Schrif­te­lijke vragen Plusquin over het zaaien van carna­vals­mengsels en niet gebieds­ge­bonden zaden op Limburgse gronden


Indiendatum: 27 sep. 2022

Geacht college,

Op zondag 11 september 2022 verscheen in De Limburger een artikel over de natuurontwikkeling bij het transferium Voerendaal.[1] Hierin staat dat een zeer aantrekkelijke bodem voor nieuwe natuur is ontstaan. Middels een experiment zijn tal van zonnebloemen[2] uitgezaaid. De imker is ook blij met de boekweit[3], want dat is dé topplant voor de wilde bij. Helaas zijn beide uitgezaaide soorten flora niet aan te merken als inheems. Verder valt op te maken dat ook andere exoten of soorten die niet passend zijn bij het gebied, zijn uitgezaaid.[4] Dit leidt bij de Partij voor de Dieren-fractie tot de volgende vragen:

  1. Overheden, jagersverenigingen, particuliere grondbezitters, agrarische collectieven en andere beheerders strooien veelvuldig mengsels met daarin exoten of soorten die niet gebiedsgebonden zijn. Wat vindt het college van het verspreiden van dit soort exotische bloemmengsels en hoe verhoudt dit zich tot de Limburgse exotenverordening?

De vlinderstichting[5], Floron[6], EIS-kenniscentrum voor insecten[7] en verschillende botanische onderzoekers[8] proberen op verschillende manieren duidelijk te maken dat het anders moet. Immers, deze zijn niet goed voor de biodiversiteit aangezien die gebaat is bij inheemse soorten. Inheemse planten leveren juist voedselplanten, nestplaatsen en beschutting voor inheemse insecten. Sommige insecten hebben maar één soort plant nodig en die zitten vaak niet in zaadmengsels. In veel gevallen mengen de uitheemse soorten flora zich ook weer met de inheemse soorten.

2. Wat vindt het college van de oproep van diverse natuurorganisaties, waaronder Floron en de vlinderstichting, om alleen te zaaien als er geen andere mogelijkheid is en dit alleen te doen met inheemse soorten en zoveel mogelijk gebiedsgebonden soorten? Welke maatregelen heeft het college tot op heden genomen om aan deze oproep gehoor te geven?

3. Zaadmengsels met uitheemse soorten zijn niet goed voor de inheemse biodiversiteit. Welke voornemens heeft het college als het gaat om het gebruik van dit soort zaadmengsels? Is het college bereid deze mengsels met niet inheems zaden te verbieden in de provincie Limburg en een inspanningsverplichting op te leggen voor gebiedsgebonden zaden? Zo nee, waarom niet, hoe denkt het college het gebruik van zaden in Limburg met niet inheemse soorten anderszins tegen te gaan en wil u inheemse zaden stimuleren?

4. Is het college bereid om bij de aanvraag van natuursubsidies (beheerpakketen o.a.) mengsels met exoten te verbieden en gebiedsgebonden zaden te verplichten? Zo nee, waarom niet?

Carnavalsmixen zien er feestelijk uit maar leveren uiteindelijk slecht werk af. Het heeft dan de voorkeur om maaisel uit de buurt uit te strooien en desnoods met gebiedseigen zaad.[9] Er zijn voldoende professionele stichtingen en bedrijven die adviezen kunnen geven over het correcte gebruik van inheems zaaigoed en de verkrijgbaarheid ervan. Helaas zijn veel burgers of instanties niet op de hoogte van deze mogelijkheden.

5. Wat doet uw college om deze adviezen over het correcte gebruik van inheems zaaigoed te vergroten? Is uw college bereid om burgers of instanties met vragen, met initiatieven, bij nieuwe natuurprojecten of bij aanvragen van natuursubsidies door te verwijzen naar informerende instanties over natuurbeheer? Zo ja, hoe denkt het college de kennis van duurzaam natuurbeheer bij mensen te vergroten? Zo nee, waarom niet?

In het uitvoeringsplan van het natuurtransferium[10] staat dat het einddoel kalkgrasland is, met kalk minnende soorten flora. Een agrarisch intensief gebruikt perceel wordt naar kalkgrasland ontwikkeld. Dit betekent dat er verschraling moet gaan plaatsvinden. Als er in het geval van het transferium toch over wordt gegaan tot zaaien dan is het belangrijk dat de soort er vroeger ook heeft gestaan. Bovendien moet het natuurbeheer op orde zijn, dienen de milieufactoren te kloppen en zouden de zaden er niet zelf kunnen komen. De keuze voor een mengsel met daarin exoten en soorten die niet gebiedsgebonden zijn, zijn dan ook niet passend.

6. Een groot aantal percelen in de provincie Limburg heeft een natuurstatus en er is jaarlijks een groot aantal natuurprojecten. Kan het college in cijfers aangeven hoeveel percelen in Limburg voldoen aan het gewenste natuurbeheer? En hoeveel niet?

7. Hoe controleert het college de uitvoering van dit natuurbeheer en door wie?

Subsidies zijn afkomstig van gemeenschapsgeld en de burger mag dan ook verwachten dat er alles aan gedaan wordt natuurbeheer correct wordt uitgevoerd. De provincie Limburg is verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering van het natuurbeheer.

8. Wat onderneemt het college als er sprake is van niet correct natuurbeheer? En wat bent u van plan te gaan doen in de toekomst?

Gaarne beantwoording binnen de daarvoor geldende termijn.

Hoogachtend,

Pascale Plusquin

Partij voor de Dieren

[1] https://m.limburger.nl/cnt/dmf20220911_93226884.

[2] https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/search/nsr_search.php?search=Zonnebloem+.

[3] https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/species/nsr_taxon.php?id=120247&cat=CTAB_PRESENCE_STATUS.

[4] Waarnemingen.nl

[5] https://www.vlinderstichting.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/zaai-geen-carnavalsmengsel.

[6]https://www.floron.nl/Portals/....

[7] https://www.eis-nederland.nl/over-eis/standpunten.

[8] https://research.wur.nl/en/clippings/hoogleraar-vegetatiekunde-waarschuwt-gebruik-inheems-zaad-om-bije.

[9] https://www.rtvoost.nl/nieuws/328925/hoogleraar-vegetatiekunde-waarschuwt-gebruik-inheems-zaad-om-bijensterfte-te-voorkomen.

[10] https://api1.ibabs.eu/publicdownload.aspx?site=voerendaal&id=100012792.

Indiendatum: 27 sep. 2022
Antwoorddatum: 2 nov. 2022

Vraag 1)Overheden, jagersverenigingen, particuliere grondbezitters, agrarische collectieven en andere beheerders strooien veelvuldig mengsels met daarin exoten of soorten die niet gebiedsgebonden zijn. Wat vindt het college van het verspreiden van dit soort exotische bloemmengsels en hoe verhoudt dit zich tot de Limburgse exotenverordening?

Zie antwoord vraag 3.

Vraag 2) Wat vindt het college van de oproep van diverse natuurorganisaties, waaronder Floron en de vlinderstichting, om alleen te zaaien als er geen andere mogelijkheid is en dit alleen te doen met inheemse soorten en zoveel mogelijk gebiedsgebonden soorten? Welke maatregelen heeft het college tot op heden genomen om aan deze oproep gehoor te geven?

Zie antwoord vraag 3.

Vraag 3) Zaadmengsels met uitheemse soorten zijn niet goed voor de inheemse biodiversiteit. Welke voornemens heeft het college als het gaat om het gebruik van dit soort zaadmengsels? Is het college bereid deze mengsels met niet inheems zaden te verbieden in de provincie Limburg en een inspanningsverplichting op te leggen voor gebiedsgebonden zaden? Zo nee, waarom niet, hoe denkt het college het gebruik van zaden in Limburg met niet inheemse soorten anderszins tegen te gaan en wil u inheemse zaden stimuleren?

Inheemse flora zijn van grote waarde; ze vervullen voor de fauna diverse functies zoals voedsel en beschutting. Deze flora groeien vanzelf, maar in sommige situaties kan het wenselijk of nodig zijn om planten te zaaien. Het College ondersteunt de oproep van natuurorganisaties om daarbij zoveel als mogelijk inheemse en gebiedsgebonden soorten te zaaien. Het is één van de kwaliteitsaspecten waarmee we al zoveel mogelijk rekening houden en blijven houden bij de uitvoering van het provinciale beleid en we zullen dat in het natuurprogramma bekrachtigen. Een voorbeeld is het project ‘Jagers in het Groen’, opgezet door de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging. Dertig Limburgse wildbeheereenheden zaaien ongeveer 115 hectaren in met een zaadmengsel waar patrijzen, hommels en wilde bijen voordeel bij hebben (voedsel en dekking). Het zaad wordt alleen in agrarische gebieden gezaaid. Het zaadmengsel is samengesteld in overleg met Natuurrijk Limburg met zoveel mogelijk inheemse en autochtone soorten die ook worden gebruikt in het kader van agrarisch natuurbeheer. Aan het mengsel voor ‘Jagers in het Groen’ is 30% granen toegevoegd ten behoeve van de patrijzen.

De meeste uitheemse en niet-autochtone planten1 zijn niet schadelijk en kunnen ook goed zijn voor de inheemse biodiversiteit door voedsel en beschutting te bieden. Er kunnen redenen zijn om (deels) uitheemse of niet-autochtone soorten te zaaien. Zo zijn veel van onze voedselgewassen uitheems en worden ook soorten in groenstroken gezaaid voor hun sierwaarde. Bij natuurgebieden is veel meer voorzichtigheid geboden dan bij landbouwgrond of groenstroken in woonwijken. Een mengsel van uitheemse soorten ondersteunt de ontwikkeling van een natuurbeheertype niet. Of de soort wel of niet autochtoon is, is minder relevant. Voor invasieve uitheemse soorten die de inheemse biodiversiteit bedreigen is Europese regelgeving van kracht om de introductie en verspreiding tegen te gaan. De EU- exotenverordening 1143/2014 verbiedt sinds 2016 vrijwel alle handelingen die bijdragen aan verspreiding van de invasieve dier- en plantensoorten welke zijn opgenomen op de Unielijst2. Het College geeft via het Limburgse exotenbeleid3 uitvoering aan de Europese regelgeving voor invasieve exoten.

Het is niet aan het College om zaadmengsels te verbieden. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet toe op de import en de handel van zaadmengsels. Ook het toezicht op handels- en bezitsverboden uit de Europese verordening voor invasieve exoten is belegd bij de NVWA. De bestuursrechtelijke handhaving, vergunningverlening en ontheffingverlening ligt bij de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) en er is inzet van de douane bij grenscontroles.

Soorten die niet van nature bij ons voorkomen zijn exoten of uitheemse soorten. Daarnaast zijn er ook inheemse soorten die vanuit andere gebieden worden ingevoerd: niet-autochtone soorten.
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1141 van de Europese Commissie van 13 juli 2016 tot vaststelling van een lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten krachtens Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad. De Unielijst is meerdere keren aangevuld: https://www.nvwa.nl/onderwerpe... Gewijzigd Plan van aanpak Invasieve exoten, brief GS van 2-2-2021 (GS 2021-3135)

Vraag 4) Is het college bereid om bij de aanvraag van natuursubsidies (beheerpakketen o.a.) mengsels met exoten te verbieden en gebiedsgebonden zaden te verplichten? Zo nee, waarom niet?

Nee, het subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer subsidieert een instandhouding van natuur- en landschapsbeheertypen en geen specifieke beheermaatregelen. De wijze waarop deze instandhoudingsverplichting wordt ingevuld is aan de beheerders zelf. Binnen dat stelsel past geen gebod- of verbodsbepalingen ten aanzien van specifieke maatregelen. Als het zaaien van exoten het beheertype schaadt, kan worden gevorderd om dit na te laten dan wel de natuurbeheersubsidie te korten.

Vraag 5) Wat doet uw college om deze adviezen over het correcte gebruik van inheems zaaigoed te vergroten? Is uw college bereid om burgers of instanties met vragen, met initiatieven, bij nieuwe natuurprojecten of bij aanvragen van natuursubsidies door te verwijzen naar informerende instanties over natuurbeheer? Zo ja, hoe denkt het college de kennis van duurzaam natuurbeheer bij mensen te vergroten? Zo nee, waarom niet?

De Provincie Limburg beantwoordt zelf vragen over dit onderwerp en/of verwijst door naar externe deskundigen. De Taakgroep Invasieve exoten4, waar Limburg aan deelneemt, werkt aan landelijke communicatie over invasieve exoten. De Provincie Limburg voorziet geen actieve rol richting natuurbeheerders aangezien de gecertificeerde natuurbeheerders voldoende kennis in huis hebben.

Vraag 6) Een groot aantal percelen in de provincie Limburg heeft een natuurstatus en er is jaarlijks een groot aantal natuurprojecten. Kan het college in cijfers aangeven hoeveel percelen in Limburg voldoen aan het gewenste natuurbeheer? En hoeveel niet?

Zie antwoord vraag 6.

Vraag 7) Hoe controleert het college de uitvoering van dit natuurbeheer en door wie?

Het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) is niet zodanig vormgegeven dat antwoord kan worden gegeven op deze vraag.

De kwaliteit van beheer wordt geborgd door middel van een certificeringssysteem. Alleen gecertificeerde aanvragers komen in aanmerking voor beheersubsidie. Een certificaat is een verklaring namens de provincie waarmee een natuurbeheerder of -collectief bepaalde kwaliteitseisen voor beheer, organisatie en administratie garandeert. Een certificaat wordt verkregen als de beheerder of het collectief een in een kwaliteitshandboek beschreven kwaliteitssysteem heeft dat voldoet aan het door Gedeputeerde Staten vastgestelde Programma van Eisen.

De IPO-taakgroep invasieve exoten valt onder de IPO-werkgroep natuurwetgeving.

De certificering wordt uitgevoerd door de Stichting Certificering Subsidiestelsel Natuur en Landschap dat hiervoor door Gedeputeerde Staten is gemandateerd. De Stichting voert ook audits uit. Dat is een controlebezoek waarbij wordt nagegaan of de certificaathouder zijn gecertificeerde werkproces op consistente wijze in praktijk brengt en daarmee garant staat voor kwalitatief goed beheer. Wanneer er tijdens een audit blijkt dat er een tekortkoming is, wordt de beheerder of het collectief een hersteltermijn geboden. Wanneer dan nog steeds niet is voldaan kan het certificaat worden ingetrokken en vervalt het recht op subsidie. Onderdeel van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer is een beleidsmonitoring (toestand van een gebied). Beheermonitoring (monitoring van de voortgang van beheermaatregelen) is geen onderdeel van het stelsel.

Naast dit certificeringssysteem vindt er ook incidenteel toezicht plaats op de naleving van de instandhoudingsplicht. Jaarlijks wordt een steekproef uitgevoerd bij 5% van de natuurpercelen die via de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) zijn omgevormd naar natuur en die niet in eigendom en beheer zijn bij een partij die gecertifieerd natuurbeheerder is. Wanneer onjuist beheer wordt geconstateerd krijgt de eigenaar een brief toegestuurd met daarin herstelmaatregelen en een redelijke termijn om deze uit te voeren.

Vraag 8) Wat onderneemt het college als er sprake is van niet correct natuurbeheer? En wat bent u van plan te gaan doen in de toekomst?

Incorrect beheer kan zijn dat het beheer niet of niet voldoende is uitgevoerd of de verkeerde beheermaatregel is uitgevoerd of dat de uitgevoerde beheermaatregel ineffectief is gebleken. In deze gevallen wordt in eerste instantie in gesprek gegaan met de natuurbeheerder over het gevoerde beheer, waarin wordt gesproken over hoe zaken kunnen worden hersteld en/of een volgende keer kunnen worden voorkomen. Incorrect beheer kan ook betekenen dat beheermaatregelen dusdanig worden uitgevoerd dat wetgeving wordt geschonden (bijvoorbeeld hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming, flora en fauna). In dat geval kan handhavend worden opgetreden.

Gedeputeerde staten van Limburg

voorzitter

secretaris

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Plusquin over Vraagtekens bij natuurcompensatiemaatregelen Ravelijn

Lees verder

Schriftelijke vragen Plusquin over Juridische vraagtekens bij werkzaamheden Belvédèreberg Maastricht op basis van ontheffing Wnb

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer