Schrif­te­lijke vragen Plusquin over Bescherming van vleer­muizen bij wonin­g­iso­latie


Indiendatum: 29 mrt. 2023

Geacht college,

In de Limburger van zondag 19 februari 2023 staat het artikel: “Levend begraven in purschuim: isoleren is goed voor de portemonnee, maar funest voor de vleermuis” [1] . In dit artikel staat dat vleermuisbeschemers zich zorgen maken over de manier waarop woningisolatie wordt toegepast. Leefplekken van vleermuizen verdwijnen en ze worden vaak levend begraven in Purschuim of isolatiekorrels [2].

René Janssen, vleermuisonderzoeker en voorzitter van Stichting Ecologisch VleermuisOnderzoek Nederland, geeft als voorbeeld een bosvleermuis die voor de ogen van een bewoner uit Wittem uit de lucht was gevallen. Deze bosvleermuis bleek vol met isolatieschuim te zitten [3]. Naar zijn mening moet er altijd eerst een gedegen onderzoek vooraf plaats vinden. Echter dit gebeurt vaak niet bij particulieren.

Door spouwmuurisolatie zijn vele kraamkolonies al gedood en daardoor is er onder de gebouw bewonende vleermuissoorten een negatieve populatietrend ontstaan [4]. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft iedereen de gelegenheid gegeven om ‘mee te denken’ in een rechtszaak in het kader van de Wet natuurbescherming over de eventuele aanwezigheid van vleermuizen in spouwmuren. Op 11 en 13 januari 2023 heeft de Zoogdiervereniging en Stichting Ecologisch Vleermuis Onderzoek Nederland hun opvattingen, kennis en ervaringen aan de Raad van State kenbaar gemaakt ten aanzien van effecten van het na-isoleren van spouwmuren op vleermuizen [5] [6].

1. Is het college bekend met het artikel in de Limburger over de vele slachtoffers onder vleermuizen bij woningisolatie 7 , en met de brieven aan de Raad van State met daarin de zienswijze van de Zoogdierbescherming en SEVON ten aanzien van de effecten van het na-isoleren van spouwmuren op vleermuizen?

2. Wat vindt het college van het feit dat leefplekken van vleermuizen onder grote druk staan, dat ze bij werkzaamheden, zoals woningisolatie, vaak levend worden begraven, dat kraamkolonies en belangrijke vleermuisverblijfplaatsen verdwijnen en dat daardoor een negatieve populatietrend is ontstaan?

3. Is het college van mening dat vanuit de provincie hier met spoed iets aan gedaan moet gaan worden?

In Nederland komen 17 vleermuissoorten voor, waarvan 10 soorten graag wonen in de loze ruimtes in huizen en daken [8] . Alle vleermuissoorten almede hun verblijfplaats zijn wettelijk beschermd onder de Wet natuurbescherming. Ook niet opzettelijke overtreding van het verbod is verboden. De bescherming geldt voor iedereen, voor zowel de grotere projecten van projectontwikkelaars, woningcorporaties en gemeenten, als particulieren die hun huis isoleren of een dakkapel plaatsen.

Volgens art. 1.12 Wet natuurbescherming moeten Gedeputeerde Staten van de provincie zorg dragen voor het nemen van de nodige maatregelen voor het behoud of het herstel van een gunstige staat van instandhouding van de beschermde vleermuis soorten.

In de publicatie “Wat heeft soortenbescherming met uw werkzaamheden te maken” [9] van de Provincie Limburg staat beschreven dat het verstandig is om als particulier een ecologisch deskundige in te schakelen. In de publicatie wordt een beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van de burger. Echter, particulieren weten vaak niet dat vleermuizen in gebouwen verblijven, hebben geen specifieke kennis en denken nog vaak dat vleermuizen plaagdieren zijn [10]. Door ondeskundigheid en hoge kosten die verbonden zijn aan onderzoeken zien particulieren geregeld af van een vleermuisdeskundige, met als mogelijk gevolg dat er vleermuizen of kraamkolonies worden gemist.

4. Is het college bereid om particulieren beter te informeren over de ecologie van verschillende vleermuissoorten, de wet natuurbescherming, de te nemen maatregelen en over (verplichte) onderzoeken voorafgaand aan werkzaamheden?

Ook andere initiatiefnemers zoals gemeentes, projectleiders, woningstichtingen en isolatiebedrijven zouden beter en actiever geïnformeerd moeten worden want ook bij deze groep is er sprake van een kennislacune. Als voorbeeld kan worden genoemd de Isolatiebedrijven. Zij geven vaak aan te kijken met een endoscoop. De fractie van de Partij voor de Dieren is van mening dat er gegeven de strikte bescherming van vleermuizen er vanuit de provincie Limburg beter beleid moet komen in de vorm van voorlichting, maatregelen en subsidies. Dit voorkomt onder andere dat onverwachte overtredingen van de Wnb minder zullen worden begaan en dat vleermuizen een betere kans hebben te overleven en minder snel “dakloos” worden.

5. Is het college bekend met de uitspraak van de rechter dat alleen het gebruik van een endoscoop aanwezige vleermuizen niet kan uitsluiten en daarom onvoldoende is [11]?

6. Hoe denkt het college over het instellen van een meldingsplicht voor particulieren, het laten gelden van een werkprotocol voor isolatiebedrijven en het opleggen van een verplicht vooronderzoek bij isolatieklussen? Graag een gemotiveerde beantwoording per vraag.

7. De kosten verbonden van ecologische onderzoeken voorafgaand aan activiteiten zijn hoog. Is het college bereid particulieren die willen gaan verduurzamen een tegemoetkoming toe te kennen voor de kosten van ecologische vleermuisonderzoeken, en voor de te nemen maatregelen voorafgaand aan de werkzaamheden in de vorm van een subsidie? Graag een gemotiveerde motivering waarom wel en waarom niet.

Het is van groot belang om duurzame alternatieven en maatregelen te treffen voor verblijfplaatsen voor de vleermuis, ook bij particuliere initiatieven. Vaak is de compensatie onvoldoende of zijn de aangeboden alternatieven niet geschikt met als gevolg dat
verblijfplaatsen verloren gaan. Vleermuisexperts kunnen hierin adviseren. Vanuit diverse organisaties, waaronder de Zoogdiervereniging [12], is de wens ontstaan om voor particulieren
een regeling te treffen met te nemen maatregelen.

8. Kan het college aangeven welke vormen van compensatie en maatregelen er momenteel gelden in de provincie voor particulieren?

9. Is het college bereid om rond de tafel te gaan zitten met deskundigen om tot een effectief maatregelenpakket te komen?

10. Is het college bereid om de procedure bij verlening van ontheffingen aan te scherpen via monitoring, ook van de compensatiemaatregelen, en te handhaven op de ontheffingsvoorwaarden?

Onder meer met het oog op de versnelling van de energietransitie kunnen gemeenten gebruik maken van gebiedsontheffingen en een Soorten Management Plan (SMP), dat fungeert als basis voor een gebiedsontheffing. Bij een SMP doet een gemeente onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen binnen een groot uitgezet gebied, om een beeld te krijgen welke soorten vleermuizen in dat gebied voorkomen en waar in dat gebied kritische verblijfplaatsfuncties aanwezig zijn. Een SMP dient wel gedegen uitgevoerd te worden en niet enkel op basis van modellen [13]/

In een SMP staat omschreven onder welke maatregelen ruimtelijke ingrepen uitgevoerd mogen worden. Met een SMP vraagt een gemeente een gebiedsontheffing aan. Alle partijen (dus ook particulieren) die kunnen aantonen dat zij werkzaamheden gaan uitvoeren volgens een Soorten Management Plan kunnen dan via de gemeente toestemming krijgen via de gebiedsontheffing. Voordeel is dat de kosten voor onderzoek flink omlaaggaan en de
vleermuizen uiteindelijk een betere bescherming krijgen door het aanbieden van alternatieve verblijfplaatsen. Een voordeel is ook dat je op die manier vertraging "door natuur" kan voorkomen door te weten waar de vleermuizen zitten

11. Landelijk zijn er steeds meer gemeentes en Provincies die het gebruik van een Soorten Management Plan onder de aandacht brengen en stimuleren via stimuleringsregelingen en/of financieringen [14] [15]. Voor zover bekend staat het gebruik van een Soorten Management Plan (SMP) in de Provincie Limburg nog in
de kinderschoenen. Kan het college in getallen aangeven hoeveel ontheffingen er in de provincie er zijn afgegeven met als basis een SMP?

12. Stimuleert het college het gebruik van een SMP bij organisaties, coöperaties en gemeentes? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, hoe denkt het college het gebruik van een SMP te gaan stimuleren?

Bij voorbaat dank voor beantwoording van deze vragen binnen de daarvoor geldende termijn,

Met vriendelijke groet,
Pascale Plusquin
Partij voor de Dieren

1 https://www.limburger.nl/cnt/d...

2 https://www.zoogdiervereniging...

https://www.naturetoday.com/in...

3 https://www.buiten-beeld.nl/ne...

4 https://www.stichtingsevon.nl/...

5 https://www.zoogdiervereniging...

01/ZV%202023.01%20Reactie%20Zoogdiervereniging%20op%20Amicus%20%20curiae%20vraag%20Raad%20van%20State.pdf

6 https://www.stichtingsevon.nl/...

7 https://www.limburger.nl/cnt/d...

8 https://www.zoogdiervereniging...

9 https://www.limburg.nl/publish...

10 https://www.batweter.nl/attach...

11 https://uitspraken.rechtspraak...

12 https://www.zoogdiervereniging...

13 R. Janssen, persoonlijke communicatie, 28-02-2022

14 https://www.buwa.nl/fileadmin/...


Vraag 1

Is het college bekend met het artikel in de Limburger over de vele slachtoffers onder vleermuizen bij woningisolatie, en met de brieven aan de Raad van State https://www.raadvanstate.nl/co... met daarin de zienswijze van de Zoogdierbescherming en SEVON ten aanzien van de effecten van het na-isoleren van spouwmuren op vleermuizen?

Antwoord

Ja, dit artikel en de oproep “meedenkers gezocht” van de Raad van State zijn ons bekend. De Raad van State heeft op 18 april j.l. een tweede zitting in de rechtszaak over de eventuele aanwezigheid van vleermuizen in spouwmuren gehouden.

Vraag 2

Wat vindt het college van het feit dat leefplekken van vleermuizen onder grote druk staan, dat ze bij werkzaamheden, zoals woningisolatie, vaak levend worden begraven, dat kraamkolonies en belangrijke vleermuisverblijfplaatsen verdwijnen en dat daardoor een negatieve populatietrend is ontstaan?

Antwoord
Het is duidelijk dat leefplekken van gebouwbewonende soorten vleermuizen (en gebouwbewonende soorten vogels, zoals huismus en gierzwaluw) onder druk staan door de energetische verduurzaming van
woningen. Dat daar slachtoffers door vallen en verblijfplaatsen verdwijnen is zeer te betreuren en niet toegestaan op basis van de Wet natuurbescherming (Wnb).


Vraag 3
Is het college van mening dat vanuit de provincie hier met spoed iets aan gedaan moet gaan worden?


Antwoord
Ja, we zijn daarom gestart met voorlichting van gemeenten en woningcorporaties. Hierbij wordt informatie verstrekt over de Wnb en maatregelen die getroffen moeten worden. Dit is niet voldoende; er is
aanvullende voorlichting van particulieren en isolatiebedrijven nodig om overtreding van de Wet natuurbescherming te voorkomen.


Vraag 4
Is het college bereid om particulieren beter te informeren over de ecologie van verschillende vleermuissoorten, de wet natuurbescherming, de te nemen maatregelen en over (verplichte) onderzoeken voorafgaand aan werkzaamheden?

Antwoord
Ja, wij zijn gestart met voorlichting, bijvoorbeeld in de vorm van het filmpje dat onlangs op de facebookpagina van de provincie is geplaatst over vleermuizen en isoleren (https://fb.watch/jhh5DDC6YF/). Daarnaast hebben wij eind 2022 een voorlichtingsbrochure ontwikkeld om soortenbescherming meer onder de aandacht te brengen. Deze brochure hebben wij in december vorig jaar naar alle gemeenten en woningcorporaties gestuurd en op onze website geplaatst. Er is echter nog aanvullende voorlichting noodzakelijk, hiervoor zien wij ook een rol voor gemeentes.


Vraag 5
Is het college bekend met de uitspraak van de rechter dat alleen het gebruik van een endoscoop aanwezige vleermuizen niet kan uitsluiten en daarom onvoldoende is.

Antwoord
Wij zijn bekend met de uitspraak van rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2021:2421) inzake de Wet natuurbescherming en de eventuele aanwezigheid van vleermuizen in spouwmuren. Tegen deze
uitspraak is hoger beroep ingediend bij de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft iedereen de mogelijkheid geboden om mee te denken
in deze zaak. Eén van de vragen die de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft gesteld is in hoeverre endoscopisch onderzoek gebruikelijk en geschikt is om te boordelen of er vleermuizen in de spouwmuur aanwezig zijn en zo ja, welke eisen aan een dergelijk onderzoek moeten worden gesteld.

Vraag 6
Hoe denkt het college over het instellen van een meldingsplicht voor particulieren, het laten gelden van een werkprotocol voor isolatiebedrijven en het opleggen van een verplicht vooronderzoek bij isolatieklussen? Graag een gemotiveerde beantwoording per vraag.


Antwoord
Voor iedereen geldt op grond van de Wet natuurbescherming een onderzoeks- en eventueel een ontheffingsplicht voor het na-isoleren van woningen (zie ook onze brochure) als er beschermde soorten aanwezig zijn. Een meldingsplicht voor particulieren is niet door de provincie afdwingbaar. Wel kunnen we particulieren wijzen op de plichten rondom beschermde soorten en het eventuele handhavingstraject bij constatering van overtredingen. Een vooronderzoek en eventueel werkprotocol voor isolatiebedrijven wordt al gevraagd bij ontheffingen en is daarnaast onderdeel van een soortenmanagementplan (SMP).

Vraag 7
De kosten verbonden van ecologische onderzoeken voorafgaand aan activiteiten zijn hoog. Is het college bereid particulieren die willen gaan verduurzamen een tegemoetkoming toe te kennen voor de kosten van
ecologische vleermuisonderzoeken, en voor de te nemen maatregelen voorafgaand aan de werkzaamheden in de vorm van een subsidie? Graag een gemotiveerde motivering waarom wel en waarom niet.


Antwoord
Een individuele beoordeling van ieder te isoleren woning is niet kostenefficiënt en is bovendien niet de beste methode om gebouwbewonende soorten te beschermen. Het heffen van leges betekent extra kosten voor aanvragers en kan invloed hebben op de bereidheid ontheffingen aan te vragen.
Dit onderwerp wordt ook meegenomen in de discussie over de legesverordening 2024. Daarom wordt ingezet op grootschalig onderzoek op gemeentelijk niveau en daaruit volgende maatregelen ter bevordering van de kansen voor de betreffende soorten. Dit gebeurt in het kader van het opstellen van SMP’s, zie ook het antwoord op vraag 11. Om bij te dragen aan het opstellen van SMP’s hebben wij op dit moment ruim € 900.000,00 beschikbaar. Dit betreft grotendeels (ca. € 630.000,00) middelen die in december 2022 door het Rijk beschikbaar zijn gesteld in verband met de verduurzamingsopgave. D
it is terug te vinden in de jaarrekening 2022 (pagina 205). Het opstellen en goedkeuren van een SMP kan door de verplichte onderzoeken en de beoordeling 1,5 tot 2 jaar duren. SMP’s zijn ook van toepassing op woningen van particulieren binnen de betreffende gemeente, waardoor particulieren minder kosten hoeven te maken.

Vraag 8
Kan het college aangeven welke vormen van compensatie en maatregelen er momenteel gelden in de provincie voor particulieren?

Antwoord
Vanuit de provincie is er geen directe financiële compensatie beschikbaar voor particulieren. Particulieren moeten dezelfde wettelijke onderzoeken en maatregelen uitvoeren als andere partijen zoals woningcorporaties, bedrijven, projectontwikkelaars of andere overheden wanneer er geen SMP beschikbaar is in de betreffende gemeente.

Vraag 9
Is het college bereid om rond de tafel te gaan zitten met deskundigen om tot een effectief maatregelenpakket te komen?

Antwoord
Ja, wij zijn daartoe bereid. Onlangs heeft een aantal provinciale ecologen, vergunningverleners en toezichthouders een meerdaagse verdiepingscursus gevolgd over vleermuizen in gebouwen. Deze cursus is verzorgd door vleermuisdeskundigen van de Zoogdiervereniging. In IPO-verband is er een projectgroep die zich bezig houdt met dit onderwerp. Hierbij worden ook deskundigen geraadpleegd.

Vraag 10
Is het college bereid om de procedure bij verlening van ontheffingen aan te scherpen via monitoring, ook van de compensatiemaatregelen, en te handhaven op de ontheffingsvoorwaarden?

Antwoord
Bij het verlenen van ontheffingen toetsen we aan de Wet natuurbescherming en de beschikbare kennis over de bescherming van vleermuizen. Daarbij wordt soms ook monitoring opgelegd. Op verleende
ontheffingen wordt altijd risicogericht toezicht gehouden.

Vraag 11
Landelijk zijn er steeds meer gemeentes en Provincies die het gebruik van een Soorten Management Plan onder de aandacht brengen en stimuleren via stimuleringsregelingen en/of financieringen. Voor zover bekend staat het gebruik van een Soorten Management Plan (SMP) in de Provincie Limburg nog in de kinderschoenen. Kan het college in getallen aangeven hoeveel ontheffingen er in de provincie er zijn afgegeven met als basis een SMP?


Antwoord
Er zijn tot nu toe twee ontheffingen afgegeven op grond van een SMP (of een vergelijkbare aanpak) in Limburg. Deze zijn beide verstrekt aan woningcorporaties.

Vraag 12
Stimuleert het college het gebruik van een SMP bij organisaties, coöperaties en gemeentes? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, hoe denkt het college het gebruik van een SMP te gaan stimuleren?

Antwoord
Ja, wij stimuleren het gebruik van SMP’s, met name op gemeentelijk niveau om zo een grootschalig vlakdekkend en volledig onderzoek met maatregelen mogelijk te maken. Wij bieden gemeenten financiële en inhoudelijke ondersteuning bij het opstellen van SMP’s. Hierbij worden ook coöperaties, bedrijven en particulieren betrokken. Via de Regionale Energie Strategie (RES) zijn er bijeenkomsten rondom Natuur-Energietransitie-SMP’s georganiseerd voor gemeenten.

Deze zijn met name gericht op bewustwording en een uitnodiging om in gesprek gaan over de mogelijkheden om de energietransitie en natuurbescherming te combineren.


Wooncorporaties worden gestimuleerd om de dialoog met de gemeente te zoeken om tot een gezamenlijk SMP te komen. Parallel aan de SMP-aanpak zijn wij voornemens om de procedure van ontheffingverlening bij grootschalige renovatieprojecten, met de daarbij behorende onderzoeken en maatregelen, te versnellen, binnen de kaders van de Wet natuurbescherming. Gezien de urgentie die met betrekking tot snelle verduurzaming van woningen gevoeld wordt, wordt ook nagedacht over het preSMP, zoals dat nu al in Utrecht en Overijssel wordt toegepast. Hierbij kan er in het voortraject naar een SMP al onder voorwaarden en kleinschalig gewerkt worden. Wij onderzoeken of deze aanpak in provincie Limburg haalbaar is.

Gedeputeerde staten van Limburg
voorzitter
secretaris

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Plusquin over Gebrekkige bescherming Buizerd en Sperwer

Lees verder

Schriftelijke vragen Plusquin over bouw luxe bungalowpark Cottessen vlakbij Natura 2000 gebied en ondanks verzet omgeving

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer