Schriftelijke vragen over Afschotplan wasberen
Indiendatum: sep. 2018
Heerlen, 13 september 2018
Geacht College,
Reeds jarenlang zijn er zichtmeldingen van wasberen. In recente berichtgeving1 wordt er uitgegaan van 12 wasberen in Limburg. Volgens deze berichtgeving overweegt het college o.m. afschot van de dieren. In verband hiermee heeft de Partij voor de Dieren de volgende vragen:
1. Kan het college aangeven of en tot welke aantoonbare schade aan natuur of in het wild levende dieren de huidige wasbeerpopulatie heeft geleid?
2. Bent u het met de PvdD fractie eens dat het geld dat zo’n onderzoek kost beter besteed kan worden aan een publiekscampagne “hoe om te gaan met in het wild levende dieren”: vervoer per dierenambulance, niet zelf vangen, groene brigade bellen etc?
3. In de Cie 24 februari 2017 (agendapunt Wijziging Hoofdstuk 3 Natuur van de Omgevingsverordening) is door de PvdD fractie gevraagd of de wasbeer in Limburg het risico loopt om afgeschoten te worden. In de commissie werd aangegeven dat deze exoot wordt ingevangen en naar het NHC in Opglabbeek wordt gebracht. Wat is de reden dat het college nu mogelijkheden tot afschot gaat onderzoeken? Is dat op basis van 1 incident met een wasbeer die in het nauw is gekomen?
4. Volgens de Nota Invasieve Soorten beheer van de NVWA 2 is afschot niet effectief als beheermethode, en is vangen te prefereren: welke overweging heeft GS ertoe bewogen om desondanks onderzoek te doen naar 2 manieren van afschot?
5. Is het college met het NHC Opglabbeek en met stichting AAP in gesprek gegaan of er opnamecapaciteit is voor 12 wasberen? Is er aan het NHC , stichting AAP en de Dierenbescherming gevraagd of zij kunnen ondersteunen met het plaatsen van vangkooien?
6. Op 29 juni jl. is in PS motie 2399 aangenomen om in het wild levende dieren die in nood zijn via een dierenambulance naar het Dierhulpcentrum in Opglabbeek te vervoeren en laten opvangen. Bent u het met de PvdD fractie eens dat afschot van de wasberen niet in lijn is met motie 2399?
7. Is de Dierenbescherming, als onderdeel van de FBE, geconsulteerd over de plannen voor eventueel afschot van de wasberen? Zo ja, wat is het standpunt van de DB? Zo nee, waarom niet?
Graag beantwoording binnen de daarvoor geldende termijn, Met vriendelijke groet,
Pascale Plusquin Partij voor de Dieren
Indiendatum:
sep. 2018
Antwoorddatum: 3 okt. 2018
Vraag 1.
Kan het college aangeven of en tot welke aantoonbare schade aan natuur of in het wild levende dieren de huidige wasbeerpopulatie heeft geleid?
Antwoord.
Voorafgaand: in 2016 is de Unielijst van EU-exotenverordening 1143/2014 in werking getreden. Soorten worden geplaatst op deze lijst wanneer er sprake is van bedreigingen van de biodiversiteit. De EU- verordening verbiedt vrijwel alle handelingen met invasieve dier- en plantensoorten die zijn opgenomen op de Unielijst en verplicht lidstaten tot actie na het aantreffen van die soorten. De verantwoordelijkheid voor de aanpak van unielijstsoorten in Nederland ligt bij de provincies. Provincies hebben als taak de uitvoering van uitroeiings-, beheers- en herstelmaatregelen voor de aangewezen soorten van de Unielijst. Soorten van de Unielijst vallen onder artikel 17 of artikel 19 van de exotenverordening. Artikel 17 gaat over soorten die nog niet gevestigd waren in Nederland op het moment dat de Unielijst in werking trad, terwijl artikel 19 gaat over de gevestigde soorten. Artikel 17 is gericht op volledige uitroeiing van nieuwe populaties en is daarmee strikter/strenger dan artikel 19. Voor bijvoorbeeld de wasbeer was op het moment van inwerkingtreden van de Unielijst (3 augustus 2016) nog geen sprake van voortplanting in Nederland. Daarom valt de soort formeel onder de verplichtingen van artikel 17. Als een artikel 17-soort zich vestigt en er sprake is van populatievorming, zoals nu het geval is bij de wasbeer in Limburg, moeten daarom uitroeiingsmaatregelen worden genomen. Hiervan kan alleen onder bepaalde omstandigheden afgeweken worden wanneer de uitroeiing redelijkerwijs niet haalbaar is.
Op grond van de afspraken met het ministerie is in opdracht van de Provincie Limburg een onderzoek uitgevoerd naar de omvang van de populatie (de survey-verplichting). Aansluitend wordt gestart met een eliminatie-actie door het wegvangen en opvangen en/of doden met het geweer.
De wasbeer is een roofdier en een opportunist die met name in natuurgebieden een bedreiging kan zijn voor kwetsbare (vogel)soorten. De bedreiging van natuurwaarden is het criterium voor opname op de Unielijst van de Europese exotenverordening. Risicobeoordelingen laten de volgende effecten zien:
− lokaal effect op bedreigde soorten door predatie. Er is geen bewijs voor effecten op
ecosysteemniveau.
− schade stedelijk gebied (tuinen, vuilnisbakken, fruitbomen, daken huizen, huisdieren, kippen).
− schade aan landbouw: stallen, viskwekerijen, fruitboomgaarden, maïs, groenten.
Daarnaast kan de wasbeer drager zijn van de voor de mens gevaarlijke wasbeerrondworm (Baylisascaris procyonis).
Vraag 2.
Bent u het met de PvdD fractie eens dat het geld dat zo’n onderzoek kost beter besteed kan worden aan een publiekscampagne “hoe om te gaan met in het wild levende dieren”: vervoer per dierenambulance, niet zelf vangen, groene brigade bellen etc.?
Antwoord.
U bedoelt met onderzoek de afweging die gemaakt moet worden van de methoden die gebruikt gaan worden om wasberen uit de Limburgse natuur te verwijderen. Wij zien geen relatie met de door u genoemde publiekscampagne. De. faunabeheereenheid Limburg stelt in dat verband een faunabeheerplan exoten, verwilderde dieren en onbeschermde dieren op. Daaronder vallen wasberen, maar ook soorten als de bruine en zwarte rat.
Vraag 3.
In de Cie 24 februari 2017 (agendapunt Wijziging Hoofdstuk 3 Natuur van de Omgevingsverordening) is door de PvdD fractie gevraagd of de wasbeer in Limburg het risico loopt om afgeschoten te worden. In de commissie werd aangegeven dat deze exoot wordt ingevangen en naar het NHC in Opglabbeek wordt gebracht. Wat is de reden dat het college nu mogelijkheden tot afschot gaat onderzoeken? Is dat op basis van 1 incident met een wasbeer die in het nauw is gekomen?
Antwoord.
De uitspraak waar u op doelt blijkt niet te zijn gedaan bij de commissievergadering van 24 februari 2017, maar bij één van de technische voorlichtingsbijeenkomsten die is georganiseerd bij de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming. Er was op dat moment nog sprake van slechts enkele wasberen in de provincie, waarvoor gold dat opvang een haalbare oplossing was. De meldingen dit jaar in onder andere Maastricht en omgeving (Eijsden/Gronsveld), maar ook in Thorn, Schinnen, Nuth, Sittard/Geleen en Schinveld geven aan dat de populatie wasberen in Limburg groter en wijder verbreid is dan gedacht. In het inventarisatieonderzoek, dat dit jaar is uitgevoerd, zijn meer dan twintig waarnemingen gedaan. Aangezien het onderzoek niet gebiedsdekkend is, wordt aangenomen dat de populatieomvang zeker vijftig tot honderd dieren betreft. Het vangen en opvangen alleen biedt onvoldoende mogelijkheden gezien de capaciteit bij de opvangcentra (zie ook het antwoord bij vraag 5).
Wij moeten nu alle opties goed bekijken en afwegen hoe de populatie wordt verwijderd, conform EU- beleid. Overlast zoals in Maastricht is een eerste indicatie van de problemen die op grote schaal kunnen ontstaan wanneer niet of te laat tot het nemen van maatregelen zou worden besloten. Dit betekent naast grensoverschrijdend overleg en samenwerking, het nemen van maatregelen in Limburg.
Vraag 4.
Volgens de Nota Invasieve Soorten beheer van de NVWA is afschot niet effectief als beheermethode, en is vangen te prefereren: welke overweging heeft GS ertoe bewogen om desondanks onderzoek te doen naar manieren van afschot?
Vraag 5.
Is het college met het NHC Opglabbeek en met stichting AAP in gesprek gegaan of er opnamecapaciteit is voor 12 wasberen? Is er aan het NHC, stichting AAP en de Dierenbescherming gevraagd of zij kunnen ondersteunen met het plaatsen van vangkooien.
Antwoord.
Er is afstemming geweest over aanwezige en toekomstige opvangcapaciteit. Beide opvangcentra geven aan dat bij de opvang van meerdere wasberen contact moet worden opgenomen en dat op dat moment aangegeven kan worden of er plaats is. Dierentuinen in Limburg hebben op dit moment geen ontheffing en (quarantaine)ruimte om wasberen te mogen opvangen. Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag drie blijken er aanzienlijk meer dan twaalf wasberen aanwezig zijn in de Limburgse natuur. Het vangen en opvangen als enige maatregel is naar onze inschatting onvoldoende om de snel groeiende populatie in Limburg te verwijderen.
Vraag 6.
Op 29 juni jl. is in PS motie 2399 aangenomen om in het wild levende dieren die in nood zijn via een dierenambulance naar het Dierhulpcentrum in Opglabbeek te vervoeren en laten opvangen. Bent u het met de PvdD fractie eens dat afschot van de wasberen niet in lijn is met motie 2399?
Antwoord.
Nee, want de aanwezige wasberen (in stedelijk gebied) in Limburg zijn niet in nood. Het zijn wilde dieren die op zoek gaan naar alles wat eetbaar is. Ze vormen een bedreiging voor natuurwaarden en zorgen in stedelijk gebied voor overlast. Daarnaast kunnen wasberen drager zijn van de wasbeerrondworm die voor de mens zeer schadelijk kan zijn.
Vraag 7.
Is de Dierenbescherming, als onderdeel van de FBE, geconsulteerd over de plannen voor eventueel afschot van de wasberen? Zo ja, wat is het standpunt van de DB? Zo nee, waarom niet?
Antwoord.
De Dierenbescherming is vertegenwoordigd in het bestuur van de faunabeheereenheid Limburg. Bij het opstellen van het faunabeheerplan zal daarom vanzelfsprekend de Dierenbescherming om inbreng worden gevraagd.
Gedeputeerde Staten van Limburg
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Plusquin over Losgerukte dakpannen door laag vliegen vanaf Maastricht Aachen Airport
Lees verderVragen over Jachtverbod op wilde zwijnen vanwege risico’s Afrikaanse varkenspest
Lees verder