Vragen aan GS over illegale uitbrei­dingen nert­sen­fok­ke­rijen Limburg


Indiendatum: dec. 2015

Geacht College,

Op 15 januari 2013 is de wet Verbod pelsdierhouderij in werking getreden. Volgens deze wet mogen nertsenfokkers tot 1 januari 2024 nertsen fokken voor bont. Het opzetten van nieuwe nertsenfokkerijen en uitbreidingen is niet toegestaan. Dit verbod is op 21 mei 2014 tijdelijk buiten werking gesteld door een uitspraak van de Rechtbank in Den Haag. Deze uitspraak maakte het voor de nertsenfokkers mogelijk om flink uit te breiden, maar wel op eigen risico, omdat bekend was dat de Staat in hoger beroep ging.

Op 10 november 2015 heeft het Gerechtshof in Den Haag de Nederlandse Staat alsnog in het gelijk gesteld en is de wet met terugwerkende kracht weer hersteld. Alle uitbreidingen zijn met deze uitspraak in één klap illegaal geworden.

Meer dan 20.000 vergunde moederdieren zijn er bij gekomen op zes Limburgse nertsenfokkerijen. De moederdieren brengen gemiddeld vijf jongen voort. Het gaat daarmee in Limburg om 100.000 jonge nertsen die jaarlijks extra vergast worden. Dat zal binnen enkele weken gebeuren. De moederdieren en de reuen worden geselecteerd voor het volgende fokseizoen. Het is dan ook noodzakelijk dat de provincie snel ingrijpt. Inmiddels is er bij de provincie een verzoek tot handhaving binnen gekomen, waarop de provincie binnen 8 weken moet reageren.

De Partij voor de Dieren fractie heeft in verband met deze dringende aangelegenheid de volgende vragen aan het college:

1) Waarom heeft de provincie Limburg na de uitspraak van de rechtbank Den Haag vergunningaanvragen Natuurbeschermingswet voor uitbreidingen in behandeling genomen, terwijl bekend was dat de Staat in hoger beroep zou gaan? En bij een geslaagd hoger beroep de uitbreiding alsnog illegaal zouden zijn?

2) Hoe is het mogelijk dat er ook al in het jaar 2013 vergunningen verleend zijn, vóór de uitspraak die de Wet verbod pelsdierhouderij tijdelijk opschortte, te weten in Ven-Zelderheide (Besluit kenmerk 2013/49375) en Wanroij (Besluit kenmerk 2013/34421 en 2013/34421)?

3) Op welke termijn gaat GS de vergunningen intrekken en handhavend optreden tegen de illegale uitbreidingen door de Limburgse bontfokkers?

Hoogachtend,

Namens de Partij voor de Dierenfractie in de Provinciale Staten van Limburg,

Drs. F.P. Wassenberg (Frank)

Fractievoorzitter

Indiendatum: dec. 2015
Antwoorddatum: 5 jan. 2016

Vraag 1) Waarom heeft de provincie Limburg na de uitspraak van de rechtbank Den Haag vergunningaanvragenNatuurbeschermingswet voor uitbreidingen in behandeling genomen, terwijl bekend was dat de Staat inhoger beroep zou gaan? En bij een geslaagd hoger beroep de uitbreidingen alsnog illegaal zouden zijn?

De vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) strekt uitsluitendter bescherming van de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden en beschermdenatuurmonumenten. Tegen deze achtergrond kan een aangevraagde Nbw-vergunning enkel wordengeweigerd vanwege een (mogelijke) aantasting van de natuurlijke kenmerken van deze gebieden.Mogelijke strijd met de Wet verbod pelsdierhouderij is daarbij niet relevant. Reden waarom het door deStaat ingestelde beroep in het kader van de Wet verbod pelsdierhouderij geen aanleiding vormde omaanvragen om een Nbw-vergunning voor het uitbreiden van een nertsfokkerij (tijdelijk) niet in behandelingte nemen.

Vraag 2) Hoe is het mogelijk dat er ook al in het jaar 2013 vergunningen verleend zijn, vóór de uitspraak die deWet verbod pelsdierhouderij tijdelijk opschortte, te weten in Ven-Zelderheide (Besluit kenmerk2013/49375) en Wanroij (Besluit kenmerk 2013/34421)?

Zie het antwoord onder vraag 1.

Vraag 3) Op welke termijn gaat GS de vergunningen intrekken en handhavend optreden tegen de illegaleuitbreidingen door de Limburgse bontfokkers?

De Nbw 1998 voorziet in de bevoegdheid om in bepaalde gevallen een verleende Nbw-vergunning in tetrekken. Verondersteld dat al sprake is van een zodanig geval, kan van deze bevoegdheid enkel gebruikworden gemaakt indien bij afweging van de door de Nbw 1998 in zoverre beschermde belangen (lees: denatuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden en beschermde natuurmomenten) en de belangen vande vergunninghouder, wordt vastgesteld dat de door de Nbw 1998 beschermde belangen zwaarder(dienen te) wegen.

De Wet verbod pelshouderij laat onverlet dat bij de betreffende bedrijven geen sprake is van een situatiewaarin de door de Nbw 1998 beschermde belangen in het geding zijn. Reden waarom door ons collegegeen gebruik kan worden gemaakt van de bevoegdheid om de verleende Nbw-vergunning in te trekkenen - vervolgens - over te gaan tot handhavend optreden tegen de betreffende bedrijven.

Overigens bestaat in voorkomend geval dat sprake is van het overtreden van de Wet verbodpelsdierhouderij, in principe op basis van die wet de bevoegdheid tot handhavend optreden(in het geval dat de wet van kracht blijft). Bevoegd gezag voor die specifieke wet is echter deMinister van Economische Zaken.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen de gevolgen van de Urgenda-uitspraak voor het Limburgse klimaatbeleid

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake burgerparticipatie bij ontgrondingsvergunning Centrale Zandwinning Weert

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer