Schriftelijke vragen Plusquin over Gebrekkige bescherming Buizerd en Sperwer
Indiendatum: 8 mrt. 2023
Geacht College,
Op 7 december 2017 zijn de beleidsregels ten behoeve van de passieve soortenbescherming onder de Wet natuurbescherming Limburg in werking getreden [1]. Opvallend is dat in tegenstelling tot de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland [2], andere provincies van Nederland [3] en Rijkswaterstaat [4], de Provincie Limburg ervoor gekozen heeft de nesten van de buizerd en de sperwer niet te plaatsen op de lijst van jaarrond beschermde nesten.
Volgens de bekende Nederlandse roofvogeldeskundige Rob Bijlsma vormt een roofvogelnest een essentieel onderdeel van de functionele leefomgeving. Ook als dat niet wordt gebruikt als plek om eieren te leggen, vervult het nog steeds een functie in het territorium van een roofvogel, óók ’s winters. Soorten als havik, sperwer en buizerd zijn standvogels, die jaarrond in hun territorium wonen. Een nest vervult een belangrijk functie, ongeacht of dat het nest van een stand- dan wel een trekvogel is. Het is een baken in het bos, waaromheen alle vitale activiteiten plaatsvinden [5]. Dat kapot maken, betekent een territorium om zeep helpen [6]. Ook wetenschappelijke studies onderbouwen dit [7].
De fractie van de Partij voor de Dieren heeft naar aanleiding van deze afwijkende keuze de volgende vragen:
1. Kan het college aangeven waarom ze, in tegenstelling tot RVO, Rijkswaterstaat en andere provincies, ervoor gekozen heeft de nesten van de buizerd en de sperwer niet op de lijst van jaarrond beschermde nesten te plaatsen?
Bij12 heeft voor de buizerd een kennisdocument opgesteld [8]. In dit document staat dat in een territorium van een buizerd meestal 2 of 3 horsten aanwezig zijn, die in de loop der jaren rouleren qua gebruik. Buizerds zijn in belangrijke mate trouw aan nesten van voorafgaande jaren, zeker als dat succesvol was geweest. Het nest wordt dan steeds verder uitgebouwd, totdat het nest na meerdere jaren gebruikt te zijn ongeschikt wordt door de aanwezigheid van parasieten, mijten, luisvliegen en teken. Provincies en RVO.nl hebben input geleverd bij de omvorming van de soortenstandaard tot kennisdocument. In het
document wordt ook verwezen naar het document van RVO met de jaarrond beschermde nesten en staan er maatregelen in ten gunste van de buizerd.
2. Denkt het college te weten waarom RVO, Rijkswaterstaat en andere provincies de nesten van de buizerd op de lijst van jaarrond beschermde nesten hebben geplaatst? Zo ja, waarom?
De sperwer is in Limburg een schaarse soort. Ook uit de landelijke indices en trends van de sperwer [9] blijkt dat de populaties een matige afname laat zien en wordt gemeld dat de broedvogeltrend in Limburg dalende is [10] Tijdens het vlakdekkend onderzoek in Limburg zijn bij de eerste kartering 368 territoria aangetroffen, bij de tweede 361 en bij de derde 287 [11]. Toch staat het nest van de Sperwer niet op de Limburgse lijst van jaarrond beschermde nesten.
3. Kan het college aangeven waarom het slechter gaat met de sperwer? Welke gegevens over populaties en over broedvogeltrends van de sperwer zijn bij het college bekend in Limburg?
4. Omdat door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een van geval tot geval beoordeling noodzakelijk wordt geacht, is de sperwer niet opgenomen bij de vrijgestelde soorten onder de landelijke gedragscode soortenbescherming [12]. Kan het
college aangeven waarom de sperwer nog steeds niet op de lijst van jaarrond beschermde nesten is geplaatst?
In de Vijlenerbossen heeft in 2022 en begin 2023 grootschalige boskap plaatsgevonden. Het gebied herbergt onder andere sperwer, haviks- en buizerdnesten [13]. In het stuk bos waar kap
heeft plaatsgevonden stonden bomen met horsten van een sperwer. Uit veldonderzoek is gebleken dat het territorium nog steeds in gebruik is als onder andere verblijf- en actieve plukplaats. Het stuk bos is door de sperwer uitgekozen omdat het gebied functioneel is.
Helaas is tijdens de kap de 50 meter regel niet juist toegepast, en zijn er niet voldoende bomen blijven staan om te voorkomen dat het zijn functie verliest, is een boom met horst gekapt en staan in het territorium nog veel bomen op de nominatie om geveld te worden.
5. Is de kap in de Vijlenerbossen (2022 en 2023) aangemeld bij de provincie? Is er daarbij ook vergunning verleend in het kader van de soortenbescherming? Welke voorschriften zijn daarbij gesteld, en is er op naleving daarvan controle geweest?
6. Hoe waarborgt het college de in de kennisdocumenten opgenomen
beschermingsmaatregelen nu een ontheffing in Limburg niet nodig is? Hoe controleert ze of dit juist gebeurt? Hanteert het college hierbij het kennisdocument, zo nee, waarom niet?
De Europese Vogel- en Habitatrichtlijn hebben als doel om de Europese populaties in een gunstige SvI te brengen (Staat van Instandhouding). In principe moet ieder bevoegd gezag bij
besluit tot vrijstelling of bij ontheffing verlening ervan verzekerd zijn dat de gunstige staat van instandhouding van een populatie niet (verder) wordt aangetast. Zoals ook aangegeven door de Zoogdiervereniging [14], zijn er echter nog weinig tot geen gegevens bekend over de Staat van instandhouding op provinciaal niveau, laat staan op regionaal of lokaal niveau.
7. Hoe bepaalt het college de Staat van Instandhouding (SvI) van wettelijk beschermde vogelsoorten in Limburg nu bekend is dat er op provinciaal nog weinig bekend is over de SvI?
8. Zijn er nog meer vogelsoorten waar de populatietrend negatief van is en/of een ongunstige SvI heeft? Zo ja, welke soorten? En wat voor maatregelen zijn hiervoor getroffen door het college?
Bij bomenkap buiten de bebouwde kom is er in het kader van de Wet natuurbescherming een meldings- en herplantplicht.
9. Wordt er bij de acceptatie van een melding van bomenkap o.g.v. de Wet natuurbescherming gecontroleerd of er voldaan wordt aan de wettelijke bescherming van vogelnesten? Zo nee, waarom niet?
Bij voorbaat dank voor de beantwoording van deze vragen binnen de geldende termijn,
Met vriendelijke groet,
Pascale Plusquin
Partij voor de Dieren
1 https://lokaleregelgeving.over...
2 https://www.rvo.nl/sites/defau...
3 https://www.natuurinclusief.nl...
4 https://www.rvo.nl/sites/defau...
5 R. Bijlsma, persoonlijke communicatie, 14-01-2023
6 Bijlsma, R., Kerken van goud, dominees van hout, pp.79-80, 96-110, Atlas contact
7 Nest sites as a key resource for population persistence: A case study modelling nest occupancy under forestry
practices | PLOS ONE en
https://www.researchgate.net/p...
scape_structure_due_to_timber_harvest_accelerate_Northern_goshawk_Accipiter_gentilis_nest_stand_losses
8 https://www.bij12.nl/assets/BI...
9 https://www.netwerkecologische...
10 https://natuurgegevensprovinci...
11 https://natuurgegevensprovinci...
12 RVO, Reikwijdtedocument Hoe regelt u een gedragscode soortenbescherming en houtopstanden? (rvo.nl)
13 Fotodocumentatie daarover is voorhanden.
14 https://www.zoogdiervereniging...
projectgebied
Indiendatum:
8 mrt. 2023
Antwoorddatum: 4 apr. 2023
1. Kan het college aangeven waarom ze, in tegenstelling tot RVO, Rijkswaterstaat en andere provincies, ervoor gekozen heeft de nesten van de buizerd en de sperwer niet op de lijst van jaarrond beschermde nesten te plaatsen?
Antwoord:
De buizerd en sperwer kennen wel bescherming op basis van de beleidsregels passieve soortenbescherming, ze behoren namelijk tot categorie 4-soorten. Voor categorie 4-soorten moet een initiatiefnemer kunnen aantonen dat er in de omgeving voldoende functioneel leefgebied aanwezig blijft; alleen op basis van die voorwaarden mag een nest of functioneel leefgebied worden aangetast. Buizerds hergebruiken vaak nesten van een voorgaand jaar maar zijn goed in staat om een nieuw nest te bouwen bij het verlies van het nest. Voor de sperwer is het hergebruik van oude nesten een uitzondering, in de regel bouwt deze soort ieder jaar een nieuw nest, vaak in de omgeving van het oude nest. Juist daarom is het behoud van voldoende functioneel leefgebied belangrijker dan het behouden van alleen het nest. Natuurlijk moet er vanuit de zorgplicht altijd gekeken worden of het verwijderen van het nest kan worden vermeden.
2. Denkt het college te weten waarom RVO, Rijkswaterstaat en andere provincies de nesten van de buizerd op de lijst van jaarrond beschermde nesten hebben geplaatst? Zo ja, waarom?
Antwoord:
RVO, Rijkswaterstaat en andere provincies hebben gebruik gemaakt van toen beschikbare informatie (informatie van voor 2017) over de buizerd en op basis daarvan de nesten van de buizerd een vorm van jaarronde bescherming toegekend. Het kennisdocument buizerd verwijst immers naar de RVO lijst jaarrond beschermde nesten van 2009.
3. Kan het college aangeven waarom het slechter gaat met de sperwer? Welke gegevens over populaties en over broedvogeltrends van de sperwer zijn bij het college bekend in Limburg?
Antwoord:
Na een sterke afname in de jaren zestig en zeventig door landbouwgif herstelde de populatie zich en nam deze toe tot 2000. Daarna nam de sperwerstand af. Hierbij spelen verschillende factoren een rol. Belangrijk zijn in ieder geval het verlies aan broedhabitat door omzetting van productiebos (in jonge fases geschikt voor sperwer) in natuurlijker bos of heide en de grootschalige aantasting van de fijnsparrenbossen door de letterzetter (een keversoort). Verder speelt nestpredatie door haviken en voedselgebrek op de armste zandgronden waarschijnlijk een rol bij de afname. In Limburg is sprake van een dalende trend. In de periode 1996 – 2021 is de soort met 55% afgenomen (bron: Sovon). De huidige Limburgse populatie is 300 – 325 broedparen (bron: Provinciale broedvogelmonitoring).
4. Omdat door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een van geval tot geval beoordeling noodzakelijk wordt geacht, is de sperwer niet opgenomen bij de vrijgestelde soorten onder de landelijke gedragscode soortenbescherming [12]. Kan hetc ollege aangeven waarom de sperwer nog steeds niet op de lijst van jaarrond beschermde nesten is geplaatst?
Antwoord:
Zoals bij het antwoord op vraag 1 is aangegeven, zien wij op grond van ecologisch inhoudelijke argumenten geen aanleiding om nesten van sperwers jaarrond te beschermen anders dan volgens het uitgangspunt dat voldoende habitat in de omgeving aanwezig moet blijven. Momenteel zijn wij bezig met het actualiseren van de Beleidsregels passieve soortenbescherming 2017, wij houden rekening met nieuwe kennis en informatiebronnen over beschermde soorten en passen onze Beleidsregels passieve soortenbescherming hierop aan.
5. Is de kap in de Vijlenerbossen (2022 en 2023) aangemeld bij de provincie? Is er daarbij ook vergunning verleend in het kader van de soortenbescherming? Welke voorschriften zijn daarbij gesteld, en is er op naleving daarvan controle geweest?
Antwoord:
Nee, de kap hoeft niet bij ons te worden gemeld. Staatsbosbeheer heeft sinds 1 januari 2005 een ontheffing van de meldplicht als bedoeld in artikel 4.2, eerste lid van de Wet natuurbescherming. Wel moet Staatsbosbeheer conform deze ontheffing ieder jaar een overzicht aan ons verstrekken van houtopstanden die in het voorgaande jaar zijn geveld, waarbij de reden van de velling is aangegeven. Uit het overzicht van 2022 blijkt dat in het 4e kwartaal door Staatsbosbeheer 2,1 hectare is gekapt vanwege de letterzetter.
Voor wat betreft soortenbescherming is er geen ontheffing nodig als sprake is van een instandhoudingsdoelstelling, passende maatregel of handelingen die zijn beschreven in en worden uitgevoerd overeenkomstig het beheerplan. Ook heeft het Rijk de Gedragscode soortenbescherming Bosbeheer (1) goedgekeurd voor het uitvoeren van bosbeheerwerkzaamheden, op grond waarvan een vrijstelling geldt van verbodsbepalingen ten aanzien van soorten, waar onder voorwaarden door een beheerder gebruik van kan worden gemaakt. Een reguliere ontheffing soorten voor het kappen van bomen in de Vijlenerbossen is niet aangevraagd.
6. Hoe waarborgt het college de in de kennisdocumenten opgenomenb eschermingsmaatregelen nu een ontheffing in Limburg niet nodig is? Hoe controleert ze of dit juist gebeurt? Hanteert het college hierbij het kennisdocument, zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De kennisdocumenten van BIJ12 zijn informatiebronnen, deze hebben niet de status van een beleidsregel. Als er beschermde dieren op een locatie aanwezig zijn, moet een ecologisch deskundige beoordelen of deze dieren negatieve effecten gaan ondervinden van de werkzaamheden of activiteiten. Indien dit het geval is, moet een ontheffing soorten worden aangevraagd wanneer de genoemde gedragscode niet van toepassing is.
Voor de buizerd en sperwer geldt dat indien de omgeving van een bekende nestplaats door bijvoorbeeld ruimtelijke ontwikkelingen vernietigd wordt, er door een ecologisch deskundige moet worden bepaald of er voldoende functionaliteit behouden blijft. Indien dit niet het geval is moet, ook in Limburg, een ontheffing soorten voor het vernielen van het betreffende nest worden aangevraagd. Als geen sprake is van een overtreding van de verbodsbepalingen in hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming, is alleen de zorgplicht van toepassing.
7. Hoe bepaalt het college de Staat van Instandhouding (SvI) van wettelijk beschermde vogelsoorten in Limburg nu bekend is dat er op provinciaal nog weinig bekend is over de SvI?
Amtwoord:
De provincie beschikt over eigen gegevens van beschermde vogelsoorten die worden verkregen bij broedvogelkarteringen. Deze gegevens, samen met bestaande landelijke en regionale trendgegevens van SOVON (Rapport: broedvogels in Nederland, 2021, SOVON), kunnen gebruik worden om de SvI van vogelsoorten te bepalen of te toetsen. De provincie kan alleen een ontheffing ten aanzien van beschermde vogelsoorten verlenen wanneer de activiteiten door het treffen van maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soort.
8. Zijn er nog meer vogelsoorten waar de populatietrend negatief van is en/of een ongunstige SvI heeft? Zo ja, welke soorten? En wat voor maatregelen zijn hiervoor getroffen door het college?
Antwoord:
Voor soorten die als bedreigd zijn opgenomen op de rode lijst geldt dat de SvI onvoldoende is. Dat zijn in Limburg: draaihals, woudaap, europese kanarie, grauwe klauwier, grote karekiet, kwartelkoning, watersnip, zomertaling, boomvalk, grote lijster, koekoek, nachtegaal, patrijs, porseleinhoen, ransuil, roerdomp, slobeend, steenuil, torenvalk, wielewaal, wintertaling, wulp, zomertortel, boerenzwaluw, buidelmees, gele kwikstaart, graspieper, graszanger, grauwe vliegenvanger, grutto, huismus, huiszwaluw, kneu, kraanvogel, kramsvogel, matkop, oehoe, oeverloper, raaf, ringmus, spotvogel, steltkluut, tureluur, veldleeuwerik, visdief en zwarte mees. Daarnaast zijn nog enkele bedreigde soorten (nog) niet beoordeeld in het kader van de rode lijst. Ons college heeft verschillende instrumenten om populaties van bedreigde soorten in een betere SvI te brengen; zoals het realiseren van het Natuurnetwerk Limburg, het natuurgebiedenbeheer, het agrarisch natuur- en landschapsbeheer, Natura 2000-maatregelen en de actieve en passieve soortenbescherming.
9. Wordt er bij de acceptatie van een melding van bomenkap o.g.v. de Wet natuurbescherming gecontroleerd of er voldaan wordt aan de wettelijke bescherming van vogelnesten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Bij het accepteren van een kapmelding nemen wij als algemene regel op dat het kappen en snoeien van bomen of struiken tijdens het broedseizoen verboden is wanneer daar een vogel aan het broeden is en deze verstoord wordt en/of het nest vernield wordt. Indien sprake is van kap in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling, vindt er nadere afstemming plaats voor het aspect soortenbescherming. Bij reguliere boswerkzaamheden kan onder voorwaarden ook gebruik worden gemaakt van de Gedragscode soortenbescherming bosbeheer.
Gedeputeerde staten van Limburg
voorzitter
secretaris
Bronnen:
1. Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022 (rvo.nl)
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Plusquin Vermarkting natuurbeheer Maasoevers
Lees verderSchriftelijke vragen Plusquin over Bescherming van vleermuizen bij woningisolatie
Lees verder