Schrif­te­lijke vragen Plusquin cs inzake Top 100 Stik­stof­bronnen


Indiendatum: 23 mei 2022

Geacht college,

Op dinsdag 5 april jl., zijn de schriftelijke vragen van Kamerlid Bromet (GroenLinks) over de top 100 stikstofbronnen beantwoord door Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof). Bij de beantwoording zijn twee bijlagen te vinden met een top 100 van stikstofoxiden-bronnen & een top 100 van ammoniak-bronnen. In beide lijsten komen verschillende bedrijven en veehouderijen voor die in de provincie Limburg bevestigd zijn (zie lijst onderaan voor de genoemde bedrijven). De lijsten zijn gegenereerd door de zelf gerapporteerde emissies van veehouderijen en bedrijven. De Minister heeft geen toezicht op de vergunningen die de provincies hiervoor afgeven, daarom is dit niet meegenomen. Wij vragen ons af: geeft dit een eerlijk beeld? Of moet er gekeken worden naar de vergunningen die verstrekt zijn door de provincies.

Daarom stellen wij de volgende vragen:

1. Wat is de vergunde uitstoot van de betreffende bedrijven en veehouderijen van de provincie Limburg die in de beide top 100 lijsten staan?

2. Is ook duidelijk wat de daadwerkelijke uitstoot is van de Limburgse bedrijven en veehouderijen die in de beide top 100 lijsten staan?

3. Kan het college, in navolging van de Minister, de Staten een lijst doen toekomen van de top 25 stikstofoxiden (Nox, al NO2) van bedrijven/vergunningen in de provincie Limburg?

4. Kan het college, in navolging van de Minister, de Staten een lijst doen toekomen van de top 25 ammoniak (NH3) van bedrijven/vergunningen in de provincie Limburg?

5. Kan het college de lijsten sorteren/specificeren naar sector en naar plaats, rekening houdende met de AVG?

6. Kan er bij deze bedrijven/vergunningen aangegeven worden wat de vergunde en de werkelijke uitstoot is (latente ruimte)?

7. Wat gaat het college doen om te voorkomen dat die latente ruimte gebruikt gaat worden?

8. Kan het college aangeven welke natuurgebieden – hierbij voorbij de provinciegrenzen heen kijkend – het meest direct geraakt worden door de depositie bij deze bedrijven?

Alvast bedankt voor de zorgvuldige beantwoording van de vragen.

Pascale Plusquin

Partij voor de Dieren

Kathleen Mertens GroenLinks

Marlou Jenneskens D66

Lianne Schuuring PvdA

Indiendatum: 23 mei 2022
Antwoorddatum: 22 jul. 2022

Vraag 1) Wat is de vergunde uitstoot van de betreffende bedrijven en veehouderijen van de provincie Limburg die in de beide top 100 lijsten staan?

In de top 100 lijst voor NOx bronnen staan 7 Limburgse bronnen. In de top 100 lijst voor NH3 bronnen zijn dit 25 Limburgse bronnen.

In de bijlagen zijn twee overzichten opgenomen. Bijlage 1 betreft een overzicht met de 18 grootste industriële bronnen met NOx/NH3 emissies en bijlage 2 betreft een overzicht met de grootste NH3 emissies (agrarisch).

Toelichting bijlage 1, overzicht industrie:

Onderzoeksbureau Tauw heeft in opdracht van Provincie Limburg in 2020 het onderzoek “Provincie Limburg inventarisatie stikstofemissie industrie” uitgevoerd (het rapport is in de PS-vergadering van 18 februari 2022 met u gedeeld). In het onderzoek is een inventarisatie van de grootste industriële bronnen van stikstof (NOx en NH3) in Limburg uitgevoerd. De industrieën uit het onderzoeksrapport zijn opgenomen in het overzicht en aangevuld met de Wnb-vergunde en de meeste recente feitelijke emissies (milieujaarverslagen 2021).

Toelichting bijlage 2, overzicht landbouw:
in het kader van de digitalisering van alle vigerende Wnb-vergunningen zijn alle momenteel Wnb- vergunde locaties binnen een straal van 2,5 kilometer rondom de Limburgse Natura 2000-gebieden in beeld gebracht. In het overzicht is de top 25 van grootste emitterende veehouderijen (Wnb-vergund, binnen een straal 2,5 kilometer van een Natura 2000-gebied) opgenomen. In het overzicht zijn niet de feitelijke emissies opgenomen, omdat landbouwbedrijven geen meetverplichting hebben. De emissies zijn gebaseerd op vastgestelde emissiecijfers per dierplaats per stalsysteem (Regeling Ammoniak en Veehouderij).

Vraag 2) Is ook duidelijk wat de daadwerkelijke uitstoot is van de Limburgse bedrijven en veehouderijen die in de beide top 100 lijsten staan?

Zie bijlage.

Vraag 3) Kan het College, in navolging van de Minister, de Staten een lijst doen toekomen van de top 25 stikstofoxiden (Nox, al NO2) van bedrijven/vergunningen in de provincie Limburg?

Zie bijlage.

Vraag 4) Kan het College, in navolging van de Minister, de Staten een lijst doen toekomen van de top 25 ammoniak (NH3) van bedrijven/vergunningen in de provincie Limburg?

Zie bijlage.

Vraag 5) Kan het College de lijsten sorteren/specificeren naar sector en naar plaats, rekening houdende met de AVG?

Zie bijlage.

Vraag 6) Kan er bij deze bedrijven/vergunningen aangegeven worden wat de vergunde en de werkelijke uitstoot is (latente ruimte)?

Zie bijlage. Bij industriële bedrijven kan wel de vergunde en de feitelijke uitstoot (op basis van milieujaarverslagen) worden weergegeven. Dit wil echter niet direct betekenen dat er sprake is van latente ruimte (immers installaties kunnen bijv. om economische redenen een jaar niet vollast hebben gedraaid).

Vraag 7) Wat gaat het College doen om te voorkomen dat die latente ruimte gebruikt gaat worden?

Landelijk wordt er gewerkt aan een plan van aanpak “Latente ruimte”. Naar verwachting wordt dit plan aan het einde van 2022 vastgesteld. Wij zijn voornemens om aansluiting te zoeken bij de landelijke aanpak “latente ruimte”.

Vraag 8) Kan het College aangeven welke natuurgebieden – hierbij voorbij de provinciegrenzen heen kijkend – het meest direct geraakt worden door de depositie bij deze bedrijven?

Nee, de ligging van een emissiebron (in de directe omgeving van een ((buitenlands) Natura 2000-gebied) is/kan meer bepalend (zijn) op de invloed op een Nederlandse en/of buitenlands Natura 2000-gebied.

Het effect als gevolg van NOx/NH3-emissie op Natura 2000-gebieden wordt uitgedrukt in stikstofdepositie (mol/ha/jr). Voor het bepalen (berekenen) van de stikstofdepositie is naast de NOx/NH3-emissie o.a. de afstand van een emissiebron t.o.v. het Natura 2000-gebied bepalend (waarbij naar gelang de afstand t.o.v. een Natura 2000-gebied toeneemt, de depositie afneemt). De (gepresenteerde) emissiecijfers kunnen niet 1 op 1 worden doorvertaald naar effecten op Natura 2000-gebieden (depositie).

Gedeputeerde staten van Limburg

voorzitter

secretaris

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Plusquin over Schadelijke gevolgen gesubsidieerde beheerwerkzaamheden Natura 2000-gebied Putberg

Lees verder

Schriftelijke vragen Plusquin over Gevolgen vossenjacht door onverbindend verklaren vrijstellingslijst

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer