Schrif­te­lijke vragen Plusquin over Verdrin­kingsdood vee door over­stro­mingen in Limburg


Indiendatum: 27 jul. 2021

Geacht college,

De provincie Limburg werd de afgelopen week geteisterd door watersnood. Naast wateroverlast voor mensen, leidde dit ook tot schrijnende situaties bij dieren. Een kalfje in Roermond kon maar ternauwernood worden gered;[1] talloze andere dieren verdronken of werden tot wel honderd kilometer meegevoerd. Sommige dieren die toch geëvacueerd werden, reageerden agressief. Daarop zijn in Gelderland koeien afgeschoten.[2]

In de provincie Limburg zijn de veiligheidsregio’s Limburg-Noord en Zuid-Limburg bevoegd gezag om een crisisplan vast te stellen voor rampenbestrijding.[3] Daarbij is een veiligheidsregio verplicht om het crisisplan af te stemmen met dat van aangrenzende veiligheidsregio’s.[4] De commissaris van de Koning heeft op basis van de Wet veiligheidsregio’s ook de nodige bevoegdheden om de veiligheidsregio’s bij te staan.[5] Gelet op deze rol van de commissaris van de Koning leidt dit bij de Partij voor de Dieren-fractie tot de volgende vragen.

  • Weet de commissaris van de Koning hoeveel vee en paarden er de afgelopen week zijn verdronken door de overstromingen? Zijn er daartoe meldingen binnengekomen bij de provincie? Zo ja, kan de commissaris van de Koning daar een overzicht van laten toekomen en zo nee, kan de commissaris van de Koning dit overzicht opvragen?
  • Weet de commissaris van de Koning hoeveel wilde dieren er de afgelopen week verdronken zijn door de overstromingen? Zo ja, kan het hiertoe een schatting geven? Zo nee, wil het college hiertoe een meting laten verrichten om zo een inzicht te geven in de huidige populaties in de betreffende gebieden?

De gemeentebesturen die tot een gezamenlijke regio behoren, dienen een veiligheidsregio in te stellen.[6] Bij deze regeling worden taken en bevoegdheden van de gemeente overgedragen aan de veiligheidsregio.[7] Hieronder vallen de brandweerzorg, de meldkamerfunctie en het voorbereiden op het organiseren van rampenbestrijding en crisisbeheersing.[8] Daarbij dient het gevaar voor mensen en dieren, anders dan bij brand, beperkt en bestreden te worden.[9]

  • De veiligheidsregio’s hebben de wettelijke taak om de meldkamerfunctie uit te voeren.[10] In het digitale tijdperk kan een rampenwebsite daarbij mensen- en dierenlevens redden, waarbij in één oogopslag te zien is waar mensen en dieren in nood verkeren. Vanuit het hele land is bijvoorbeeld deskundige hulp aangeboden om verdrinkende dieren met boten te komen helpen. Maar doordat onduidelijk was waar men precies moest zijn, kwam deze hulp in veel gevallen tevergeefs. Ook de LLTB wist niet waar vee in nood van niet-leden verkeerde. Hoe kan het gebeuren dat er op verschillende plekken vee verdronken is?
  • Is de commissaris van de Koning het met de PvdD-fractie eens dat een rampenwebsite een geschikt middel is om mensen- en dierenlevens te redden? Zo ja, wil deze de Limburgse veiligheidsregio’s aanwijzingen geven om tot een rampenwebsite te komen? Zo nee, waarom niet?

Verschillende organisaties als de Dierenbescherming, de Dierenambulance en DierenLot hebben de veiligheidsregio gecoördineerd hulp aangeboden om dieren in nood te redden. De Limburgse veiligheidsregio’s zijn daar echter niet op ingegaan, en hebben deze organisaties ook niet om hulp gevraagd.

  • Talloze dieren zijn een verdrinkingsdood gestorven. Ingaan op het aanbod van deze organisaties door de veiligheidsregio’s had mogelijk levens kunnen redden. Ook zijn er bij de brandweer verschillende meldingen gedaan over dieren in nood. Weet de commissaris van de Koning waarom de veiligheidsregio’s geen gebruik hebben gemaakt van deze hulp? Is deze hierover ingelicht?
  • Is het een mogelijkheid dit soort aanbiedingen op te nemen in de meldkamerfunctie? Wordt dit betrokken in de evaluatie?
  • Hebben de veiligheidsregio’s hiertoe hulp gevraagd op nationaal niveau? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt tot de wettelijke taak van de veiligheidsregio’s om gevaar voor dieren te bestrijden en te beperken?
  • Weet de commissaris van de Koning hoeveel meldingen er bij de veiligheidsregio’s binnengekomen zijn over dieren? Hoeveel meldingen zijn hiertoe opgevolgd?
  • Vindt de CdK dat de veiligheidsregio door hulp af te wijzen zich voldoende gekweten hebben van hun wettelijke taak om gevaar voor dieren te bestrijden en te beperken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor de commissaris van de Koning?
  • Vindt de CdK dat de veiligheidsregio’s door geen hulp te vragen bij deze organisaties zich voldoende proactief hebben opgesteld? Hoe vindt de commissaris van de Koning dat dit zich verhoudt tot de wettelijke taak van de veiligheidsregio’s om gevaar voor dieren te bestrijden en te beperken?

Talloze dieren werden niet geëvacueerd door de veiligheidsregio’s, en zijn daardoor verdronken. Men kan stellen dat het bestuur van de veiligheidsregio’s daardoor tekortgeschoten is in zijn wettelijke uitvoeringstaak om gevaar voor dieren te bestrijden en te beperken.[11]

  • Vindt de commissaris van de Koning dat het bestuur van de Limburgse veiligheidsregio’s tekortgeschoten is in zijn uitvoeringstaak? Zo ja, waarom en heeft deze overwogen om het bestuur een aanwijzing te geven om het bestuur te laten voldoen aan diens taakuitvoering?[12] Zo nee, waarom niet?
  • Veel dieren hadden gered kunnen worden als eerder tot evacuatie was overgegaan door de veiligheidsregio’s. Ter uitvoering van het Statenlidmaatschap is de commissaris van de Koning verzocht om de veiligheidsregio’s dieren te evacueren. Zijn er tussen de commissaris van de Koning en de voorzitters van de Limburgs veiligheidsregio’s inlichtingen verstrekt om dieren te evacueren?[13] Heeft de commissaris van de Koning de voorzitters van de Limburgse veiligheidsregio’s daarbij aanwijzingen gegeven over het evacueren van dieren?[14] Zo ja, waarom zijn deze niet opgevolgd? Zo nee, waarom niet?
  • Bij een ramp dient de veiligheidsregio een regionaal beleidsteam bijeen te roepen.[15] Heeft de commissaris van de Koning tijdens de ramp het regionale beleidsteem aanwijzingen gegeven om dieren te evacueren?[16] Zo nee, waarom niet?

De door de veiligheidsregio ingestelde brandweer dient het gevaar voor dieren te beperken en te bestrijden.[17] Daarbij dient de brandweer beknelde en ingesloten dieren te bevrijden.[18]

  • Veel van de verdronken dieren zijn ingezet ter begrazing in natuurgebieden. Door het stijgende water zaten deze dieren ingesloten door afrasteringen. Hierdoor konden ze dus geen kant op of niet eens de wal bereiken. De Wet veiligheidsregio’s geeft de brandweercommandant en de brandweer de bevoegdheid om elke plaats te betreden om hun taak te vervullen.[19] Vindt de commissaris van de Koning dat de veiligheidsregio’s de brandweer haar taak om beknelde en ingesloten dieren te bevrijden voldoende hebben laten uitvoeren? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor de commissaris van de Koning?
  • Een betere coördinatie door de veiligheidsregio’s had mogelijk veel leed kunnen voorkomen. Weet de commissaris van de Koning of de brandweer op enig moment aangegeven heeft ingekomen meldingen niet meer aan te kunnen? Zo ja, wat is er met dit signaal gebeurd?
  • De Wet veiligheidsregio’s geeft de commissaris van de Koning of door hem aangewezen personen eenzelfde bevoegdheid om elke plaats te betreden. Heeft de commissaris van de Koning overwogen om de toestemming te geven om ingesloten en beknelde dieren in Limburg te bevrijden? Zo nee, waarom niet?
  • Vee kon door de afrastering geen kant op. Kan begrazing in natuurgebieden nog wel plaats vinden als er geen vluchtwegen zijn? Wat gaat er gebeuren om te voorkomen dat vee de wal niet kan bereiken door gesloten omheiningen? Hoe vindt de commissaris van de Koning dat deze uitwassen zich verhouden tot de Wet dieren?[20]
  • Nu blijft er een enorme ravage achter, onder meer door aangespoeld rioolslib in de uiterwaarden. Daardoor is er te weinig voedsel aanwezig, en volgt mogelijk een ramp op een ramp. Kan de commissaris van de Koning een inschatting geven wanneer deze verwacht dat de gebieden weer schoon zijn? Vindt het college het nog verantwoord om vee in deze omstandigheden te laten grazen, of worden de dieren bijgevoerd? Hoe verhoudt dit zich tot de zorgeisen voor dieren zoals gesteld in de Wet dieren?[21]

Gaarne afzonderlijke beantwoording binnen de daarvoor geldende termijnen.

Hoogachtend,

Pascale Plusquin

Partij voor de Dieren


[1] https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/video/video/5242657/pascale-redde-een-kalf-van-de-verdrinkingsdood-dier-dreigt-nu-geslacht.

[2] Zie bijlage.

[3] Art. 16 lid 1 Wvr.

[4] Art. 16 lid 3 Wvr.

[5] Art. 41 e.v. Wvr.

[6] Artt. 9 jo. 8 Wvr.

[7] Art. 10 Wvr.

[8] Art. 10 sub e, g en i Wvr.

[9] Art. 25 lid 1 sub b Wvr.

[10] Artt. 10 sub g jo. 35 Wvr.

[11] Artt. 59 lid 1 jo. 25 lid 1 sub b Wvr.

[12] Art. 59 lid 1 Wvr.

[13] Artt. 43 jo. 42 jo. 41 Wvr.

[14] Art. 42 lid 1 Wvr.

[15] Art. 39 lid 2 Wvr.

[16] Artt. 41 jo. 39 lid 2 Wvr.

[17] Art. 25 lid 1 sub b Wvr.

[18] Art. 3.1.4 lid 2 sub a Besluit veiligheidsregio’s.

[19] Art. 62 lid 1 Wvr.

[20] Art. 2.1 lid 6 Wet dieren.

[21] Art. 1.3 leden 3, 2 en 1 Wet dieren.

Indiendatum: 27 jul. 2021
Antwoorddatum: 14 sep. 2021

Tijdens de hoogwater crisis zijn precaire situaties ontstaan voor zowel mens als dier en natuur. Het college van gedeputeerde staten en ik zijn -net zoals alle burgers en betrokken partijen- aangedaan over de enorme impact van deze hoogwater crisis. Vanuit onze gezamenlijke betrokkenheid zijn Gedeputeerde Staten en ik, vanuit onze wettelijke bevoegdheden en in samenwerking met de andere verantwoordelijke partners, nauw betrokken bij het herstel van onze samenleving als ook van de natuurgebieden als de dieren daarbinnen.

Onderstaande vragen beantwoord ik vanuit mijn taken en rollen als rijksorgaan op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Vanuit die hoedanigheid ben ik nauw betrokken bij de bestrijding van een crisis als ook de daarop volgende evaluaties. Aan de minister van Justitie en Veiligheid leg ik in dit kader verantwoording af. Het is daarmee niet aan de orde dat ik aan Provinciale Staten verantwoording afleg over mijn bevindingen tijdens deze hoogwatercrisis.

Na afstemming met de daartoe verantwoordelijke partners, antwoord ik u, voor zover mogelijk, op de door u gestelde vragen. De vragen 2, 17 en 18 worden in afstemming met gedeputeerde staten beantwoord.

Vraag 1) Weet de commissaris van de Koning hoeveel vee en paarden er de afgelopen week zijn verdronken door de overstromingen? Zijn er daartoe meldingen binnengekomen bij de provincie? Zo ja, kan de commissaris van de Koning daar een overzicht van laten toekomen en zo nee, kan de commissaris van de Koning dit overzicht opvragen?

Het is mij noch het college van gedeputeerde staten bekend hoeveel vee en paarden verdronken zijn ten gevolge van de overstromingen. De Provincie heeft geen melding ontvangen van verdronken vee of paarden. In geval de schadeafhandeling inzicht verschaft in de feitelijke aantallen van verdronken vee en paarden, zal ik dit totaal aantal met u delen.

Vraag 2) Weet de commissaris van de Koning hoeveel wilde dieren er de afgelopen week verdronken zijn door de overstromingen? Zo ja, kan het hiertoe een schatting geven? Zo nee, wil het college hiertoe een meting laten verrichten om zo een inzicht te geven in de huidige populaties in de betreffende gebieden?

Het is niet te zeggen hoeveel wilde dieren er zijn verdronken. Overstromingen zijn natuurlijke processen in ecosystemen van beken en rivieren. Hier leven veelal soorten die aangepast zijn aan tijdelijke overstromingen. Deze soorten zijn mobiel (kunnen snel vertrekken) en hebben vaak een hoge reproductie (krijgen meer of vaker jongen) waarmee ze een verlies door een overstroming kunnen opvangen. Er zijn zeker dieren overleden door de overstromingen zoals nog niet vlieg vlugge jongen van broedvogels, rupsen van vlinders en zoogdieren die niet tijdig weg konden komen. Uiteindelijk kan (de tijd verschilt per diersoort) er vastgesteld worden of diersoorten uit overstromingsgebieden zijn verdwenen en/of ook nieuwe dieren het gebied hebben bevolkt. Dit gebeurt middels de reguliere monitoring. De natuurgebieden worden hiertoe elke 6 jaar op een beperkt aantal soorten onderzocht en de overige gebieden eens in de 12 jaar.

Vraag 3) De veiligheidsregio’s hebben de wettelijke taak om de meldkamerfunctie uit te voeren. In het digitale tijdperk kan een rampenwebsite daarbij mensen- en dierenlevens redden, waarbij in één oogopslag te zien is waar mensen en dieren in nood verkeren. Vanuit het hele land is bijvoorbeeld deskundige hulp aangeboden om verdrinkende dieren met boten te komen helpen. Maar doordat onduidelijk was waar men precies moest zijn, kwam deze hulp in veel gevallen tevergeefs. Ook de LLTB wist niet waar vee in nood van niet-leden verkeerde. Hoe kan het gebeuren dat er op verschillende plekken vee verdronken is?

Zie antwoord vraag 16.

Vraag 4) Is de commissaris van de Koning het met de PvdD-fractie eens dat een rampenwebsite een geschikt middel is om mensen- en dierenlevens te redden? Zo ja, wil deze de Limburgse veiligheidsregio’s aanwijzingen geven om tot een rampenwebsite te komen? Zo nee, waarom niet?

Zie antwoord vraag 16.

Vraag 5) Talloze dieren zijn een verdrinkingsdood gestorven. Ingaan op het aanbod van deze organisaties door de veiligheidsregio’s had mogelijk levens kunnen redden. Ook zijn er bij de brandweer verschillende meldingen gedaan over dieren in nood. Weet de commissaris van de Koning waarom de veiligheidsregio’s geen gebruik hebben gemaakt van deze hulp? Is deze hierover ingelicht?

Zie antwoord vraag 16.

Vraag 6) Is het een mogelijkheid dit soort aanbiedingen op te nemen in de meldkamerfunctie? Wordt dit betrokken in de evaluatie?

Zie antwoord vraag 16.

Vraag 7) Hebben de veiligheidsregio’s hiertoe hulp gevraagd op nationaal niveau? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt tot de wettelijke taak van de veiligheidsregio’s om gevaar voor dieren te bestrijden en te beperken?

Zie antwoord vraag 16.

Vraag 8) Weet de commissaris van de Koning hoeveel meldingen er bij de veiligheidsregio’s binnengekomen zijn over dieren? Hoeveel meldingen zijn hiertoe opgevolgd?

Na afstemming met de beide veiligheidsregio’s kan ik u mededelen dat er ten tijde van het hoogwater (13 tot 20 juli) in totaal 42 meldingen zijn binnengekomen over dieren in nood. Van een groot aantal van deze meldingen staat vast dat deze gerelateerd zijn aan het hoogwater. Er zijn bij de verantwoordelijke partners geen meldingen bekend waarbij de afhandeling vertraagd of onmogelijk was.

Vraag 9) Vindt de CdK dat de veiligheidsregio door hulp af te wijzen zich voldoende gekweten hebben van hun wettelijke taak om gevaar voor dieren te bestrijden en te beperken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor de commissaris van de Koning?

Zie antwoord vraag 16.

Vraag 10) Vindt de CdK dat de veiligheidsregio’s door geen hulp te vragen bij deze organisaties zich voldoende proactief hebben opgesteld? Hoe vindt de commissaris van de Koning dat dit zich verhoudt tot de wettelijke taak van de veiligheidsregio’s om gevaar voor dieren te bestrijden en te beperken?

Zie antwoord vraag 16.

Vraag 11) Vindt de commissaris van de Koning dat het bestuur van de Limburgse veiligheidsregio’s tekortgeschoten is in zijn uitvoeringstaak? Zo ja, waarom en heeft deze overwogen om het bestuur een aanwijzing te geven om het bestuur te laten voldoen aan diens taakuitvoering? Zo nee, waarom niet?

Zie antwoord vraag 16.

Vraag 12) Veel dieren hadden gered kunnen worden als eerder tot evacuatie was overgegaan door de veiligheidsregio’s. Ter uitvoering van het Statenlidmaatschap is de commissaris van de Koning verzocht om de veiligheidsregio’s dieren te evacueren. Zijn er tussen de commissaris van de Koning en de voorzitters van de Limburgs veiligheidsregio’s inlichtingen verstrekt om dieren te evacueren? Heeft de commissaris van de Koning de voorzitters van de Limburgse veiligheidsregio’s daarbij aanwijzingen gegeven over het evacueren van dieren? Zo ja, waarom zijn deze niet opgevolgd? Zo nee, waarom niet?

Op vrijdag 16 juli jl. heb ik van een statenlid een melding ontvangen over 25 Galloway koeien in Roermond die volgens de melder dreigden te verdrinken. Na afstemming met betrokken partners hierover bleek, dat door een aantal experts in samenwerking met de ondernemer/eigenaar van deze koeien een maximale inspanning is gedaan om deze loslopende koeien te verplaatsen naar een droog gebied. Ondanks alle inspanningen is dit niet gelukt. De experts hebben overigens aan de veiligheidsregio laten weten dat deze specifieke situatie niet levensbedreigend was voor Galloway koeien omdat dit ras uitstekend kan zwemmen en in staat is van de ene (droge) plek naar de andere te zwemmen.

Vraag 13) Bij een ramp dient de veiligheidsregio een regionaal beleidsteam bijeen te roepen. Heeft de commissaris van de Koning tijdens de ramp het regionale beleidsteem aanwijzingen gegeven om dieren te evacueren? Zo nee, waarom niet?

Zie antwoord vraag 16.

Vraag 14) Veel van de verdronken dieren zijn ingezet ter begrazing in natuurgebieden. Door het stijgende water zaten deze dieren ingesloten door afrasteringen. Hierdoor konden ze dus geen kant op of niet eens de wal bereiken. De Wet veiligheidsregio’s geeft de brandweercommandant en de brandweer de bevoegdheid om elke plaats te betreden om hun taak te vervullen. Vindt de commissaris van de Koning dat de veiligheidsregio’s de brandweer haar taak om beknelde en ingesloten dieren te bevrijden voldoende hebben laten uitvoeren? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor de commissaris van de Koning?

Zie antwoord vraag 16.

Vraag 15) Een betere coördinatie door de veiligheidsregio’s had mogelijk veel leed kunnen voorkomen. Weet de commissaris van de Koning of de brandweer op enig moment aangegeven heeft ingekomen meldingen niet meer aan te kunnen? Zo ja, wat is er met dit signaal gebeurd?

Zie antwoord vraag 16.

Vraag 16) De Wet veiligheidsregio’s geeft de commissaris van de Koning of door hem aangewezen personen eenzelfde bevoegdheid om elke plaats te betreden. Heeft de commissaris van de Koning overwogen om de toestemming te geven om ingesloten en beknelde dieren in Limburg te bevrijden? Zo nee, waarom niet?

Ik kan mij goed voorstellen dat u vele vragen heeft over het welzijn van de dieren tijdens en na de overstromingen in juli jl. en dat u zich afvraagt of er niet meer voor deze dieren gedaan had kunnen worden.
Het is de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio om een crisis te bestrijden en de daartoe benodigde afwegingen te maken en besluiten te nemen. Andere partijen zijn verantwoordelijk voor het feitelijk evacueren van de dieren. Graag verwijs ik u naar de bijgevoegde antwoorden van de minister van LNV, gedateerd 30 augustus 2021, waaruit onder andere blijkt dat de houders van dieren zelf verantwoordelijk zijn voor de evacuatie. Overheden, waaronder ook de veiligheidsregio, vervullen hierbij een faciliterende rol.

De voorzitter van de veiligheidsregio legt verantwoording af aan de gemeenteraad van de betrokken gemeente en niet aan Provinciale Staten.
De door u gestelde vragen zien op mijn rijkstaken. Over mijn zienswijzen en handelen tijdens een crisis leg ik dan ook verantwoording af aan de minister van Justitie en Veiligheid. Daarnaast ben ik van mening dat het niet gepast is om, vooruitlopend op de aanbevelingen uit de evaluaties, te reageren over de wijze waarop de Limburgse Veiligheidsregio’s deze hoogwatercrisis hebben bestreden en welke mijn rol hierin is geweest. Ik volg de ontwikkelingen nauwgezet en treed, zoals gezegd, zo nodig in overleg met de minister van J&V als ik daar aanleiding toe zie.

Vraag 17) Vee kon door de afrastering geen kant op. Kan begrazing in natuurgebieden nog wel plaats vinden als er geen vluchtwegen zijn? Wat gaat er gebeuren om te voorkomen dat vee de wal niet kan bereiken door gesloten omheiningen? Hoe vindt de commissaris van de Koning dat deze uitwassen zich verhouden tot de Wet dieren?

Zie antwoord op vraag 18.

Vraag 18) Nu blijft er een enorme ravage achter, onder meer door aangespoeld rioolslib in de uiterwaarden. Daardoor is er te weinig voedsel aanwezig, en volgt mogelijk een ramp op een ramp. Kan de commissaris van de Koning een inschatting geven wanneer deze verwacht dat de gebieden weer schoon zijn? Vindt het college het nog verantwoord om vee in deze omstandigheden te laten grazen, of worden de dieren bijgevoerd? Hoe verhoudt dit zich tot de zorgeisen voor dieren zoals gesteld in de Wet dieren?

Het college van Gedeputeerde Staten begrijpt dat uw Staten zich zorgen maken over het welzijn van de getroffen dieren door de recente overstromingen. Een ieder heeft zich te houden aan de wet- en regelgeving in Nederland, zo ook aan de Wet dieren. Het college noch ik hebben formeel zeggenschap over de wijze waarop de verschillende organisaties de percelen beheren. Het college is ook geen bevoegd gezag ingevolge Wet dieren. De verschillende organisaties mogen het beheer van de percelen zelf inrichten en dit kan met behulp van vee zijn. Het college heeft vernomen dat het -ondanks alle pogingen- soms onmogelijk bleek te zijn, te voorkomen dat sommige dieren in een benarde situatie terecht kwamen.

Tijdens de (dreigende) hoogwatercrisis ontvangen terrein beherende organisaties tijdig een signaal van de systemen van Rijkswaterstaat met betrekking tot het stijgende waterpeil. Zij kunnen vervolgens de partners alarmeren en deze partners hebben de plicht om vee te evacueren. (Zie ook de beantwoording van de minister van JNV, zoals bijgevoegd.)

Een van de terrein beherende organisaties, Staatsbosbeheer, geeft aan dat het op sommige plekken moeilijk was om de dieren tijdig en op een verantwoorde wijze te vangen. Er zijn hoogwater vluchtplaatsen aanwezig op de terreinen. De vraag is of dieren deze plek altijd goed weten te vinden en/of de toegang mogelijk geblokkeerd wordt door het stijgende waterpeil. Staatsbosbeheer gaat evalueren hoe en op welke wijze de risico’s in de toekomst gemitigeerd kunnen worden.

Voor zover bij het college en mij bekend, hebben de betrokken organisaties zo veel als mogelijk hulp verleend aan hulpbehoevende dieren. De dieren zijn tijdens de overstroming verplaatst naar hoger gelegen percelen en daar ter plekke bijgevoerd. Echter, het college heeft geen zicht op waar het vee zich op dit moment bevindt en/of zij op dit moment worden bijgevoerd. Betrokken organisaties zijn momenteel bezig met een inventarisatie van de vervuiling van de percelen als gevolg van de watersnood. Het college volgt de voortgang hiervan.

De Commissaris van de Koning in de provincie Limburg,

J.W. Remkes

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Plusquin over Onbesuisd maaibeheer op gesubsidieerde gronden

Lees verder

Schriftelijke vragen Plusquin over Mogelijke integriteitskwestie bij verdeling Europese subsidiegelden en opdrachten Interreg Euregio Maas-Rijn

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer