Schrif­te­lijke vragen Loomans over Rockwool


Indiendatum: 8 dec. 2022

Geacht college,

Op 13 januari 2020 verscheen een bericht in de media dat 9 provincies met het Rijk het Schone Lucht Akkoord gesloten hadden, maar dat de Provincie Limburg zich daar niet bij heeft aangesloten. De PvdD heeft hierover op de eerstvolgende MD-cie (op 17 januari) een mondelinge vraag gesteld, en D66 diende schriftelijke vragen in. In de beantwoording op deze vragen (2020/4236) geeft het college aan:

“We zijn positief over maatregelen die het Rijk neemt, maar ook kritisch op het akkoord dat niet verder gaat dan inspanningsverplichtingen en intenties. Daarnaast bevat het akkoord nu nog geen concrete pilots en maatregelen waarin wij als provincie het voortouw zouden moeten nemen.”

Het is op zijn minst curieus te noemen dat in dezelfde maand als deze beantwoording Rockwool een vergunning krijgt voor de emissie 60 mg NH3/m3 (bovengrens van de Europese norm). Terwijl als Limburg het SLA wel getekend had, had deze emissie beperkt moeten blijven tot 30 mg NH3/m3. Er lag dus een concrete case voor waarin Limburg een concrete maatregel had kunnen nemen en zelfs de mogelijkheid had om hier een pilot van te maken.

  1. 1) Heeft de vergunningsaanvraag van Rockwool een rol gespeeld bij het besluit het SLA niet te ondertekenen?

  2. 2) Waarom heeft het college er niet voor gekozen om het voortouw te nemen om van emissiereductie bij Rockwool een pilot te maken?

Naast ammoniak stoot Rockwool ook de kankerverwekkende stof formaldehyde uit (ca 25 kg/dag) en giftige stof fenol uit. Voor de uitstoot van formaldehyde geldt een minimalisatieverplichting; voor de fenoluitstoot is in de vergunning het dubbele van de Europese norm toegestaan.

  1. 3) Op welke manier heeft het college via de vergunning uitvoering gegeven aan de minimalisatieverplichting voor de uitstoot van formaldehyde?

  2. 4) Welke hoeveelheid fenol mag Rockwool jaarlijks uitstoten? Wat waren de overwegingen van het college om voor deze stof het dubbele van de Europese uitstootnorm op te leggen, en hoe verhoudt dit zich hiertoe?

  3. 5) De uitgestoten hoeveelheden formaldehyde en fenol kunnen vergelijkbaar met de uitgestoten stikstofverbindingen leiden tot een verhoogde depositie in de omgeving

van Rockwool. Kan de uitstoot van deze verbindingen zo dicht bij een Natura-2000 gebied additioneel bijdragen aan de verdere aantasting van deze natuur? Zo ja, wat vindt uw college daarvan en wat is daarvan het gevolg voor uw college? Zo nee, waarom niet?

6) Is ooit onderzocht of de uitstoot van formaldehyde, fenol en ammoniak invloed heeft op de gezondheid van de inwoners van Herkenbosch, Vlodrop en Asenray? Zo ja, wat waren de conclusies? Zo nee, waarom niet?

De omgevingsdienst houdt toezicht op bedrijven om te controleren of deze zich houden aan de eisen zoals gesteld in de afgegeven vergunningen.

  1. 7) Op welke momenten en op welke manier heeft in de afgelopen 5 jaar de omgevingsdienst dit toezicht bij Rockwool uitgevoerd? Zijn er inspecties uitgevoerd en/of metingen verricht? Zijn de geconstateerde bevindingen vastgelegd in een inspectierapport? Zijn er ooit overtredingen geconstateerd of maatregelen opgelegd?

  2. 8) Controleert de omgevingsdienst ook wat de werkelijke emissies van formaldehyde, fenol en ammoniak zijn? Zo ja, is dit op basis van metingen of op basis van rekenmodellen en wie levert de gegevens die in het model worden ingevoerd? Zo nee, waarom niet?

Het artikel van FTM refereert aan een verklaring van Rockwool dat de bijdrage aan CO2- emissiereductie door toepassing van de geproduceerde steenwol als isolatiemateriaal meer dan honderdvoudig de bij de productie van de steenwol vrijgekomen CO2 compenseert.

9) Wat is de jaarlijkse CO2-emissie van Rockwool? Is de claim van de honderdvoudige compensatie van deze emissie onderbouwd, met andere woorden is er onderzoek verricht, en is er een rapport dat aangeeft dat deze claim juist is? Zo ja, kan uw college dit rapport doen toekomen? Zo nee, wat is daarvan het gevolg voor uw college?

Gaarne beantwoording binnen de daarvoor geldende termijn. Hoogachtend,
P. Loomans
Partij voor de Dieren

Indiendatum: 8 dec. 2022
Antwoorddatum: 25 jan. 2023

Naar aanleiding van het artikel van Follow the Money met als titel “Steenwolfabriek in Roermond mag van de provincie twee keer zoveel stikstof uitstoten als andere fabrieken” zijn door de PvdA, SP en PvdD diverse vragen gesteld. Voor een goede begripsvorming en ter verduidelijking van onze antwoorden is onderstaande achtergrondinformatie van belang.

Steenwol is niet van glas. De woorden steenwol en glaswol lijken op elkaar en de producten zijn beide isolatiematerialen, toch zijn er ook belangrijke verschillen die voor de beantwoording van de gestelde vragen relevant zijn om te weten. Vanwege hun mechanische weerstand hebben steenwolproducten onder belasting vaak maar een geringe vervorming, wat voor een aantal toepassingen noodzakelijk is. Producten van glaswol zijn slap en te comprimeren. Mede bepalend voor dit verschil is de hoeveelheid bindmiddel dat nodig is om de vezels van steen of glas aan elkaar te lijmen. Steenwol heeft meer bindmiddel nodig dan glaswol. Bij de productie van steenwol komen daarom meer luchtemissies uit het bindmiddel vrij dan bij glaswol. Rockwool in Roermond maakt voornamelijk zware producten, allemaal op basis van steenwol. De isolatie die Saint-Gobain Isover in Etten-Leur maakt, is van glaswol en dat zijn lichtere producten. Twee verschillende processen dus, die veel op elkaar lijken, maar zich qua bindmiddelengebruik niet laten vergelijken.

Een installatie met een omvang als de installatie bij Rockwool is een zogenaamde IPPC-installatie, waarvoor regelgeving geldt op basis van de Europese Richtlijn Industriële Emissies (RIE). De maximaal te vergunnen uitstoot wordt bepaald door Europees afgestemde Best Beschikbare Technieken (BBT). Deze zijn voor verschillende productieprocessen vastgelegd in Europese referentiedocumenten (BREF’s). In de desbetreffende BREF (‘het maken van glas’ uit 2013) staat voor de vormingsfase van minerale wol dat de ammoniakuitstoot tussen 30 en 60 mg/Nm3 mag zijn.

In het Schone Lucht Akkoord (SLA) hebben de in Nederland aangesloten partijen, waaronder de provincie Limburg, afgesproken dat ze streng gaan vergunnen. Dat betekent echter niet dat automatisch een uitstoot van maximaal 30 mg/Nm3 in de vergunning komt. De onderkant van de bandbreedte is het startpunt van het gesprek tussen het bevoegd gezag en het desbetreffende bedrijf, in dit geval de provincie en Rockwool. Het bevoegd gezag gaat niet (meer) automatisch akkoord als het bedrijf in de vergunningaanvraag een uitstoot aan de bovenkant van de bandbreedte aanvraagt. Het bedrijf moet onderbouwen waarom een techniek waarmee een emissie-eis die meer aan de onderkant van de range ligt voor dat bedrijf niet haalbaar is. De uiteindelijke emissie-eis die in de vergunning komt te liggen kan dus ook bij streng vergunnen hoger liggen dan de onderkant van de bandbreedte indien het bedrijf heeft aangetoond dat deze niet haalbaar is..

Vraag 1) Heeft de vergunningsaanvraag van Rockwool een rol gespeeld bij het besluit het SLA niet te ondertekenen?

Nee. De beleidsmatige afweging om destijds niet deel te nemen aan het SLA is niet gebaseerd op de specifieke situaties bij bedrijven in Limburg. De situatie bij Rockwool, of enig ander specifiek bedrijf in Limburg, heeft geen rol gespeeld in het niet ondertekenen van het SLA. Het vergunningverleningsproces liep al geruime tijd voor de start van het SLA.

Vraag 2) Waarom heeft het college er niet voor gekozen om het voortouw te nemen om van emissiereductie bij Rockwool een pilot te maken?

Vanuit de doelstelling van het SLA was daarvoor geen noodzaak, omdat het SLA zich niet richt op ammoniak, fenol of formaldehyde. Wel was er al een onderzoeksverplichting opgelegd aan Rockwool voor fenol en formaldehyde en is deze nu ook opgelegd voor ammoniak.

Vraag 3) Op welke manier heeft het college via de vergunning uitvoering gegeven aan de minimalisatieverplichting voor de uitstoot van formaldehyde?

De verplichte minimalisatie van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) is nadrukkelijk onderwerp van gesprek geweest bij de totstandkoming van de vergunning (uit 2020) en zal, zolang de emissies niet tot nul zijn gereduceerd, blijvend zijn. In de vigerende vergunning (uit 2020) heeft dit er toe geleid dat hier specifiek een voorschrift over is opgenomen.

In het voorschrift staat dat vergunninghouder elke vijf jaar informatie aan het bevoegd gezag moet verstrekken over:
  1. a) de mate waarin emissies van zeer zorgwekkende stoffen naar de lucht plaatsvinden;

  2. b) de mogelijkheden om emissies van die stoffen te voorkomen dan wel, indien dat niet mogelijk is, te beperken.

Vraag 4) Welke hoeveelheid fenol mag Rockwool jaarlijks uitstoten? Wat waren de overwegingen van het college om voor deze stof het dubbele van de Europese uitstootnorm op te leggen, en hoe verhoudt dit zich hiertoe?

In de milieuvergunning zijn de emissies naar de lucht gereguleerd op basis van concentratie-eisen. Er zijn bij Rockwool 12 emissiepunten die de stof fenol uitstoten en waarvoor een Europese norm (EU norm) geldt. De voor fenol aan Rockwool opgelegde concentratie-eisen liggen in de range van 5 mg/m3 tot 20 mg/m3. Voor 4 van de 12 emissiepunten met fenol is het dubbele van het Europese maximum vergund.

De keuze voor de soepelere norm voor fenol heeft te maken met de bescherming van het milieu in zijn geheel. Er is namelijk een onlosmakelijke relatie tussen formaldehyde, ammoniak en fenol. Door een soepelere norm voor fenol is het mogelijk dat formaldehyde en ammoniak aan de EU norm voldoen. De soepelere norm voor fenol is daarbij wel gekoppeld aan een onderzoeks- en rapportageverplichting. Het doel hiervan is Rockwool te bewegen om op de kortst mogelijke termijn aan de EU-norm te gaan voldoen.

Vraag 5) De uitgestoten hoeveelheden formaldehyde en fenol kunnen vergelijkbaar met de uitgestoten stikstofverbindingen leiden tot een verhoogde depositie in de omgeving van Rockwool. Kan de uitstoot van deze verbindingen zo dicht bij een Natura-2000 gebied additioneel bijdragen aan de verdere aantasting van deze natuur? Zo ja, wat vindt uw college daarvan en wat is daarvan het gevolg voor uw college? Zo nee, waarom niet?

Ja, maar in welke mate dit het geval is, is ons niet bekend. Dit zullen we nog nader laten onderzoeken door het RIVM.

Vraag 6) Is ooit onderzocht of de uitstoot van formaldehyde, fenol en ammoniak invloed heeft op de gezondheid van de inwoners van Herkenbosch, Vlodrop en Asenray? Zo ja, wat waren de conclusies? Zo nee, waarom niet?

Ter bescherming van de gezondheid van de mens zijn voor zeer zorgwekkende stoffen zogenaamde Maximaal Toelaatbaar Risico waarden (MTR-waarden) vastgesteld. Deze zijn uitgedrukt als concentraties die gelden op leefniveau (zogenaamde immissieconcentraties). Voor formaldehyde en fenol zijn de MTR- waarden respectievelijk 10 en 20 microgram/m3. Voor ammoniak is er geen MTR-waarde. Voor Rockwool is berekend wat hun uitstoot betekent voor de luchtkwaliteit in de omgeving. Daaruit bleek dat de bijdrage ten minste een factor 3 onder de MTR-waarden ligt. Ondanks dat weliswaar aan de normen wordt voldaan, blijft het zaak de emissies te minimaliseren.

Vraag 7) Op welke momenten en op welke manier heeft in de afgelopen 5 jaar de omgevingsdienst dit toezicht bij Rockwool uitgevoerd? Zijn er inspecties uitgevoerd en/of metingen verricht? Zijn de geconstateerde bevindingen vastgelegd in een inspectierapport? Zijn er ooit overtredingen geconstateerd of maatregelen opgelegd?

Toezicht vindt op twee manieren plaats. Enerzijds via meetrapporten van derden die wij beoordelen en anderzijds op basis van bedrijfsbezoeken t.b.v. inspecties en controles door de RUD-ZL. De bevindingen van deze bezoeken worden schriftelijk vastgelegd (handhavingsrapport). Het is de afgelopen jaren voorgekomen dat (lichte) overtredingen zijn geconstateerd, maar benadrukt moet worden dat deze niet op het vlak van emissies naar de lucht hebben plaatsgevonden. Overtredingen moeten binnen een bepaalde termijn ongedaan worden gemaakt.

Vraag 8) Controleert de omgevingsdienst ook wat de werkelijke emissies van formaldehyde, fenol en ammoniak zijn? Zo ja, is dit op basis van metingen of op basis van rekenmodellen en wie levert de gegevens die in het model worden ingevoerd? Zo nee, waarom niet?

Ammoniak wordt door geaccrediteerde onderzoeksbureaus gemeten en fenol en formaldehyde door Rockwool zelf. Voor ammoniak bestaan geaccrediteerde meetmethoden, voor fenol en formaldehyde is het naar ons weten nog niet mogelijk geaccrediteerde metingen uit te voeren. Om die reden hebben wij toestemming verleend aan Rockwool om op basis van een door ons goedgekeurd meetprotocol beide stoffen zelf te meten. Alle meetrapporten worden door de RUD-ZL gecontroleerd. Emissiemetingen vinden plaats conform een door ons goedgekeurd (jaar)programma, waarbij wij steekproefsgewijs aanwezig zijn bij de uitvoering van de metingen.

Vraag 9) Wat is de jaarlijkse CO2-emissie van Rockwool? Is de claim van de honderdvoudige compensatie van deze emissie onderbouwd, met andere woorden is er onderzoek verricht, en is er een rapport dat aangeeft dat deze claim juist is? Zo ja, kan uw college dit rapport doen toekomen? Zo nee, wat is daarvan het gevolg voor uw college?

De jaarlijkse CO2-emissie van Rockwool varieert. In de milieujaarverslagen is in de periode tussen 2018 en 2021 een CO2-vracht gerapporteerd tussen 137,9 kton en 158,9 kton.

Voor het kwantificeren van het vermeden energieverbruik en de CO2-besparing door het gebruik van verkochte ROCKWOOL-isolatieproducten heeft adviesbureau Guidehouse een methodologie ontwikkeld. Het adviesbureau controleert of de door ROCKWOOL berekende jaarlijkse besparingen deze methodologie correct volgen. In de meegestuurde bijlage vindt u de gedetailleerde methodologie, die ook beschikbaar is op de website van Rockwool: https://www.rockwool.com/group... net-carbon-negative-impact/ .

Daarnaast publiceert Rockwool hun wereldwijde CO2-emissies in haar jaarlijkse Group Sustainability Report (een uittreksel van betreffende pagina voor het 2021 is meegestuurd als bijlage) en CDP (Carbon Disclosure Project).

Gedeputeerde staten van Limburg

voorzitter

secretaris

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Plusquin over Juridische gevolgen Wnb door groot kampvuur bij Fort Willem

Lees verder

Schriftelijke vragen Loomans over Zorgen over voormalige stortplaats Venraysbroek

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer