Schrif­te­lijke vragen Plusquin over Juri­dische vraag­tekens bij werk­zaam­heden Belvé­dè­reberg Maas­tricht op basis van ontheffing Wnb


Indiendatum: 27 sep. 2022

Geacht college,

De gemeenteraad van de gemeente Maastricht wordt gevraagd om geen bedenkingen te uiten bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een schuilgelegenheid voor schapen op de Belvédèreberg. Dit gebied is juist eerder aangewezen als natuurcompensatiegebied, waar inmiddels o.a. dassen, muurhagedissen en hazelwormen leven. Het verlenen van een omgevingsvergunning zal door verschillende factoren leiden tot negatieve gevolgen voor deze soorten in het natuurcompensatiegebied. Dit leidt bij de Partij voor de Dieren-fractie tot de volgende vragen.

  • In het voorjaar van 2014 heeft de gemeente Maastricht een ontheffing ontvangen op basis van de Wet natuurbescherming voor de realisatie van het Ontwikkelingsgebied Belvédère.[1] Op 3 april 2018 heeft de gemeente verzocht de ontheffing te verlengen tot 31 januari 2023.[2] Dit enkel op voorwaarde dat de laatste natuurvoorzieningen pas gerealiseerd kunnen worden als de tramvoorzieningen aan het spoor getroffen worden.[3] Het hele tramproject gaat inmiddels niet door en de gemeente Maastricht zal dan ook niet aan deze natuurvoorzieningen kunnen voldoen. Hierdoor is de hele bestaansvoorwaarde van de verlenging van de ontheffing vervallen. De Partij voor de Dieren-fractie is daardoor van mening dat de rechtsgeldigheid van de ontheffing op de tocht staat. Is uw college het eens dat de rechtsgeldigheid van de ontheffing, de gevolgen hieromtrent en dus de bouw van de schuilgelegenheid onhoudbaar zijn? Zo ja, waarom en welke gevolgen heeft dit voor uw college? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt dit zich tot genoemde ontheffingsvoorwaarde?

Op ongeveer 150 meter afstand van de bouwlocatie bevinden zich diverse dassenburchten. Blijkens de ontheffing[4] mogen er tussen zonsondergang maar nooit later dan 19.00 uur en zonsopgang geen activiteiten of werkzaamheden uitgevoerd worden binnen een straal van 200 meter van de dichtstbijzijnde toegang tot de dassenburcht. Desalniettemin is bij de gemeente Maastricht een aanvraag gedaan aangevraagd om een slaapgelegenheid te bouwen voor de beheerder. Schapen lammeren meestal ’s nachts zodat de beheerder tijdens de lammerperiode kan controleren of de schapen hulp nodig hebben.

  • De beheerder zal bij deze nachtelijke controle gebruikmaken van belichting in de open schapenstal. Als een worp bij een ooi niet vlot verloopt, zal de beheerder bovendien hulp moeten verlenen of in laten schakelen. Ook deze activiteit zal gepaard gaan met de nodige verstoringen van de das. Vindt uw college dat deze handelswijze conform de ontheffingsvoorwaarde is om geen activiteiten te ontplooien na zonsondergang? Zo ja, waarom en hoe verhoudt dit zich tot genoemde ontheffingsvoorwaarde? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor uw college?
  • De zonnecellencentrale op de Belvédèreberg dient toegankelijk te blijven voor de das zodat dit foerageergebied nog ten dele benut kan worden.[5] Desalniettemin is men voornemens om de schapen te laten begrazen in compartimenten. Hierdoor is het foerageergebied mogelijk niet toegankelijk voor de das. Vindt uw college dat deze handelswijze conform de ontheffingsvoorwaarde is om geen activiteiten te ontplooien na zonsondergang? Zo ja, waarom en hoe verhoudt dit zich tot genoemde ontheffingsvoorwaarde? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor uw college?

Een groot deel van de Belvédèreberg is als natuurcompensatie ingericht ten gunste van reptielen met als hoofddoelsoort de muurhagedis. Het hagedissengebied van 4,7 hectare groot bevindt zich ten zuidwesten van de geplande schuilhut, op de hellingen en op het platte vlak daaraan grenzend. In een dergelijk gebied mag geen intensieve begrazing plaatsvinden, aangezien overbegrazing voor reptielen uitermate slecht is. Voor hun voedselaanbod zijn zij afhankelijk van zulke soortenrijke graslanden.

  • Blijkens de ontheffing moeten de leefgebieden van de muurhagedis en hazelwormen geoptimaliseerd worden.[6] Het beste zou zijn om dan periodiek te maaien en het maaisel af te voeren. Als er al begraasd wordt, zou dat in dit specifieke gebied met maximaal 95-140 schapen mogen gebeuren. Het lijkt er echter op dat er 250 ooien en 400 lammeren ondergebracht worden, zonder compartimenten. Vindt uw college dat begrazing door deze hoeveelheden schapen conform de ontheffingsvoorwaarde is om de leefgebieden te optimaliseren? Zo ja, waarom en hoe verhoudt dit zich tot genoemde ontheffingsvoorwaarde? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor uw college?
  • Op de website van Belvédère Maastricht staat dat er alles aan gedaan wordt om de ‘bijzondere beestjes’ zich thuis te laten voelen in het Belvédèregebied, en om dat zo te houden. Vindt uw college dat de plannen zoals die er nu liggen deze belofte waarmaken? Deelt uw college de mening dat het beter is om helemaal af te zien van begrazing door schapen op de Belvedèreberg, of in ieder geval over te gaan op extensieve begrazing met compartimenten? Zo ja, waarom en wil u dit overbrengen aan het college van de gemeente Maastricht? Zo nee, waarom niet, hoe verhoudt dit zich tot de gedane beloftes en tot de ontheffingsvoorwaarden?

Gaarne beantwoording binnen de daarvoor geldende termijn.

Hoogachtend,

Pascale Plusquin

Partij voor de Dieren

[1] Besluit van gedeputeerde staten van Limburg, 2018-26327, p. 15.

[2] Besluit van gedeputeerde staten van Limburg, 2018-26327, p. 17.

[3] Besluit van gedeputeerde staten van Limburg, 2018-26327, p. 16.

[4] Besluit van gedeputeerde staten van Limburg, 2018-26327, p. 6.

[5] Besluit van gedeputeerde staten van Limburg, 2018-26327, p. 7.

[6] Besluit van gedeputeerde staten van Limburg, 2018-26327, p. 9.

Indiendatum: 27 sep. 2022
Antwoorddatum: 23 nov. 2022

Vraag 1) In het voorjaar van 2014 heeft de gemeente Maastricht een ontheffing ontvangen op basis van de Wet natuurbescherming voor de realisatie van het Ontwikkelingsgebied Belvédère. Op 3 april 2018 heeft de gemeente verzocht de ontheffing te verlengen tot 31 januari 2023. Dit enkel op voorwaarde dat de laatste natuurvoorzieningen pas gerealiseerd kunnen worden als de tramvoorzieningen aan het spoor getroffen worden. Het hele tramproject gaat inmiddels niet door en de gemeente Maastricht zal dan ook niet aan deze natuurvoorzieningen kunnen voldoen. Hierdoor is de hele bestaansvoorwaarde van de verlenging van de ontheffing vervallen. De Partij voor de Dieren-fractie is daardoor van mening dat de rechtsgeldigheid van de ontheffing op de tocht staat. Is uw college het eens dat de rechtsgeldigheid van de ontheffing, de gevolgen hieromtrent en dus de bouw van de schuilgelegenheid onhoudbaar zijn? Zo ja, waarom en welke gevolgen heeft dit voor uw college? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt dit zich tot genoemde ontheffingsvoorwaarde?

Nee, het college is het niet met u eens dat de rechtsgeldigheid van de ontheffing in het geding is. Voor de Wet natuurbescherming (Wnb) is het van belang of een wijziging van een (deel)project of activiteit leidt tot andere verbodsovertredingen dan waarvoor ontheffing is verleend, of dat door een wijziging de mitigerende/compenserende maatregelen, zoals beschreven in het activiteitenplan (natuurtoets) en/of opgenomen in de ontheffing, niet meer voldoen/afdoende zijn. Het is aan de initiatiefnemer (ontheffinghouder) om ons van een dergelijke wijziging op de hoogte te stellen en zo nodig een wijziging of aanvulling op de ontheffing aan te vragen. Indien iemand (dat kan ook onze toezichthouder zijn) constateert dat de initiatiefnemer afwijkt van het activiteitenplan en/of de voorschriften in de ontheffing, kan dat leiden tot handhavend optreden.

Er is hier echter geen sprake van een wijziging van activiteiten waardoor een andere verbodsbepaling wordt overtreden. Noch is er sprake van een wijziging waardoor de mitigerende/compenserende maatregelen niet meer voldoen/afdoende zijn. Het niet doorgaan van de tramverbinding Vlaanderen- Maastricht betekent dat een aantal maatregelen kunnen vervallen omdat bestaande functies, zoals bv. de looproute van de das over het spoor, behouden blijven en er hierdoor geen sprake is van een negatief effect. Dit geldt ook voor de voorzieningen om de aanzuigende werking van de tram tegen te gaan omdat deze samenhangen met het tramproject en geen ander doel dienen.

In juli 2022 heeft de gemeente Maastricht een verzoek ingediend om de huidige ontheffing te verlengen voor 4 deelgebieden. Het deelgebied ‘Belvédèreberg’ maakt geen deel meer uit van dit verzoek. Deze aanvraag wordt op dit moment door ons beoordeeld.

Vraag 2) De beheerder zal bij deze nachtelijke controle gebruikmaken van belichting in de open schapenstal. Als een worp bij een ooi niet vlot verloopt, zal de beheerder bovendien hulp moeten verlenen of in laten schakelen. Ook deze activiteit zal gepaard gaan met de nodige verstoringen van de das. Vindt uw college dat deze handelswijze conform de ontheffingsvoorwaarde is om geen activiteiten te ontplooien na zonsondergang? Zo ja, waarom en hoe verhoudt dit zich tot genoemde ontheffingsvoorwaarde? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor uw college?

Het (voornemen voor het) realiseren van een schapenstal/schuilgelegenheid (250 ooien en 400 lammeren) is niet opgenomen in de ontheffing soorten Wnb voor het Ontwikkelgebied Belvédère en in het beheerplan. De verleende ontheffing geeft dus geen toestemming voor het realiseren van een dergelijke schapenstal/schuilgelegenheid.
Als de eigenaar/beheerder van de Belvédèreberg (Bodemzorg Limburg) een nieuwe activiteit wilt ontplooien in dit gebied moet hij/zij onderzoek laten verrichten waaruit blijkt of er sprake is van een overtreding van de verbodsbepalingen in hoofdstuk 3 van de Wnb. Indien daar sprake van is, moet er een eigen ontheffing bij ons college worden aangevraagd, waarbij moet worden voldaan aan de criteria genoemd in de Wnb om ontheffing te kunnen verlenen.

Vraag 3) De zonnecellencentrale op de Belvédèreberg dient toegankelijk te blijven voor de das zodat dit foerageergebied nog ten dele benut kan worden. Desalniettemin is men voornemens om de schapen te laten begrazen in compartimenten. Hierdoor is het foerageergebied mogelijk niet toegankelijk voor de das. Vindt uw college dat deze handelswijze conform de ontheffingsvoorwaarde is om geen activiteiten te ontplooien na zonsondergang? Zo ja, waarom en hoe verhoudt dit zich tot genoemde ontheffingsvoorwaarde? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor uw college?

Ja, in de ontheffing is als voorwaarde opgenomen dat de zonnecentrale op de Belvédèreberg toegankelijk moet blijven voor de das zodat dit foerageergebied nog ten delen benut kan worden. Onder het raster zijn onverharde onderdoorgangen gemaakt die de das toegang bieden tot de zonneweide. Deze maatregel blijkt functioneel en daarmee is voldaan aan de ontheffingsvoorwaarde. Begrazing van de Belvédèreberg is één van de maatregelen die is opgenomen in het door ons vastgestelde beheerplan om dit gebied en de aangelegde voorzieningen (o.a. puinruggen) ook geschikt te houden voor de soorten.

Vraag 4) Blijkens de ontheffing moeten de leefgebieden van de muurhagedis en hazelwormen geoptimaliseerd worden. Het beste zou zijn om dan periodiek te maaien en het maaisel af te voeren. Als er al begraasd wordt, zou dat in dit specifieke gebied met maximaal 95-140 schapen mogen gebeuren. Het lijkt er echter op dat er 250 ooien en 400 lammeren ondergebracht worden, zonder compartimenten. Vindt uw college dat begrazing door deze hoeveelheden schapen conform de ontheffingsvoorwaarde is om de leefgebieden te optimaliseren? Zo ja, waarom en hoe verhoudt dit zich tot genoemde ontheffingsvoorwaarde? Zo nee, waarom niet en wat is daarvan het gevolg voor uw college?

Nee, dergelijke aantallen (250 ooien en 400 lammeren) zijn niet in overeenstemming met de ontheffing, het beheerplan voor de Belvédèreberg en de afspraken die zijn gemaakt om de functionaliteit van de hagedissenvoorzieningen te borgen. Wij hebben de gemeente Maastricht laten weten dat dergelijke aantallen schapen voor de begrazing niet zijn toegestaan op grond van de verleende ontheffing en in het kader van het beheerplan.

Uit nader onderzoek (voor zowel soorten als stikstof) moet blijken of een ontheffing en/of vergunning Wet natuurbescherming nodig is voor het realiseren van een schapenstal/schuilgelegenheid op de locatie.

Vraag 5) Op de website van Belvédère Maastricht staat dat er alles aan gedaan wordt om de ‘bijzondere beestjes’ zich thuis te laten voelen in het Belvédèregebied, en om dat zo te houden. Vindt uw college dat de plannen zoals die er nu liggen deze belofte waarmaken? Deelt uw college de mening dat het beter is om helemaal af te zien van begrazing door schapen op de Belvedèreberg, of in ieder geval over te gaan op extensieve begrazing met compartimenten? Zo ja, waarom en wil u dit overbrengen aan het college van de gemeente Maastricht? Zo nee, waarom niet, hoe verhoudt dit zich tot de gedane beloftes en tot de ontheffingsvoorwaarden?

De gemeente Maastricht is en blijft verantwoordelijk voor de informatie op de website Belvédère Maastricht.

Nee, het college deelt die mening niet. Begrazing (beheer) door schapen kan onder voorwaarden plaatsvinden, maar dient wel in overeenstemming te zijn met het achterliggende beheerplan.
In het huidige beheer wordt compartimentering al toegepast om ervoor te zorgen dat er voor de aanwezige reptielen voldoende variatie in de vegetatiestructuren aanwezig is. Dus open stukken om te zonnen, maar ook voldoende beschutte/dichtere structuren om in te vluchten of te schuilen. Op dit moment zijn wij in overleg met de gemeente Maastricht om het beheerplan op onderdelen aan te passen/te actualiseren.

Gedeputeerde staten van Limburg

voorzitter

secretaris

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Plusquin over het zaaien van carnavalsmengsels en niet gebiedsgebonden zaden op Limburgse gronden

Lees verder

Vragen Plusquin over Grondverkoop exploitatiemaatschappij Californië aan eigen directeur

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer