Vragen over herin­tro­ductie edel­herten in de Meinweg


Indiendatum: mrt. 2010


Maastricht, 5 maart 2010


Betreft: vragen (artikel 38 Reglement van Orde) over de herintroductie van edelherten in de Meinweg

Geachte voorzitter,

De fractie van de Partij voor de Dieren heeft kennis genomen van de beantwoording van de vragen over de herintroductie van edelherten in de Meinweg d.d. 2 februari 2010. Naar aanleiding van de antwoorden op deze vragen wil ik de volgende schriftelijke vragen stellen ( art. 38 RvO).

1)Om hoeveel dieren zal het in beginsel gaan en hoe is de verhouding naar geslacht binnen de groep?

2)Als middel om de schade aan landbouwgewassen te beperken wordt in het antwoord op vraag 7 genoemd: het voeren van een actief populatiebeheer door Staatsbosbeheer. Is de term actief populatiebeheer in deze context synoniem aan afschot van een teveel aan edelherten? Zo ja, vanaf welk aantal zou er sprake zijn van een overschot aan dieren?

3)Indien de vorige vraag positief is beantwoord: Is er onderzoek gedaan naar overige mogelijkheden van populatiebeheer met een meer preventief karakter, zoals het toedienen van anticonceptiva?

Uw beantwoording van vraag 4 van de voornoemde vragen geeft aan dat een goedgekeurd Hoofdstuk Edelhert, opgesteld door de faunabeheereenheid één van de voorwaarden is om herintroductie van edelherten in de Meinweg mogelijk te maken.

4)Aan welke voorwaarden dient het op te stellen Hoofdstuk Edelhert te voldoen om goedgekeurd te worden? Dient dit hoofdstuk ook bepaalde minimumwelzijnseisen voor de dieren te bevatten?

Vraag 9 van bovengenoemde vragen informeert naar de wijze waarop onze Duitse buren tegen dit project aankijken. In de beantwoording wordt verwezen naar een gezamenlijke studie met de Duitse partners in het gebied naar de geschiktheid van de locatie voor introductie van het edelhert. Volgens deze studie zou de locatie daadwerkelijk geschikt worden bevonden.
Iets anders is de vraag of er overeenstemming met Duitsland bestaat over de vraag of er daadwerkelijk in dit gebied edelherten zouden moeten worden uitgezet en de wijze waarop dat zou moeten gebeuren. In Duitsland zijn hier vragen over gesteld aan het Ministerium für Umwelt und Naturschutz Landwirtschaft und Verbraucherschutz des Landes NordrheinWestfalen (bijlage). Minister Eckhart Uhlenberg geeft in deze brief de volgende reactie:

“Nicht richtig sind die Pressemeldungen, die niederländische Forstverwaltung und das Regionalforstamt Niederrhein wollten im Meinweggebiet ein gemeinsames Pilotprojekt zur Wiederansiedlung von Rotwild realisieren.
Auf niederländischer Seite wird nach meinem Kenntnisstand die Wiederansiedlung von Rotwild geplant. Auf deutscher Seite ist eine Ansiedlung von Seiten meines Ministeriums nicht vorgesehen.

De Duitse Meinweg behoort volgens de minister tot de zogenaamde ‘Freigebiete’ en edelherten zijn hier niet gewenst: “Rotwild ist in diesem Gebiet unerwünscht und darf dort nicht gehegt werden. In Freigebieten ist Kahlwild innerhalb der Jagdzeit zu erlegen. Der Totalabschuss von Hirschen kann, soweit erforderlich, angeordnet werden.”

5)Hoe verklaart u dat Staatsbosbeheer een ontheffing aanvraagt voor het uitvoeren van een grensoverschrijdend project, terwijl daar op Duitse bodem kennelijk geen of in ieder geval onvoldoende draagvlak voor is (temeer omdat in Duitsland jagers en grondeigenaren een vetorecht hebben)?

6)Wat vindt u er van dat wanneer de plannen van Staatsbosbeheer daadwerkelijk worden uitgevoerd, de herten op Duits grondgebied kennelijk vogelvrij zijn en daar bejaagd zullen worden?

7)Bent u bereid een negatief advies aan dit project te verbinden wanneer er geen overeenstemming met Duitsland wordt bereikt en de dieren op Duits grondgebied dus niet op dezelfde voorwaarden als beschreven in het Faunabeheerplan kunnen leven?

Ik stel prijs op een schriftelijke beantwoording van mijn vraag in de daarvoor geldende termijn van 30 dagen (artikel 38, Reglement van Orde).


Hoogachtend,

Namens de Partij voor de Dieren-fractie in de Provinciale Staten van Limburg,


Drs. F.P. Wassenberg
Fractievoorzitter

Indiendatum: mrt. 2010
Antwoorddatum: 30 mrt. 2010

Vraag 1) Om hoeveel dieren zal het in beginsel gaan en hoe is de verhouding naar geslacht binnen de groep?

Volgens opgave van Staatsbosbeheer zal de pilot starten met het uitzetten van een sociale groep vanongeveer 25 dieren. Dit aantal dieren zal bestaan uit 1 geslachtsrijp mannelijk hert (een zogenaamdplaatshert) en enkele groepen van vrouwelijke en jonge dieren in familieverband. Hoewel er gestreefdwordt naar een sexe-verhouding van 1:1, wordt ter voorkoming van stress tussen mannelijke dierenonderling, tijdens de uitwenfase voorde bovenaangegeven verhouding gekozen. Na de uitwenfase kanoverwogen worden nog één of twee plaatsherten in het gebied los te laten.

De exacte samenstelling van de gehele groep zal nog nader bepaald worden in overleg met debeheerders van het gebied van herkomst.

Vraag 2) Als middel om de schade aan landbouwgewassen te beperken wordt in het antwoord op vraag
7 genoemd: het voeren van een actief populatiebeheer door Staatsbosbeheer. Is de term actiefpopulatiebeheer in deze context synoniem aan afschot van een teveel aan edelherten? Zo ja, vanaf welkaantal zou er sprake zijn van een overschot aan dieren?

Omdat er ook andere functies, zoals verkeer en landbouw in of rond het gebied aanwezig zijn is regulatievan de aantallen nodig. Populatiebeheer van wilde grote hoefdieren wordt gewoonlijk uitgevoerd doormiddel van afschot. Vooralsnog wordt door Staatsbosbeheer uitgegaan van een minimale populatie vanéén dier op 50 hectare bos. Als blijkt dat een dergelijke populatie zonder problemen in het gebied kanleven, kan worden overwogen de populatieomvang in beperkte mate op te voeren. Besluitvorming overdit onderwerp is aan de orde bij het opstellen van het faunabeheerplan door de FaunabeheereenheidLimburg.

Vraag 3) Indien de vorige vraag positief is beantwoord: Is er onderzoek gedaan naar overige mogelijkheden vanpopulatiebeheer met een meer preventief karakter, zoals het toedienen van anticonceptiva?

Van contraceptie als mogelijke alternatieve methode om aanwas te beperken is vooralsnog niet duidelijkin hoeverre dit bij wilde hoefdieren als geboorteregulerend middel toepasbaar is. Het Faunafonds heeftdaarom, binnen haar doelstelling om onderzoek te verrichten naar alternatieven voor afschot bijschadebestrijding en populatiebeheer, aan de Resource Ecology Group van Universiteit Wageningengevraagd om op basis van de actuele wetenschappelijke inzichten een overzicht van de mogelijkhedenen beperkingen van contraceptie bij wilde hoefdieren te maken. Wanneer hieruit naar voren komt datdeze methode in de Limburgse situatie toepasbaar is, dan zal overwogen worden hiervan gebruik temaken.

Vraag 4) Uw beantwoording van vraag 4 van de voornoemde vragen geeft aan dat een goedgekeurd HoofdstukEdelhert, opgesteld door de faunabeheereenheid, één van de voorwaarden is om herintroductie vanedelherten in de Meinweg mogelijk te maken. Aan welke voorwaarden dient het op te stellen HoofdstukEdelhert te voldoen om goedgekeurd te worden? Dient dit hoofdstuk ook bepaalde minimumwelzijnseisenvoor de dieren te bevatten?

Een faunabeheerplan wordt getoetst aan de criteria in het Besluit faunabeheer, waarbij onder meergetoetst wordt op een deugdelijke onderbouwing van de wenselijke stand, de afweging van alternatievenvoor het doden van dieren en de duurzame staat van instandhouding van de populatie. Ten aanzien vande welzijnseisen geldt dat een ontheffing voor het doden van edelherten mede kan worden verleend opgrond van het wettelijk belang om onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren te voorkomen.

Het welzijn van de dieren wordt in belangrijke mate bepaald door de draagkrachtvan het leefgebied ende mate waarin ze natuurlijk gedrag kunnen vertonen.


Vraag 5) Vraag 9 van bovengenoemde vragen informeert naar de wijze waarop onze Duitse buren tegen dit projectaankijken. In de beantwoording wordt verwezen naar een gezamenlijke studie met de Duitse partners inhet gebied naar de geschiktheid van de locatie voor introductie van het edelhert. Volgens deze studie zoude locatie daadwerkelijk geschikt worden bevonden. Iets anders is de vraag of er overeenstemming metDuitsland bestaat over de vraag of er daadwerkelijk in dit gebied edelherten zouden moeten wordenuitgezet en de wijze waarop dat zou moeten gebeuren. In Duitsland zijn hier vragen over gesteld aan hetMinisterium für Umwelt und Naturschutz Landwirtschaft und Verbraucherschutz des LandesNordrheinWestfalen (bijlage). Minister Eckhart Uhlenberg geeft in deze briefde volgende reactie: "Nichtrichtig sind die Pressemeldungen, die Niederlandische Forstverwaltung und das RegionalforstamtNiederrhein wollten im Meinweggebiet ein gemeinsames Pilotprojekt zur Wiederansiediung von Rotwildrealisieren. Auf niederlandischer Seite wird nach meinem Kenntnisstand die Wiederansiediung vonRotwild geplant Aufdeutscher Seite ist eine Ansiedlung von Seiten meines Ministeriums nichtvorgesehen." De Duitse Meinweg behoort volgens de minister tot de zogenaamde 'Freigebiete' enedelherten zijn hier niet gewenst: "Rotwild ist in dïesem Gebiet unerwünscht und darf dort nicht gehegtwerden. In Freigebieten ist Kahlwild innerhalb derJagdzeit zu erlegen. Der Totalabschuss von Hirschenkann, soweit erforderlich, angeordnet werden." Hoe verklaart u dat Staatsbosbeheer een ontheffingaanvraagt voor het uitvoeren van een grensoverschrijdend project, terwijl daar op Duitse bodem kennelijkgeen of in ieder geval onvoldoende draagvlak voor is (temeer omdat in Duitsland jagers engrondeigenaren een vetorecht hebben)?

Het Regional Forstamt Niederrhien en Staatsbosbeheer werken samen om in het Duits-Nederlandsegrensgebied een populatie edelherten te kunnen vestigen. Het Regional Forstamt is nog niet zover dat eral een formeel verzoek is ingediend bij de Duitse overheid om een leefgebied voor roodwild te kunnenvestigen. De genoemde brief geeft derhalve het vigerende Duitse beleid ter zake weer, hetgeen inhoudtdat afschot van edelherten aan de orde kan zijn. Verder wordt in de brief weergegeven op welke grondenhet beleid kan worden bijgesteld.

Vraag 6) Wat vindt u er van dat wanneer de plannen van Staatsbosbeheer daadwerkelijk worden uitgevoerd, deherten op Duits grondgebied kennelijk vogelvrij zijn en daar bejaagd zullen worden?

Het is vanzelfsprekend dat Staatsbosbeheer in de Meinweg geen herten zal loslaten in de vrije wildbaanwanneer met de Duitse betrokkenen geen overeenstemming wordt bereikt over de mogelijkheden om eengrensoverschrijdende populatie duurzaam in stand te houden.

Vraag 7) Bent u bereid een negatief advies aan dit project te verbinden wanneer er geen overeenstemming metDuitsland wordt bereikt en de dieren op Duits grondgebied dus niet op dezelfde voorwaarden alsbeschreven in het faunabeheerplan kunnen leven?

In Duitsland is er sprake van een andere juridische status van het Edelhert dan in Nederland.
De instandhouding van een populatie edelherten vergt daarom in Duitsland een andere aanpak enbesluitvorming dan in Nederland. Van gelijke voorwaarden zal dientengevolge geen sprake zijn.Dit gegeven is voor ons geen aanleiding om negatief te adviseren over het project.

Interessant voor jou

Vragen over fijnstofproblematiek en de intensieve veehouderij

Lees verder

Vragen over beverklemmen bij de Maas in Visserweert

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer