Schrif­te­lijke vragen Plusquin over Scha­de­lijke gevolgen gesub­si­di­eerde beheer­werk­zaam­heden Natura 2000-gebied Putberg


Indiendatum: 17 mei 2022

Geachte college,

De Putberg is een Natura 2000-gebied en staat bekend om zijn goed ontwikkelde zeer rijke bijzondere (voorjaars)flora.[1] De provincie Limburg verleent voor de Putberg subsidies aan Staatsbosbeheer en heeft ook herintroductieprogramma’s gesteund waaronder die van de geelbuikvuurpad.[2] Staatsbosbeheer heeft de afgelopen maanden boswerkzaamheden uitgevoerd op de Putberg Zuid-Limburg in het kader van de essentaksterfte.[3] Staatsbosbeheer verzekerde voorzichtig te zijn vanwege de verhoogde kwetsbaarheid van dit bijzondere gebied. Het gebruik van machines zou daarom niet of nauwelijks worden ingezet. Helaas blijkt de situatie in de praktijk anders te zijn geweest en is er zeer grote schade ontstaan aan flora en fauna. Dit leidt bij de Partij voor de Dieren-fractie tot de volgende vragen:

  • Is de bomenkap[4] die op de Putberg plaatsvond, gemeld bij het college? Zo ja, zijn hier ontheffingen voor afgegeven, onder welke voorwaarden en is hier een herstelmaatregel[5] aan verbonden? Zo nee, waarom niet en welk gevolg heeft dit voor het college?
  • Is het college op de hoogte van de hoeveelheid bomen die daadwerkelijk gekapt is en welke soorten? Graag een specificatie van de hoeveelheid gezonde en ongezonde bomen per soort.

Er blijkt zeer veel achterstallig onderhoud op de Putberg te zijn. Binnen zeer korte tijd, tijdens zeer slechte weersomstandigheden, zijn er uiteindelijk werkzaamheden uitgevoerd. Daarbij is geen maatwerk toegepast, zoals het afsluiten van paden, het handmatig verwijderen van zieke bomen, geen gebruik van zware machines, niet laten liggen van houtopstanden en de inzet van vrijwilligers.

  • Deelt het college de mening dat er maatwerk geleverd had moeten worden voor dit Natura 2000-gebied, bijvoorbeeld door toegang al dan niet deels te beperken?[6] Zo ja, waarom en wat is daarvan het gevolg voor het college? Zo nee, waarom niet?

Er is een grote lijst met bijzondere soorten flora en fauna die jaarlijks op de Putberg te vinden zijn, zoals de slanke sleutelbloemen,[7] heelkruid en boskortsteel. Toch zijn er veelvuldig machines gebruikt tijdens zeer natte periodes in het hellingbos, waarbij bomen zijn blijven liggen op de groeiplaatsen van de bijzondere flora. Daardoor is de bodem zo zwaar beschadigd dat het de vraag is of het zich nog kan herstellen. De handelingen hebben afbreuk gedaan aan de instandhoudingsverplichting van soorten en de instandhoudingsverplichting van dit Natura 2000-gebied.[8]

  • Klopt het dat er meldingen bij het college zijn binnengekomen over de ontstane schade? Zo ja, wat heeft het college met deze meldingen en constateringen gedaan? Is de beheerder aangesproken en welke maatregelen zijn er genomen?
  • Staatsbosbeheer ontvangt provinciale subsidies ter ondersteuning van de Putberg.[9] Deze subsidieregeling is bedoeld om de gunstige staat van instandhouding van een natuurlijke habitattype te verbeteren.[10] Vindt het college dat met de werkwijze in casu voldaan is aan deze doelstelling? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor het college?

Indien een activiteit significante gevolgen heeft voor een Natura 2000-gebied er een passende beoordeling moet worden opgesteld.[11] Als een activiteit leidt tot verslechtering, aantasting of verstoring van de leefgebieden van planten en diersoorten, dan mag de activiteit alleen onder specifieke voorwaarden worden toegestaan. Er dient dan onder andere een ADC-toets te worden doorstaan. In casu zijn er omwille van essentaksterfte bomen gekapt, hoewel er alternatieven getroffen hadden kunnen worden zonder het beschadigen van flora en fauna.

  • Is er voor de Putberg een beoordeling opgesteld, zijn er specifieke voorwaarden waaraan uitvoerder moest voldoen en heeft er ook een toets plaatsgevonden? Zo ja, door wie, met welke criteria en vindt het college dat aan deze criteria voldaan is?

Naast de schade aan de flora zijn ook de (winter)biotopen van verschillende soorten amfibieën zwaar beschadigd. Op de Putberg komen diverse soorten salamanders, de levendbarende hagedis en de geelbuikvuurpad voor. De geelbuikvuurpad is ernstig bedreigd, de zeldzaamste amfibie in Nederland die met uitsterven bedreigd is en daarom strikt wettelijk beschermd. Daarnaast staat de pad op de rode lijst, op de doelsoortenlijst en is opgenomen in Netwerk Ecologische Monitoring.[12] Voor de geelbuikvuurpad is in samenwerking met de provincie Limburg een herintroductieprogramma ingezet en zijn er subsidies en vergunningen afgegeven. Met de terreinbeheerder zijn op de Putberg habitat verbeterende werkzaamheden uitgevoerd en zijn afspraken gemaakt over het beheer van de herstelde leefgebieden waardoor de kwaliteit ook in de toekomst gegarandeerd is.

  • Gedeputeerde staten hebben de plicht om maatregelen te nemen om de gunstige staat instandhouding van de geelbuikvuurpad te behouden of herstellen.[13] Toch zijn machines dagelijks op en neer gereden over het leefgebied van deze amfibieën en over de aangelegde poelen van de geelbuikvuurpad.[14] Vindt het college dat hiermee conform de instandhoudingsplicht is gehandeld? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is hiervan het gevolg voor het college?
  • Gedeputeerde staten hebben een monitoringsplicht voor de gunstige staat van instandhouding.[15] Vindt het college dat het in casu voldoende invulling gegeven heeft aan deze plicht, en op welke wijze is dit gebeurd? Vindt het college dat uitvoerder gehandeld heeft in strijd met voorwaarden, verplichtingen en afspraken? Zo ja, wat gaat het college doen met de overtredingen, worden er herstelmaatregelen opgelegd, op welke termijn en wie gaat dit controleren? Zo nee, waarom niet?
  • Voor de uitbreiding en instandhouding van leefgebieden van de geelbuikvuurpad zijn subsidies beschikbaar.[16] De subsidieontvanger is echter verplicht om de subsidie terug te betalen als er schade of verlies van natuurwaarden optreedt door ondeugdelijk beheer.[17] Is er door het college in casu een dusdanige subsidie verstrekt? Vindt het college dat er sprake is van ondeugdelijk beheer door met machines door het leefgebied van de geelvuurbuikpad te rijden? Zo ja, waarom en wat is daarvan het gevolg voor het college? Zo nee, waarom niet?

Op de Putberg is er in 2021 een succesvol broedgeval geweest van de rode wouw. De rode wouw is een beschermde roofvogel. Via de provincie Limburg zijn er ontheffingen en subsidies verleend voor onderzoek naar de rode wouw, ook voor de aanwezige wouwen op de Putberg. Staatsbosbeheer was op de hoogte van het broedgeval en wist ook dat de rode wouw waarschijnlijk naar de Putberg zou terugkeren en dat deze roofvogelsoort zeer gevoelig is voor verstoringen. Toch zijn er in april, tijdens het broedseizoen, nog werkzaamheden geweest en houtopslagen met machines verwijderd.

  • De Partij voor de Dieren is van mening dat er geen enkele werkzaamheden tijdens het broedseizoen mogen plaatsvinden. Weet het college van de werkzaamheden die tijdens het broedseizoen van de rode wouw hebben plaatsgevonden, en heeft het hiervoor ontheffingen afgegeven? Zo ja, wanneer en onder welke wettelijke voorwaarden? Zo nee, wat is daarvan het gevolg voor het college?
  • Het is merkwaardig dat er subsidies en goedkeuringen worden verleend aan beschermings- en onderzoeksprojecten terwijl werkzaamheden plaatsvinden in het broedseizoen.[18] Is het college het met de Partij voor de Dieren-fractie eens dat dit haaks op elkaar staat? Vindt het college dat deze werkwijze conform de verleende subsidies is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor het college?

Naast de kapwerkzaamheden en het verplaatsen van houtopslag is er ook hoog industrieel hekwerk[19] geplaatst op diverse stukken van het Kunderbergcomplex voor begrazing. Reeën en reekalveren kunnen zich sindsdien met moeite verplaatsen in het gebied en het reewild kan vast komen te zitten in de gaten van het gaas. Staatsbosbeheer had ook hier meer verantwoorde keuzes kunnen maken door bijvoorbeeld het gebruik van een schaapsherder, flexnetten of lagere hekwerken.

  • Is het college op de hoogte van de plaatsing van dit hoge hekwerk en de gevolgen daarvan voor het wild op het Kunderbergcomplex? Is er een vergunning afgegeven voor dit hekwerk? Zo ja, waarom en onder welke voorwaarden? Zo nee, wat is daarvan het gevolg voor het college?
  • Deelt uw college de mening dat lagere hekwerken of flexnetten in casu hadden volstaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom en wat is daarvanhet gevolg voor het college?

De Partij voor de Dieren-fractie verzoekt uw college de vragen afzonderlijk en toegelicht te beantwoorden.

Gaarne beantwoording binnen de daarvoor geldende termijn.

Hoogachtend,

Pascale Plusquin

Partij voor de Dieren


[1] https://waarneming.nl/locations/17635/observations/?date_after=2021-05-03&date_before=2022-05-03&species=&species_group=10&rarity=&search=&advanced=on&user=&sex=&life_stage=&activity=&method=&own_sightings=.

[2] https://repository.officiele-overheidspublicaties.nl/externebijlagen/exb-2018-73187/1/bijlage/exb-2018-73187.pdf.

[3] https://www.staatsbosbeheer.nl/wat-we-doen/werk-in-uitvoering/zuid-limburg-boswerkzaamheden-putberg.

[4] Zie beeldmateriaal in bijlage.

[5] Art. 2.4 lid 1 sub b jo. lid 4 Wet natuurbescherming.

[6] Art. 2.5 lid 1 Wet natuurbescherming.

[7] Zie beeldmateriaal in bijlage.

[8] Artt. 2.2 leden 1 en 2 jo.2.6 leden 1, 3 en 4 Wet natuurbescherming.

[9] Nadere subsidieregels gebiedsgerichte maatregelen programma Natuur 2021-2023.

[10] Art. 2 Nadere subsidieregels gebiedsgerichte maatregelen programma Natuur 2021-2023.

[11] Art. 2.9 lid 1 Wet natuurbescherming.

[12] https://minlnv.nederlandsesoorten.nl/content/geelbuikvuurpad-bombina-variegata-ssp-variegata.

[13] Art. 1.12 lid 1 sub b Wet natuurbescherming jo. bijlagen II en IV Habitatrichtlijn.

[14] Zie beeldmateriaal in bijlage onderaan.

[15] Art. 1.2 leden 4 en 1 sub b Wet natuurbescherming.

[16] Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg.

[17] Art. 2.1 Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg.

[18] https://grauwekiekendief.nl/wp-content/uploads/2021/03/Van-Rijn-S.-W.-van-Manen-en-T.-Schaub-2021.-Terreingebruik-dispersie-en-sterfte-van-jonge-rode-wouwen-uit-Nederland_GKA.pdf

[19] Zie beeldmateriaal in bijlage.

Indiendatum: 17 mei 2022
Antwoorddatum: 21 jun. 2022

Vraag 1) Is de bomenkap die op de Putberg plaatsvond, gemeld bij het college? Zo ja, zijn hier ontheffingen voor afgegeven, onder welke voorwaarden en is hier een herstelmaatregel aan verbonden? Zo nee, waarom niet en welk gevolg heeft dit voor het college?

Ja, het kappen van een aantal bomen uit oogpunt van veiligheid en bosbeheer is gemeld. Voor deze beheerwerkzaamheden is geen ontheffing nodig.

Vraag 2) Is het college op de hoogte van de hoeveelheid bomen die daadwerkelijk gekapt is en welke soorten? Graag een specificatie van de hoeveelheid gezonde en ongezonde bomen per soort.

Het betreft de volgende aantallen en soorten bomen:

  1. Es (Fraxinus excelsior) 63 stuks

  2. Kers (Prunus spec.) 5 stuks

  3. Zomereik (Quercus robur) 1 stuk

d. Robinia (Robinia pseudo-acacia) 1 stuk
Alle bomen die gekapt zijn waren ziek en/of er zat een bepaald aandeel dood hout in.

Vraag 3) Deelt het college de mening dat er maatwerk geleverd had moeten worden voor dit Natura 2000-gebied, bijvoorbeeld door toegang al dan niet deels te beperken? Zo ja, waarom en wat is daarvan het gevolg voor het college? Zo nee, waarom niet?

De werkzaamheden dienen binnen de kaders van de Wet natuurbescherming te worden uitgevoerd zodat kwetsbare soorten en habitattypen niet worden aangetast. Op de website https://www.staatsbosbeheer.nl... putberg staat beschreven hoe Staatsbosbeheer maatwerk heeft geleverd.

Voorafgaand aan de werkzaamheden heeft Staatsbosbeheer de ecologische waarden goed in beeld gebracht, met waarnemingen uit de Nationale Databank Flora en Fauna, met ecologische kennis van SBB zelf en door middel van een veldbezoek. Er is vooraf overleg geweest met de provincie over de werkzaamheden waarbij is bezien hoe met de aanwezigheid van kwetsbare en beschermde soorten zoals de rode wouw en de geelbuikvuurpad rekening wordt gehouden bij de uitvoering van de werkzaamheden. Op basis hiervan is een ecologisch werkprotocol opgesteld. Er zijn vervolgens met de aannemer werkafspraken gemaakt om zoveel als mogelijk te werken vanaf het wandelpad zonder of met beperkte machines om de kwetsbare flora en fauna te ontzien en al het hout af te voeren via werkpaden en het weiland. Vanwege het feit dat de aanbesteding van het werk langer duurde dan gepland werd de beschikbare werktijd korter ook omdat er rekening werd gehouden met de terugkeer van de Rode wouw medio februari. De af te voeren bomen zijn groot van formaat, en hiervoor was een breder werkpad nodig. Door de regen werd het weiland te drassig om het hout af te voeren en heeft de aannemer moeten stoppen toen insnijdingen ontstonden in het weiland.

Vraag 4) Klopt het dat er meldingen bij het college zijn binnengekomen over de ontstane schade? Zo ja, wat heeft het college met deze meldingen en constateringen gedaan? Is de beheerder aangesproken en welke maatregelen zijn er genomen?

Ons college heeft op 11 april jl. een brief ontvangen van een bezorgde burger over de schade die zou zijn ontstaan. Naar aanleiding van die brief heeft op 26 april 2022 een controle op de Putberg plaatsgevonden door een ecoloog en een toezichthouder van de provincie en is contact opgenomen met Staatsbosbeheer. Onze conclusie op basis van dit veldbezoek is dat er wel enige rij- en uitsleepschade is opgetreden bij het beheer aan de randen van het bos en in het weiland veroorzaakt door de tijdsdruk en de weersomstandigheden. Dit geeft Staatsbosbeheer ook toe. Het beheer was echter wel noodzakelijk. Of er individuele planten of dieren zijn geraakt is achteraf niet aantoonbaar. Er is geen blijvende schade ontstaan aan kwetsbare plant- en diersoorten.

Vraag 5) Staatsbosbeheer ontvangt provinciale subsidies ter ondersteuning van de Putberg. Deze subsidieregeling is bedoeld om de gunstige staat van instandhouding van een natuurlijke habitattype te verbeteren. Vindt het college dat met de werkwijze in casu voldaan is aan deze doelstelling? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor het college?

Ja, de Putberg maakt onderdeel uit van het Natura 2000 gebied Kunderberg. Voor dit gebied zijn de volgende doelen opgenomen in het Aanwijzingsbesluit van 25 april 2013: Kalkgrasland waarbij vergroting van oppervlakte moet worden bereikt en de kwaliteit moet worden verbeterd én Eiken-haagbeukenbos waarbij oppervlakte en kwaliteit moeten worden behouden. Daarnaast zijn in het Ontwerp- wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden vanwege aanwezige waarden van 5 maart 2018 de habitattypen kalktufbron en droge ruigten en zomen toegevoegd. Voor deze beide habitattypen geldt een behoudsdoelstelling van oppervlakte en kwaliteit. Naar verwachting wordt dit jaar dit ontwerp- wijzingsbesluit door de Minister van Natuur en Stikstof definitief vastgesteld.
Voor het voldoen aan de doelstellingen vanuit Natura 2000 van dit gebied wordt subsidie ontvangen vanuit de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer (SNL).
De uitgevoerde werkzaamheden voldoen aan de hierboven genoemde doelstellingen met betrekking tot het Eiken-haagbeukenbos en de Droge ruigten en zomen.

Vraag 6) Is er voor de Putberg een beoordeling opgesteld, zijn er specifieke voorwaarden waaraan uitvoerder moest voldoen en heeft er ook een toets plaatsgevonden? Zo ja, door wie, met welke criteria en vindt het college dat aan deze criteria voldaan is?

Zie antwoord op vraag 3.

Vraag 7) Gedeputeerde staten hebben de plicht om maatregelen te nemen om de gunstige staat instandhouding van de geelbuikvuurpad te behouden of herstellen. Toch zijn machines dagelijks op en neer gereden over het leefgebied van deze amfibieën en over de aangelegde poelen van de geelbuikvuurpad. Vindt het college dat hiermee conform de instandhoudingsplicht is gehandeld? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is hiervan het gevolg voor het college?

Voor de instandhouding van de geelbuikvuurpad zijn de uitgevoerde werkzaamheden gunstig omdat het voor deze soort noodzakelijk is dat de bos- en groeveranden zoveel mogelijk open blijven. Dit geldt ook voor het habitattype droge ruigten en zomen. Gedurende de werkzaamheden waren de padden in overwintering. De kans dat de geelbuikvuurpad onder een rij- of wandelpad of in de directe smalle berm overwintert wordt door experts zeer laag ingeschat omdat de grond hier is verhard. Daarom heeft Staatsbosbeheer de werkzaamheden vanaf de paden uitgevoerd. De kans is dus gering dat de populatie geelbuikvuurpadden in overwintering door de werkzaamheden is geraakt.

Vraag 8) Gedeputeerde staten hebben een monitoringsplicht voor de gunstige staat van instandhouding. Vindt het college dat het in casu voldoende invulling gegeven heeft aan deze plicht, en op welke wijze is dit gebeurd? Vindt het college dat uitvoerder gehandeld heeft in strijd met voorwaarden, verplichtingen en afspraken? Zo ja, wat gaat het college doen met de overtredingen, worden er herstelmaatregelen opgelegd, op welke termijn en wie gaat dit controleren? Zo nee, waarom niet?

De geelbuikvuurpad wordt voldoende gemonitord binnen het “Netwerk ecologische monitoring”. Op vaste meetpunten worden de aantallen jaarlijks geteld. Daarnaast zijn er vrijwilligers die binnen het Platform Geelbuikvuurpad en Vroedmeesterpad op locatie bijhouden of er voortplanting is. Op deze wijze wordt naar onze opvatting voldoende invulling gegeven aan de monitoring. Zie verder antwoord op vraag 4.

Vraag 9) Voor de uitbreiding en instandhouding van leefgebieden van de geelbuikvuurpad zijn subsidies beschikbaar. De subsidieontvanger is echter verplicht om de subsidie terug te betalen als er schade of verlies van natuurwaarden optreedt door ondeugdelijk beheer. Is er door het college in casu een dusdanige subsidie verstrekt? Vindt het college dat er sprake is van ondeugdelijk beheer door met machines door het leefgebied van de geelvuurbuikpad te rijden? Zo ja, waarom en wat is daarvan het gevolg voor het college? Zo nee, waarom niet?

Zie antwoord op vraag 4 en antwoord op vraag 7. Omdat er geen blijvende schade is ontstaan aan het leefgebied van de geelbuikvuurpad zien wij geen reden om beheersubsidie terug te vorderen.

Vraag 10) De Partij voor de Dieren is van mening dat er geen enkele werkzaamheden tijdens het broedseizoen mogen plaatsvinden. Weet het college van de werkzaamheden die tijdens het broedseizoen van de rode wouw hebben plaatsgevonden, en heeft het hiervoor ontheffingen afgegeven? Zo ja, wanneer en onder welke wettelijke voorwaarden? Zo nee, wat is daarvan het gevolg voor het college?

Wettelijk schrijft de gedragscode soortenbescherming bosbeheer voor dat geen kapwerkzaamheden mogen plaats vinden vanaf 15 maart wanneer het broedseizoen van de vogels begint. Als uitzondering op deze regel kan in de periode tot 15 april nog wel hout worden uitgesleept dat voor 15 maart geveld is. Dat is hier ook zo uitgevoerd. Het was bekend dat de Rode wouw in een bosje tegenover het bos van de Putberg heeft gebroed. Daarom zijn de kapwerkzaamheden begonnen zo dicht mogelijk bij het oude broedbos en van daaruit verder. De kapwerkzaamheden in het bos zijn gestopt vóór 18 februari om rekening te houden met de broedtijd van de Rode wouw. Daarna is alleen nog hout weggehaald.
De Rode wouw is overigens in 2022 terug gekomen en is weer gaan nestelen in hetzelfde bosje als in 2021.

Vraag 11) Het is merkwaardig dat er subsidies en goedkeuringen worden verleend aan beschermings- en onderzoeksprojecten terwijl werkzaamheden plaatsvinden in het broedseizoen. Is het college het met de Partij voor de Dieren-fractie eens dat dit haaks op elkaar staat? Vindt het college dat deze werkwijze conform de verleende subsidies is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor het college?

Zie antwoord op vraag 10.

Vraag 12) Is het college op de hoogte van de plaatsing van dit hoge hekwerk en de gevolgen daarvan voor het wild op het Kunderbergcomplex? Is er een vergunning afgegeven voor dit hekwerk? Zo ja, waarom en onder welke voorwaarden? Zo nee, wat is daarvan het gevolg voor het college?

Nee, het plaatsen van een hekwerk hoeft niet te worden gemeld bij de provincie. Het hekwerk is noodzakelijk om het gewenste habitattype te kunnen behouden en te realiseren. De populatie reeën is niet bedreigd en zal niet in een ongunstige staat van instandhouding komen door plaatsing van dit raster. Bovendien worden poortjes geplaatst waardoor de reeën en reekalfjes geen last hebben van de hoge rasters.

Vraag 13) Deelt uw college de mening dat lagere hekwerken of flexnetten in casu hadden volstaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom en wat is daarvan het gevolg voor het college?

De eigenaar weegt zelf af welke afrastering noodzakelijk en mogelijk is om beheermatig ervoor te zorgen dat het gewenste habitattype wordt bereikt of in stand gehouden.

Gedeputeerde staten van Limburg

voorzitter

secretaris

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Plusquin over Beleidslijn bevers

Lees verder

Schriftelijke vragen Plusquin cs inzake Top 100 Stikstofbronnen

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer