Vragen over uitspraken van député Driessen over versoe­peling van natuur­beleid met Crisiswet


Indiendatum: jun. 2009

Geleen, 18 juni 2009


Betreft: vragen (art 38 RvO) over uitspraken van deputé Driessen over versoepeling van natuurbeleid met Crisiswet.


Geachte voorzitter,

In de Telegraaf van 13 juni spreekt gedeputeerde Driessen spreekt over een ‘verstikkende regelbrij rond nieuwe natuurgebieden’ en ‘irreële regels, waar de bezem door gehaald moet worden’. Voor de fractie van de Partij voor de Dieren is dit aanleiding voor de volgende vragen.

Vraag 1. Kent u het natuurjaarverslag 2008 van het Planbureau voor de Leefomgeving (Natuurbalans 2008)?

In bovengenoemd natuurjaarverslag staan de volgende citaten:

Lange tijd is de natuur in Nederland sterk achteruit gegaan, zowel in omvang als in kwaliteit. De resterende omvang van de populaties van alle inheemse planten- en dier soorten op het land in Nederland is teruggedrongen tot 10-15% van de populaties die in een ongestoorde, optimale situatie aanwezig zouden zijn geweest.

“Tussen 1990 en 2006 zijn de oppervlakte van natuurgebieden, de milieucondities en de ruimtelijke samenhang ervan verbeterd (zie Tabel S1 ‘Biodiversiteit’ en ‘Milieu- en ruimtecondities’). Deze gunstige ontwikkeling is echter de afgelopen vijf jaar afgevlakt of tot stilstand gekomen.

Over het geheel genomen is de afname van de biodiversiteit in Nederland in de afgelopen jaren niet tot staan gebracht. Ook voor het jaar 2010, het ijkjaar voor het Verdrag Inzake Biodiversiteit (CBD), lijkt het niet haalbaar om deze doelstelling te realiseren.

Een eerste schatting van de lokale ecosysteemkwaliteit - op basis van het nog niet vastgestelde systeem van kwaliteitsborging - leert dat in veel ecosystemen de kwaliteit nog niet op orde is (zie Figuur 2.2). De gemiddelde kwaliteit is nog matig.

Het huidige kwaliteitsverlies in natuurgebieden is ten opzichte van intacte landecosystemen ingeschat met behulp van rekenmodellen en expertkennis. De kwaliteit van de natuur is vooral achteruitgegaan door vermesting/verzuring (40% van het verlies), te lage grondwaterstand (20% van het verlies) en te grote versnippering (15% van het verlies) (Van Hinsberg et al., 2004).

Vraag 2. Bent u het met ons eens dat niets doen gelijkstaat aan accepteren van een voortgaand verlies aan natuurwaarden?

Vraag 3. Vindt u een structureel verlies van Limburgse natuurwaarden acceptabel?

Vraag 4. Bent u van mening dat plannen niet hoeven te worden getoetst op verenigbaarheid met natuurwaarden? Indien uw antwoord nee is, en aangezien u zeer stellig bent over het irreële karakter van de huidige natuurregels: vind u dat natuurbehoud anders dient te worden gewaarborgd dan dit op project- en/of clusterbasis te beoordelen ?

Vraag 5. Wat is er volgens u irreëel aan de voorwaarde dat het toestaan van een activiteiten wordt getoetst op verenigbaarheid met wettelijk beschermde natuurwaarden?

Vraag 6. Heeft gedeputeerde Driessen namens het College van GS gesproken? Zo ja, hoe kan het dat Provinciale Staten via de krant worden geïnformeerd over dit standpunt van het College?

Vraag 7. Wat eist de wet volgens Driessen méér dan dat bij het toestaan van activiteiten wordt beoordeeld of deze samengaan met de aanwezige natuurwaarden?

Vraag 8. Kent u het rapport ‘De habitattoets getoetst’ (Chris Backes e.a., onderzoek in opdracht van LNV, Februari 2007, Rapport 6.07.05, LEI, Den Haag, waaronder bijlage 2, Lijst betrokken overheden, waarop ook Limburg wordt genoemd)?

Vraag 9. Wat zijn uw conclusies geweest over dit rapport?

Vraag 10. Kent u onderzoeksrapport ‘Bescherming van natuurgebieden’ van 21 juni 2007 door de Algemene Rekenkamer?

Vraag 11. Wat zijn uw conclusies geweest over dit rapport?

Vraag 12. Sinds 2005 is het provinciebestuur medeverantwoordelijk voor het instandhouding van de provinciale natuur. Dit is -gewoontegetrouw- gebeurd in democratische besluitvorming. Nu is het Limburgse provinciebestuur gaan klagen over deze verantwoordelijkheid.
Is het aan het provinciebestuur voorbij gegaan dat de Natuurbeschermingswet is afgekondigd? Zo nee, waarom heeft zij zich hier niet eerder over uitgelaten?

Vraag 13. Op welk moment is het proviciebestuur bekend geworden dat zij het bevoegd gezag zullen worden inzake de Habitattoets, zoals neergelegd in de Natuurbeschermingswet? Heeft het provinciebestuur toen dezelfde inbreng gegeven als nu via de Telegraaf?
Zo nee, waarom niet?

Vraag 14. Biedt u nu ook aan anderen een vrijbrief te tornen aan democratische besluitvorming, nu u meent dat de Crisiswet gelegenheid biedt tot aanpassing van natuurbeleid? Zo nee, waarom niet?

Ik stel prijs op een schriftelijke beantwoording van mijn vraag in de daarvoor geldende termijn van 30 dagen (artikel 38, Reglement van Orde).

Hoogachtend,

Namens de Partij voor de Dieren-fractie in de Provinciale Staten van Limburg,


Drs. F.P. Wassenberg
Fractievoorzitter


Interessant voor jou

Vragen over mogelijk onrechtmatig verleende vergunningen.

Lees verder

Vragen over ontsnipperingsbeleid natuurgebieden

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer