Vragen Plusquin over geringe rol Provincie bij reali­satie nieuwe vakan­tie­parken Zuid Limburg


geza­men­lijke agen­dering Partij voor de Dieren met Groen Links, PvdA en SP

Indiendatum: sep. 2023

Voorzitter,

In het antwoord op de schriftelijke vragen, en nu ook in de Mededeling portefeuillehouder die deze week binnen kwam, maakt het college allerlei sussende en geruststellende geluiden. Op basis van de Omgevingsverordening en de Omgevingsvisie wordt “terughoudend omgegaan” met het toestaan van nieuwe verblijfsrecreatie. Vanuit het “provinciale belang” om overaanbod te voorkomen. Er wordt gekeken, aldus de brief, naar de bestaande recreatiedruk ter plekke. De gemeente moet beschrijven waarom het de juiste functie is op de juiste plek in de juiste omvang. En als het niet deugt komt er een kritische zienswijze en evt. een reactieve aanwijzing, die het plan echt tegenhoudt.

Dat klinkt allemaal prachtig.

Maar hoe anders is het beeld dat naar voren komt uit de brief van Stichting Natuurlijk Geuldal, Wijschienswei e.a., want dat is een beeld van onbelemmerde groei van vakantieparken. Stichting Natuurlijk Geuldal noemt een reeks recent gerealiseerde vakantieparken in of bij waardevolle natuur.

Kortom: hoe terughoudend is de provincie bij de toetsing van gemeentelijke plannen, en informeel voorgelegde initiatieven[1], in werkelijkheid? Kan de gedeputeerde voorbeelden noemen van plannen en initiatieven die door de provincie zijn tegen gehouden, of naar aard en omvang duidelijk zijn gewijzigd?

Wij hebben daar geen optimistische verwachtingen van.

Want in de Omgevingsverordening, de enige bindende regels voor gemeentes, is er alleen de bescherming van Nationaal Natuurnetwerk en Nationaal Landschap Zuid Limburg. Die laatste schiet overigens tekort - daar kom ik nog op terug. Maar nergens staat dat de gemeente moet beschrijven of dit de juiste functie op de juiste plek is, moet afwegen tegen de al bestaande recreatiedruk, en beschrijven of dit echt een waardevolle toevoeging is.

Die “terughoudendheid” is ook op geen enkele manier vastgelegd in de Omgevingsvisie. Integendeel, daarin gaat het alleen maar over toerisme en recreatie als economische factor. Kortom: hoe meer, hoe beter. Er is geen provinciaal belang geformuleerd om overaanbod te voorkomen.

Waarom zeg ik dit? Omdat - zo werkt het nu in de ruimtelijke ordening - de provincie alleen maar mag acteren op basis van de eigen verordening of omgevingsvisie. Of een beleidsnota met status. De gemeente maakt de afweging over de juiste functie op de juiste plek, de goede ruimtelijke ordening. Dat staat ook in de Mededeling portefeuillehouder, de gemeentes beslissen.

Wij concluderen dat de keizer geen kleren aan heeft. Het college zegt op een bepaalde manier te acteren, maar de werkelijkheid leert anders. Het college zegt op een bepaalde manier te acteren richting gemeentes, maar dit is op geen enkele manier gedekt door de Omgevingsvisie en -verordening.

Die verordening en visie moeten dus veranderd worden, is de conclusie van de Partij voor de Dieren fractie. Langs de lijnen die de gedeputeerde zelf schetst. Is de gedeputeerde daartoe bereid? Of komt hij met een beleidsnota, voor de Staten, om dat actieve beleid te voeren? Om overaanbod en te grote recreatiedruk te voorkomen, en daarmee landschap en omgevingskwaliteit te beschermen?

En, tweede vraag, hoe staat het met het actiepunt (uit het programma Landschap) om samen met gemeentes te inventariseren, en kritisch te kijken naar ruime bouw- en omzettingsmogelijkheden die vast liggen in bestaande bestemmingsplannen[2] – soms van jaren geleden. Want juist via dit soort planologische mogelijkheden zijn omzettingen van campings naar huisjesparken gerealiseerd – zegt de gedeputeerde zelf. Oftewel: wordt die actie - die stofkam door bestaande plannen - anno nu opgepakt, en wanneer kunnen we resultaat verwachten? En ook voor nieuwe plannen: gaat het college een halt toeroepen aan het omzetten van campings in huisjesparken, ten koste van de recreatie van de gewone Limburger, en bijdragend aan verstening van het landschap en stikstofuitstoot?

Tot slot: waarom is de bescherming van het Nationaal Landschap Zuid Limburg zwakker dan die van het Nationaal Natuurnetwerk? Bij het Nationaal Landschap is er in de verordening alleen een “motiveringsverplichting” over de inpassing. Geen verbod op de aantasting van kernkwaliteiten, zoals bij de NNN. Een verbod waarop ook derden zich kunnen beroepen. De vraag aan de gedeputeerde: is het Nationaal Landschap minder waard dan de NNN? Zou die bescherming niet gelijk getrokken moeten worden?


[1] In de Mededeling portefeuillehouder staat dat de provincie ook kijkt naar nog niet formeel in bestemmingsplannen uitgewerkte voornemens en initiatieven .” Daarnaast nemen wij ambtelijk en/of bestuurlijk kennis van initiatieven (van rijp tot groen) als wij daarover benaderd worden door bijvoorbeeld gemeenten, initiatiefnemers of belangenorganisaties”

[2] Dit actiepunt wordt genoemd in de antwoorden op de vragen van SP cs., vraag 5.


Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Plusquin over de jacht op Wilde Zwijnen in woonkern Bunde

Lees verder

Schriftelijke vragen Plusquin over kwaliteit van het oppervlaktewater

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer