Schrif­te­lijke vragen Plusquin cs Over artikel NRC Handelsblad ‘Lim­burgse gede­pu­teerde in de fout met advies­be­drijf’ en ‘Het verzwegen bedrijf van de Limburgse Napoleon’


Indiendatum: 15 okt. 2020

Geacht college,

Met verbazing lezen wij in de artikelen van dhr. Dohmen in NRC Handelsblad en NRC Next dd. 14 oktober 2020 dat er onduidelijkheid is met betrekking tot nevenfuncties van dhr. Koopmans en mogelijke belangenverstrengeling. Met onze vergadering over integriteit nog in het achterhoofd, begrijpt u ongetwijfeld onze ongerustheid en gevoelde noodzaak deze kwestie op te helderen.

In de artikelen stelt gedeputeerde Koopmans dat hij niet verplicht was om zijn bij de KvK ingeschreven adviesbureau te vermelden op zijn nevenfunctielijst, omdat “de inschrijving zelf geen nevenfunctie is”.

Vraag 1) Deelt de gouverneur deze visie?

Vraag 2) Heeft de gouverneur afstemming gezocht met het ministerie van Binnenlandse Zaken? Zo ja, wordt deze visie gedeeld door het ministerie? Zo nee, is de gouverneur alsnog bereid afstemming te zoeken met het ministerie van Binnenlandse Zaken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3) Middels welke brief of e-mail en op welke datum zijn Provinciale Staten op de hoogte gesteld dat er documenten over de nevenfuncties en inkomsten van dhr. Koopmans ter inzage zijn gelegd? Wij ontvangen graag een kopie van deze documentatie.

Vraag 4) Was het college van GS destijds op de hoogte van alle nevenfuncties en inkomsten daaruit van dhr. Koopmans? Zo ja, wat was daarover de opvatting in het college? Zo nee, wat vindt u nu van dit gebrek aan transparantie?

Vraag 5) Was het college van GS of de gouverneur op de hoogte van het bestaan van het

adviesbureau van dhr. Koopmans?

Vraag 6) Was het college van GS of de gouverneur ervan op de hoogte dat inkomsten van dhr. Koopmans verliepen via zijn adviesbedrijf?

Vraag 7) Het adviesbureau van gedeputeerde Koopmans ontving alleen via Terraq inkomsten. Andere inkomsten dan dat bedrag had zijn adviesbureau niet, meldt hij in het artikel. Zijn er voor de Staten documenten beschikbaar waaruit dit blijkt?

Vraag 8) Hoe beoordeelt het college van GS het hebben van een adviesbureau ten opzichte van de benodigde integriteit als bestuurder?

Vraag 9) Klopt het citaat in het artikel dat de gouverneur heeft gezegd dat in dit geval een gedeputeerde belangenbehartiger van een baggerbedrijf kon zijn?

Vraag 10) Zo ja, bent u het dan met ons eens dat in een provincie die beweert integriteit hoog in het vaandel te hebben staan, een lid van het college van GS nooit belangenbehartiger kan zijn van een partij die qua opdrachten en vergunningen mede van de provincie afhankelijk is?

Vraag 11) Kan het college van GS reflecteren op de kritiek van hoogleraar Paul Bovend’Eert, waarin hij onder andere aangeeft dat de schijn niet vermeden is?

In het artikel wordt ingegaan op de vergunningverleningen aan baggerbedrijf Terraq, waar dhr. Koopmans commissaris van was. Dit bedrijf heeft, met GS als eindverantwoordelijke, vergunningen en opdrachten gekregen. Ondanks de door dhr. Koopmans gestelde afwezigheid van bemoeienis met ontgrondingen, was hij wel betrokken bij de financiële afwegingen ten aanzien van Meer Maas Meer Venlo, waar Terraq een belang bij had.

Vraag 12) Was het college van GS op de hoogte van het ‘in mandaat’ afhandelen van de vergunningen voor de joint venture van Terraq? Zo nee, hoe beoordeelt u achteraf het niet op de hoogte zijn hiervan?

Vraag 13) Klopt het dat de gedeputeerde deelgenomen heeft aan de beraadslagingen in het college over Meer Maas Meer Venlo terwijl hij tegelijkertijd lid was van de raad van commissarissen van Terraq?

Vraag 14) Hoe beoordeelt het college van GS de betrokkenheid van dhr. Koopmans bij de visie Meer Maas Meer Venlo vanuit zijn rol als gedeputeerde met portefeuille financiën? Was het niet nodig geweest daar alerter op te zijn gezien het commissariaat bij Terraq van dhr. Koopmans?

Vraag 15) Is het besluit over Meer Maas Meer Venlo mede door de gedeputeerde genomen of heeft hij zich van beraadslaging en stemming onthouden?

Vraag 16) Kunnen PS de notulen van deze vergadering z.s.m. ontvangen?

Vraag 17) Naar aanleiding van het plan Meer Maas Meer Venlo is er emailcorrespondentie geweest tussen gedeputeerde Koopmans en dhr. J. Jansen én emailcorrespondentie met betrekking tot het doorzetten en behandelen door de ambtelijke organisatie. Graag ontvangen wij deze emailcorrespondentie.

Wij zien de beantwoording van de vragen graag tegemoet binnen de daarvoor geldende termijn.

Pascale Plusquin

Partij voor de Dieren

Caldenberg (SP)

Kuntzelaers (PvdA)

Fischer- Otten (50+)

Jetten (GL)

Franssen (LL)

Indiendatum: 15 okt. 2020
Antwoorddatum: 28 okt. 2020

Vraag 1) Deelt de gouverneur deze visie?

Ja, er is sprake van één nevenfunctie: het commissariaat bij J & T Tussenholding. Het daartoe hebben van een inschrijving bij de KvK zonder verdere activiteiten beschouwen wij als zodanig als geen aparte nevenfunctie, die separaat dient te worden gemeld.

Het bestaan en de continuering van deze inschrijving was bij uw Staten bekend. Wij verwijzen in dit kader naar de brief (2014/30293), die de gouverneur op 6 juni 2014 aan het presidium heeft gezonden naar aanleiding van de ‘risicoanalyse integriteit’ uitgevoerd door BING bij eerste benoeming van de heer Koopmans. In de bijlage bij deze brief zijn destijds de conclusies en adviezen van deze integriteitstoets bijgevoegd. Citaat :

“De heer Koopmans vervult - ten tijde van het gesprek - diverse (neven)functies, waarvan hij bij een deel voornemens is om deze stop te zetten c.q. te beëindigen. Allereerst is de heer Koopmans sinds november 2013 eigenaar van eigen adviesbureau, van waaruit hij kleine adviesopdrachten verricht (onder meer voor lokale overheden). Met het accepteren van de functie van gedeputeerde, beëindigt de heer Koopmans de lopende opdrachten. Tevens is hij niet voornemens om in de komende periode nieuwe opdrachten aan te nemen. Wel laat hij zijn adviesbureau ingeschreven staan in de Kamer van Koophandel.”

In de benoemingsvergadering in 2014 is door de voorzitter van de commissie voor de geloofsbrieven het volgende gemeld: “Terzijde nog dit. Het niet deelnemen aan beraadslagingen en besluitvorming zal ook gelden voor het thema ontgrondingen. Dat zit niet in de portefeuille van de heer Koopmans maar het is wel iets waarvan hij op dit moment een nevenfunctie aanhoudt.”

Vraag 2) Heeft de gouverneur afstemming gezocht met het ministerie van Binnenlandse Zaken? Zo ja, wordt deze visie gedeeld door het ministerie? Zo nee, is de gouverneur alsnog bereid afstemming te zoeken met het ministerie van Binnenlandse Zaken? Zo nee, waarom niet?

Nee, hierover is geen afstemming gezocht met het ministerie. Daartoe is ook geen aanleiding.

Vraag 3) Middels welke brief of e-mail en op welke datum zijn Provinciale Staten op de hoogte gesteld dat er documenten over de nevenfuncties en inkomsten van dhr. Koopmans ter inzage zijn gelegd? Wij ontvangen graag een kopie van deze documentatie.

De procedure voor nevenfuncties is gevolgd. De nevenfuncties zijn bekend gemaakt en besproken ten behoeve van het integriteitsrapport, het gesprek met de CDK en de rapportage in PS. Tussentijdse wijzigingen zijn ook steeds gemeld aan het presidium.

De inkomensgegevens waren opvraagbaar. De inkomsten werden namelijk jaarlijks doorgegeven en aangeleverd aan het ministerie van BZK.

De Provincie Limburg gebruikt vanaf 2019 haar officiële website als de plek waar nevenfuncties en de eventuele bezoldiging worden vermeld. U vindt deze per collegelid opgesomd in dit gedeelte van de website: https://www.limburg.nl/bestuur...
Overigens publiceert de Provincie al sinds jaar en dag alle nevenfuncties van collegeleden via haar officiële website, inclusief de toevoeging ‘onbezoldigd’ of ‘bezoldigd’. Vanaf 2019 worden eventuele bedragen ook op deze officiële website benoemd. Daarmee zijn deze gegevens niet alleen inzichtelijk voor uw Staten maar voor iedereen.

Vraag 4) Was het college van GS destijds op de hoogte van alle nevenfuncties en inkomsten daaruit van dhr. Koopmans? Zo ja, wat was daarover de opvatting in het college? Zo nee, wat vindt u nu van dit gebrek aan transparantie?

Het College van GS was destijds op de hoogte van alle nevenfuncties die door gedeputeerde Koopmans aan het College van GS zijn gemeld, conform de gedragscode die op 4 juli 2014 door Provinciale Staten is vastgesteld. De reeds beklede nevenfuncties ten tijde van de benoeming in 2014 zijn door de gedeputeerde gemeld ten behoeve van de risicoanalyse voorafgaand aan deze benoeming. Alle nevenfuncties en de daarover gemaakte afspraken zijn door Provinciale Staten geaccepteerd.

Vraag 5) Was het college van GS of de gouverneur op de hoogte van het bestaan van het adviesbureau van dhr. Koopmans?

Provinciale Staten en daarmee ook het college van Gedeputeerde Staten waren op de hoogte van het bestaan van de bestaande inschrijving bij de Kamer van Koophandel, omdat deze besproken is tijdens de risicoanalyse voorafgaand aan benoeming van gedeputeerde Koopmans. De conclusie van de risicoanalyse is in 2014 openbaar gedeeld met uw Staten (2014/30293). In deze conclusie wordt onder meer verwezen naar het adviesbureau en het commissariaat bij J&T Tussenholding B.V.

Over de nevenfuncties heeft in openbaarheid een debat plaatsgevonden in de Statenvergadering waar de benoeming van de gedeputeerde aan de orde was.
Zie ook de beantwoording van vraag 1.

Ook de nieuwe uitgebreide gedragscode verplicht GS-leden bij aanvang van hun ambt hun nevenfuncties te melden, alsmede tussentijds bij aanvaarding van een nieuwe nevenfunctie. Daarbij dienen zij de volgende zaken aan te leveren bij de provinciesecretaris: een omschrijving van de nevenfunctie, de organisatie waarvoor de nevenfunctie wordt verricht, of de nevenfunctie uit hoofde van het ambt wordt verricht, bezoldigd is of onbezoldigd en indien bezoldigd: wat de inkomsten daaruit zijn. Er is geen sprake van een meldingsplicht over de wijze waarop deze eventuele inkomsten administratief, boekhoudkundig of fiscaal door de gedeputeerde worden verwerkt.

Bij zijn aantreden in 2014 heeft gedeputeerde Koopmans behalve het gemelde commissariaat, alle activiteiten in zijn adviesbureau beëindigd. Na beëindiging van het commissariaat is de inschrijving bij de Kamer van Koophandel in stand gehouden (zoals ook gemeld aan uw Staten). Dit vanwege de fiscus, die bij beëindiging van bedrijfsactiviteiten van ondernemers verlangt dat zij de inschrijving KvK en het bijbehorende BTW-nummer nog enige tijd operationeel houden ten behoeve van eventuele nog uit te voeren fiscale verrekeningen. Als gevolg daarvan blijft een ondernemer BTW-plichtig totdat de fiscus toestemming geeft de inschrijving te beëindigen en het BTW-nummer intrekt. Dit is in juli 2020 gebeurd. Vanaf beëindiging commissariaat tot heden zijn er geen inkomsten geweest.

Vraag 6) Was het college van GS of de gouverneur ervan op de hoogte dat inkomsten van dhr. Koopmans verliepen via zijn adviesbedrijf?

Zie antwoord vraag 5.

Vraag 7) Het adviesbureau van gedeputeerde Koopmans ontving alleen via Terraq inkomsten. Andere inkomsten dan dat bedrag had zijn adviesbureau niet, meldt hij in het artikel. Zijn er voor de Staten documenten beschikbaar waaruit dit blijkt?

Nee. Wel heeft gedeputeerde Koopmans recent de aangifte inkomstenbelasting over de jaren 2014 t/m 2018 fysiek voorgelegd aan de gouverneur en hem verzocht deze in te zien. De gouverneur concludeert daaruit dat er na het aantreden als gedeputeerde geen andere inkomsten zijn geweest.

Vraag 8) Hoe beoordeelt het College van GS het hebben van een adviesbureau ten opzichte van de benodigde integriteit als bestuurder?

Het is niet aan het College van GS om dit te beoordelen, maar aan Provinciale Staten. Uw Staten hebben een dergelijke beoordeling gedaan bij de aanstelling van gedeputeerde Koopmans in 2014, 2015 en 2019. Aan elk van deze benoemingen is immers een risicoanalyse integriteit voorafgegaan, opgesteld door een extern bureau (in 2014 Bureau BING, in 2015 Berenschot en in 2019 Necker van Naem).

De schriftelijk vastgestelde afspraken die daaruit volgen, worden samen met de uitkomsten van de risicoanalyse gedeeld met de Commissie Onderzoek en Geloofsbrieven en liggen ter inzage voor aan de Staten. De Commissie Onderzoek en Geloofsbrieven neemt kennis van de uitkomsten van de risicoanalyse en beoordeelt in hoeverre er een beletsel is voor de benoembaarheid van de kandidaten en adviseert Provinciale Staten. De uiteindelijke beslissing om de kandidaat tot gedeputeerde te benoemen is aan Provinciale Staten (op grond van artikel 35 Provinciewet), die daarmee ook de afspraken volgend uit de risicoanalyse accordeert.

Vraag 9) Klopt het citaat in het artikel dat de gouverneur heeft gezegd dat in dit geval een gedeputeerde belangenbehartiger van een baggerbedrijf kon zijn?

Nee, gedeputeerde Koopmans was commissaris. De gouverneur heeft op twee momenten vragen van de journalist gekregen en die ook twee keer schriftelijk beantwoord. Die vragen en ook de antwoorden maken integraal deel uit van de Mededeling Portefeuillehouder die op 15 oktober – daags na het verschijnen van het artikel in NRC - naar Provinciale Staten is gestuurd. Verder is er geen contact geweest. U vraagt of het citaat correct is. Voor de volledigheid hieronder het volledige citaat in het artikel waarop uw vraag betrekking heeft:

...Bovens vindt dat het „in deze casus mogelijk is” dat een Limburgse gedeputeerde belangenbehartiger kan zijn van een baggerbedrijf dat voor vergunningen en werk afhankelijk is van besluiten van GS van Limburg. „Omdat bij de aanstelling van de gedeputeerde goede, transparante en risico-beheersende afspraken zijn gemaakt met Provinciale Staten.”

In zijn beantwoording heeft de gouverneur feitelijk aangegeven dat dit inderdaad mogelijk is, echter pas indien en voor zover er goede, transparante en risico-beheersende afspraken zijn gemaakt met Provinciale Staten. Dat is hier ook gebeurd. Van belangenbehartiging was door deze afspraken geen sprake.

Nieuwe casus zijn steeds ter beoordeling aan Provinciale Staten.

Vraag 10) Zo ja, bent u het dan met ons eens dat in een provincie die beweert integriteit hoog in het vaandel te hebben staan, een lid van het College van GS nooit belangenbehartiger kan zijn van een partij die qua opdrachten en vergunningen mede van de provincie afhankelijk is?

Met die opvatting zijn wij het eens. Daarom worden ook duidelijke afspraken gemaakt om belangenconflicten te voorkomen. Daartoe wordt voor elke benoeming van een gedeputeerde een grondige risicoanalyse uitgevoerd. Het is aan Provinciale Staten om te beoordelen, conform de gedragscode die daartoe is vastgesteld of de beheersmaatregelen die naar aanleiding van de risicoanalyse bij benoeming van een gedeputeerde worden afgesproken afdoende zijn.

Denk hierbij aan maatregelen zoals definiëring van de portefeuille-inhoud, stopzetten van functies, openbare melding van nevenfuncties. De risicoanalyse wordt na de voordracht en benoeming als leidraad door betrokkene zelf ingezet waar het gaat om zijn verantwoordelijkheid voor uitvoering van aanbevelingen en afspraken. De CdK ziet toe op de handhaving van de afspraken die met Provinciale Staten gemaakt zijn en baseert zich hierbij op de actieve informatieplicht van de betrokkene of op meldingen van derden. Bij schending van de afspraken zal de CdK de betrokkene daarop aanspreken. In algemene zin heeft de CdK tot taak het thema integriteit bespreekbaar te maken en te houden in het College en de bewustwording op dit terrein te bevorderen. Dit ondersteunt de eigen verantwoordelijkheid die de betrokkenen ten opzichte van het thema integriteit hebben, en vervangt deze uitdrukkelijk niet.

Vraag 11) Kan het College van GS reflecteren op de kritiek van hoogleraar Paul Bovend’Eert, waarin hij onder andere aangeeft dat de schijn niet vermeden is?

De in het artikel opgevoerde hoogleraar geeft zijn mening over het handelen van de gedeputeerde Koopmans en de CdK en over de mate waarin het integriteitsbesef van Provinciale Staten is ontwikkeld. Wij kunnen niet beoordelen of de heer Bovend’Eert kennis heeft genomen van het volledige dossier, inclusief de genomen beheersmaatregelen. Wij houden ons als College aan de geldende wetgeving, de gedragscode die Provinciale Staten hebben vastgesteld en de met Provinciale Staten gemaakte beheersafspraken.

Vraag 12) Was het college van GS op de hoogte van het ‘in mandaat’ afhandelen van de vergunningen voor de joint venture van Terraq? Zo nee, hoe beoordeelt u achteraf het niet op de hoogte zijn hiervan?

Ja. Het onderliggende mandaatbesluit is door ons College genomen op 27 juni 2013 en op 1 juli 2013 in werking getreden. De betreffende vergunningen en opdrachten zijn conform dat besluit dan ook niet behandeld in vergaderingen van het College van GS, maar zijn in mandaat door de desbetreffende clustermanager afgehandeld.

Vraag 13) Klopt het dat de gedeputeerde deelgenomen heeft aan de beraadslagingen in het college over Meer Maas Meer Venlo terwijl hij tegelijkertijd lid was van de raad van commissarissen van Terraq?

Ja, de gedeputeerde heeft deelgenomen aan besprekingen van de visie Meer Maas Meer Venlo als portefeuillehouder financiën.

Meer Maas Meer Venlo betrof een visie op integrale waterveiligheid met mogelijk grote financiële consequenties. Vandaar dat betrokkenheid van de portefeuillehouder Financiën bij beraadslagingen daarover, voor de hand lag. Met Provinciale Staten was afgesproken dat gedeputeerde Koopmans zich zou onthouden bij ontgrondingen. Er is geen afspraak gemaakt over waterveiligheid of Maasveiligheid.

Het knelde niet, totdat tijdens een RvC vergadering op 17 oktober 2017 van J. en T. Tussenholding aangekondigd werd dat er gesproken zou gaan worden over een verzoek aan Terraq van de gemeente Venlo voor het opstellen van een alternatief plan MMMV. Op dat moment heeft gedeputeerde Koopmans staande de vergadering aangegeven zijn commissariaat per onmiddellijke ingang te beëindigen. Dat is toen direct geformaliseerd en het geeft blijk van de alertheid van betrokkene, zoals ook op basis van onze gedragscode mag worden verwacht.

Vraag 14) Hoe beoordeelt het college van GS de betrokkenheid van dhr. Koopmans bij de visie Meer Maas Meer Venlo vanuit zijn rol als gedeputeerde met portefeuille financiën? Was het niet nodig geweest daar alerter op te zijn gezien het commissariaat bij Terraq van dhr. Koopmans?

Zie antwoord vraag 13.

Vraag 15) Is het besluit over Meer Maas Meer Venlo mede door de gedeputeerde genomen of heeft hij zich van beraadslaging en stemming onthouden?

Het college van GS heeft op 29 januari 2019 het beëindigingsbesluit genomen. Ook op dat moment had gedeputeerde Koopmans geen nevenfunctie waardoor hij zich had moeten onthouden van beraadslaging en stemming.

Vraag 16) Kunnen PS de notulen van deze vergadering z.s.m. ontvangen?

In artikel 54 eerste lid van de Provinciewet heeft de wetgever bepaald dat vergaderingen van Gedeputeerde Staten met gesloten deuren worden gehouden, voor zover Gedeputeerde Staten niet anders hebben bepaald. In de fase waarin de beleidsvoorbereiding zich bevindt als Gedeputeerde Staten zich daarover buigen moet een open overleg over veelal nog onvoldragen standpunten en voorstellen kunnen plaatsvinden. In die gevallen zou openbaarheid van beraad remmend kunnen werken, zo wordt algemeen aangenomen dat de wetgever heeft bedoeld.
Gelet op het uitgangspunt van beslotenheid is het een landelijk gebruik dat van de vergaderingen van Gedeputeerde Staten geen uitgeschreven notulen worden gemaakt. Er wordt van elke vergadering een besluitenlijst opgesteld, waarin de voorstellen uit de ambtelijke organisatie en de besluiten van het college ten aanzien daarvan worden vermeld, soms voorzien van een toelichting. Deze niet-vertrouwelijke besluitenlijsten van GS zijn wekelijks voor de statenleden raadpleegbaar. Eerder via een inlog op de pagina voor PS op de website en sinds medio 2017 via I-babs. De besluiten van Gedeputeerde Staten zijn in beginsel openbaar. Daar waar het voorstellen betreft die betrekking hebben op materie waarop geheimhouding ex artikel 25 of 55 Provinciewet is opgelegd wordt de besluitvorming, al dan niet voorzien van een toelichting, opgenomen in de zogenoemde vertrouwelijke besluitenlijst. Deze besluiten worden pas openbaar gemaakt nadat de argumenten voor het opleggen van geheimhouding als hiervoor bedoeld zijn komen te vervallen.

Vraag 17) Naar aanleiding van het plan Meer Maas Meer Venlo is er emailcorrespondentie geweest tussen gedeputeerde Koopmans en dhr. J. Jansen én emailcorrespondentie met betrekking tot het doorzetten en behandelen door de ambtelijke organisatie. Graag ontvangen wij deze emailcorrespondentie.

De email is door het secretariaat van gedeputeerde Koopmans doorgeleid naar de ambtelijke organisatie. Waarbij geldt dat gedeputeerde Koopmans alle informatie die hem aangereikt wordt, over welk onderwerp dan ook, altijd doorstuurt of door laat sturen naar de desbetreffende ambtelijke afdeling. Juist door op deze wijze informatie direct door te sturen naar de ambtelijke organisatie wordt onafhankelijke advisering richting de verantwoordelijk portefeuillehouder en het college gewaarborgd. Ten tijde van de nevenfunctie is ook in lijn met de gemaakte beheersafspraken gehandeld. Dit hield in dat aangereikte informatie direct werd doorgeleid naar de ambtelijke organisatie zonder verdere inmenging.

De door het secretariaat van gedeputeerde Koopmans doorgestuurde emailcorrespondentie bevat de presentatie aanpak hoogwaterbescherming aan het gemeentebestuur van Venlo d.d. 5 november 2015 alsook gespreksverslagen van de gemeente Venlo inzake het “Koploperproject” alsook een verzoek aan de gemeente Horst aan de Maas om het “Koploperproject” uit te breiden

Deze aanpak hoogwaterbescherming, zo is ons recent gebleken, was overigens eerder bekend bij de Provincie Limburg, want deze aanpak is op 16 november 2015 reeds besproken met de portefeuillehouder Waterveiligheid in aanwezigheid van ambtenaren in het Gouvernement. Er is verder geen vervolgemailverkeer bekend van of naar gedeputeerde Koopmans. De email en de presentatie zijn als bijlage toegevoegd. De gespreksverslagen liggen ter inzage.

Gedeputeerde Staten van Limburg

voorzitter

secretaris

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen over Financiele reservering voor ecologische verbinding over Zuid-Willemsvaart

Lees verder

Schriftelijke vragen over Creativiteit bij vergunningverlening stikstof

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer