerkte plannen. Dat wordt juist aan de provincies overgelaten. De reductiepercentages uit de kaart zijn richting gevend, geen dictaten. In het Kamerdebat van gisteren is dat, nog eens, duidelijk geworden. En niet te vergeten: er ligt 24 miljard op de plank om de plannen uit te voeren.

Ik zeg nadrukkelijk: dit verzet is er van de gevestigde belangenorganisaties, die zich laten opjutten door radicale elementen. Want niet alle boeren denken er zo over. Er zijn er genoeg die op een andere manier willen boeren, of daar al mee begonnen zijn.

De werkelijkheid is dat er tegelijk met de richtinggevende percentages in de kabinetsnota ook een landbouwperspectief is uitgebracht., dat in het teken staat van kansen bieden en ondersteunen bij de transitie. Er staat zelfs in dat een gebiedsplan “pas geslaagd is als er een verdienmodel is voor de blijvers”. En ja, er zullen ook piekbelasters moeten worden uitgekocht, maar dat is nader te bepalen in de gebiedsplannen. Waarvoor de provincies nu de ruimte krijgen. Om daarin dan ook de andere gebiedsopgaven die er liggen mee te nemen, wat betreft water, klimaat en ruimtelijke ontwikkeling

Niet dat wij alles zo geweldig vinden aan de kabinetsplannen. Dat de NOx-doelen voor mobiliteit en industrie pas later komen, over een half jaar, is op zijn minst ongelukkig. Maar ze komen er wel , dus ook de andere sectoren moeten leveren. Ook zijn de maatregelen uit het landbouwperspectief nog veel te weinig uitgewerkt, Hoe kunnen boeren omschakelen naar kringlooplandbouw, extensivering en natuurinclusief werken - Welke ondersteuning en welke regelingen komen daarvoor? Ook dat komt later - maar had er (veel) beter nu al concreet moeten zijn.

Maar dat is allemaal nog geen reden om het hele kabinetsprogramma voor die landbouwtransitie, dat misschien too little, too late is, maar wel een begin – om dat dan maar links te laten liggen, en in feite te saboteren.

De PvdD vindt dat het kabinetsbeleid te laat komt - en het is sowieso nog niet genoeg. Want of het genoeg zal zijn ligt in de handen van de provincies. En kunnen die dan zomaar de kont tegen de krib gooien, zoals de CDA motie vraagt, zo van: Rijksoverheid, je doet maar, ik boycot je? Wat willen de fracties die dit debat geagendeerd hebben, eigenlijk: bestuurlijke ongehoorzaamheid? Fracties die anders nooit iets van burgerlijke ongehoorzaamheid moeten hebben? En nu ineens wel als provinciaal bestuur? Ik zou het selectieve ongehoorzaamheid willen noemen.

Daarnaast willen wij wijzen op de motie Jetten (2744), richtinggevend voor dit college, waarin ook de VVD en Lokaal Limburg getekend hebben voor (ik citeer) “een gerichte aanpak van piekbelasters, met als gevolg een zichtbare afname van de intensieve veehouderij” Maar nu het erop aan komt, en er wordt niet meer gevraagd dan meewerken aan een landelijk beleid in die richting, waarbij er NB ruimte is voor provinciale invulling, dan is dat kennelijk teveel gevraagd. Wat is de handtekening van die fracties dan nog waard?

Maar niet alleen dit, want wat bereik je eigenlijk door de kabinetsplannen te boycotten? In ieder geval niet dat het geld dat daarvoor beschikbaar is, ook voor de landbouw, de 24 miljard, naar deze provincie komt. Leg dat maar eens uit aan de (vele) boeren die willen meewerken aan de landbouwtransitie.

In ieder geval niet dat woningbouwplannen worden vlot getrokken. Want dat kan alleen, als je naar de uitspraken van de rechter kijkt, als je eenduidige, onontkoombare doelen hebt, en concrete maatregelen. Zit die “onontkoombaarheid” (zoals het kabinet het noemt) er niet in , dan kun je – bijvoorbeeld - je woningbouwplannen juridisch niet rond krijgen. Leg dat maar eens uit aan alle woningzoekenden.

En in ieder geval bereik je niet dat je als provincie de kans krijgt om de gebiedsplannen integraal aan te pakken, als een duurzaamheidstransitie over een breed front, inclusief de water- en klimaatopgave en met aandacht voor andere lokale ruimtelijke ontwikkelingen.

Kortom, aan de slag ermee, zoals GS aangeeft in hun reactie. Voor een duurzame landbouw, een gezonde natuur en om andere belangrijke maatschappelijke opgaves te vervullen.

[1] Veevoerbedrijven steunen de boeren: dit zijn de grootste sponsoren - NRC