Bijdrage Plusquin Sonde­rende nota mest­ver­werking


27 januari 2023

Voorzitter,

De sonderende nota mest maakt duidelijk dat Limburg te klein is voor de hoeveelheid mest die we produceren. 3729 miljoen kilo mest per jaar. In Limburg. Dat is 3390 kilo mest per jaar per Limburger! ( Daar van is het mestoverschot, bij de huidige normen ca. 30%, dus ruim een ton per Limburger. Nu de illusie van de derogatie is doorbroken, zal dat overschot nog groter zijn.

Die mest wordt geproduceerd door een onvoorstelbare hoeveelheid dieren, miljoenen dieren, onzichtbaar weggestopt in potdichte megastallen. De Limburgse veestapel is veel groter dan gezond is voor de dieren, voor ons Limburgs land, ons water, de luchtkwaliteit en de Limburgers zelf. (3729 mio kg : 1.1 mio LB)

Mestverwerking, monovergisting en het ‘upgraden’ van mest zijn het gevolg van een ontspoord landbouwsysteem. Door het houden van dieren op roosters en de import van veevoer zitten we met gigantische hoeveelheden drijfmest. We importeren soja, exporteren naar o.a. China en we blijven met een enorme berg stront zitten.

En toch wordt in het voorliggende stuk enorm gestuurd op meer mestverwerking ipv een bronaanpak. De “oplossingen” zijn bestrijding van gevolgen

Mestvergisters leveren amper energie op, veroorzaken veel stank en overlast voor buurtbewoners, en kunnen bovendien gevaarlijk zijn. Omwonenden zitten absoluut niet te wachten op dit soort installaties, dat blijkt telkens weer. Er gaat een berg subsidie in, via de SDE-regeling (onder de oude gasprijzen nog hoger dan de gasprijs zelf!). Verstoken van groen gas levert net zo goed CO2-uitstoot op.

Groen gas is het eindpunt van een niet-duurzame keten, en qua broeikas effecten gewoon gas. Met een subsidie die alleen te verklaren is door lobby-invloeden.

Voorlopig is het restproduct van mestverwerking ook nog, zoals het heet, zonder “verdienmodel”. In de notitie worden daarvoor allerlei “perspectieven” geschetst, maar die zijn allemaal nog toekomstmuziek.

En ook dan: dit restproduct is en blijft, bij de huidige agrarische praktijk, het eindpunt van een zeer vervuilende, ongezonde en niet te vergeten zeer dieronvriendelijke, productieketen. Om dit te greenwashen door er het etiket “circulair” op te plakken, is een cynische bezigheid.

Voorzitter, mestverwerking is het zoveelste excuus om de vee-industrie in stand te houden.

Een industrie die – het lijkt de katholieke kerk wel – kennelijk het ene schandaal na het andere (mestfraude! Dieren leed! Besmettelijke ziekten) kan overleven, om zich te koesteren in het valse beeld van Ot en Sien op het erf.

Het kan ook anders.

We kunnen kringloop weer nationaal sluiten als we 75% minder dieren houden. We hoeven dan geen veevoer meer te importeren en alle mest die geproduceerd wordt kan dan verantwoord op de Nederlandse landbouwgronden gebruikt worden. Het gebruik van kunstmest kunnen we vervangen door plantaardige mest en groenbemesters.

Regeneratieve landbouw is een productiemethode waarbij natuurlijke hulpbronnen worden versterkt in plaats van uitgeput.

Wat de PvdD betreft komt er een einde aan de subsidieslurpende mestverwerking en wordt er geinvesteerd in vormen van regeneratieve en biologische landbouw waarbij de bodem, het bodemleven, wilde inheemse flora en fauna, dieren, boer en burgers allemaal profiteren en floreren. Dat is een echte bronaanpak, ten gunste van de kwaliteit van bodem, lucht en water.

Voorzitter, wat betreft de PvdDieren zijn er hier een paar rode lijnen.

Geen stimulering, financieel, via de ruimtelijke ordening of onder het mom van “circulair”, van producten die de uitkomst zijn van onduurzame ketens. Geen kunstmatige afhankelijkheid creeren van een bedrijfstak die geen plaats heeft in een duurzame wereld.

Geen schijnverhalen over groen gas, want dat stoor net zo goed COs uit als gewoon gas.