Schrif­te­lijke vragen inzake vuurwerk Parade Brunssum in broed­pe­riode eenden


Indiendatum: mrt. 2016

Geacht College,

Van 14 tot 20 juli 2016 is de Wereldparade in Brunssum. Dit is een keer in de 4 jaar. Er worden dan meer dan 50.000 mensen verwacht.

Ter afsluiting is er altijd vuurwerk aan de rand van de eendenvijver. Dat is in de avond omstreeks 22:30 uur.

Het is dan midden in het broedseizoen. Uit waarnemingen van afgelopen keren (o.a. door agenten van de Dierenpolitie) blijkt dat er dan vele nesten en kuikens zijn in en rondom de vijver, die ernstig verstoord worden. De dag na het vuurwerk zwemmen de kuikens zoekend en alleen rond. De “ouders” zijn de avond ervoor tijdens het vuurwerk weggevlogen, dan wel ernstig in paniek of konden niet vluchten, omdat de vijver omringd werd door duizenden mensen. De vijver blijft enige dagen nagenoeg leeg.

De Flora- en Faunawet wordt hier duidelijk overtreden (rust verstoren in broedseizoen).

Bij het afsteken van professioneel vuurwerk, of boven de 200 kilo consumentenvuurwerk is de organisatie verplicht minimaal twee weken van te voren een ontbrandingstoestemming aan te vragen. Daarbij wordt door de Provincie alleen gekeken naar de veiligheid. Voor verstoring van soorten moet apart een melding gedaan worden bij de RVO i.v.m. de Flora- en Faunawet. Maar die verantwoordelijkheid wordt geheel en al bij de organisator gelaten. Als die melding niet wordt gedaan, kan er alleen nog achteraf handhavend worden opgetreden.

Op 8 maart jl. stond er een nieuwsbericht op NOS.nl met de titel:

“Er vindt een onverklaarbare daling plaats van het aantal wilde eenden in Nederland.”

In de afgelopen 25 jaar daalde het aantal broedpaartjes met 30 procent. In de afgelopen 10 jaar ging die daling nog veel sneller, met gemiddeld bijna 3 procent per jaar. De wilde eend is de eendensoort die we het meeste zien in vijvers.

Dit leidt tot de volgende vragen:

1. Bent u op de hoogte van voornemen van het afsteken van vuurwerk ten behoeve van het eindfeest tijdens de Parade rondom de eendenvijver in Brunssum tijdens het broedseizoen?

2. Kunt u aangeven of dit in strijd is met de Flora en Faunawet?

3. Bent u bekend met het bericht dat de wilde eendenpopulatie, die voornamelijk voorkomt in vijvers in rap tempo afneemt?

4. Bent u het met de Partij voor de Dierenfractie eens dat het onwenselijk is als de Provincie ertoe bijdraagt dat de eendenpopulatie nog verder afneemt door een verstoring midden in het broedseizoen?

5. Bent u bereid de aanvraag voor ontbrandingstoestemming te weigeren in de omgeving van de eendenvijver te Brunssum?

Zo nee, waarom niet?

6. Kan de provincie bij het ontvangen van een melding, of op de site waar nu alleen iets staat over evenementenvergunning die moeten worden aangevraagd, aangeven dat er ook gelet moet worden op dieren in de omgeving? En dat er in voorkomend geval een melding voor de Flora- en faunawet moet worden gedaan?

7. Zou de termijn van twee weken vóór het evenement niet verlengd moeten worden? Zodat er meer tijd is om de vergunning te beoordelen, en derden/belanghebbenden nog de mogelijkheid hebben een bezwaarschrift in te dienen?

Graag beantwoording van deze vragen binnen de daarvoor gestelde termijn.

Namens de Partij voor de Dierenfractie met vriendelijke groet,

Pascale Plusquin

[1] http://nos.nl/artikel/2091302-steeds-minder-eenden-in-nederland-en-niemand-weet-hoe-dat-komt.html

Indiendatum: mrt. 2016
Antwoorddatum: 19 apr. 2016

Vraag 1.
Bent u op de hoogte van voornemen van het afsteken van vuurwerk ten behoeve van
het eindfeest tijdens de Parade rondom de eendenvijver in Brunssum tijdens het broedseizoen?

Antwoord.
Wij zijn op de hoogte van het voornemen om ter gelegenheid van de Parade op één of meerdere dagen vuurwerk te ontbranden. Op 22 april 2014 hebben wij voor het betreffende evenement een ontbrandingstoestemming verleend.

Vraag 2.
Kunt u aangeven of dit in strijd is met de Flora- en faunawet?

Antwoord.
Gedeputeerde Staten kunnen geen beoordeling geven of het ontbranden van vuurwerk strijdig is met de Flora- en faunawet. Het Ministerie van Economische Zaken is thans het bevoegde gezag voor de Flora- en faunawet. In 2012 heeft er in het kader van het ontbranden van vuurwerk tijdens de Parade monitoring plaatsgevonden van de broedende vogels en is hierover een rapport opgesteld (Monitoring vogels Vijverpark bij vuurwerkevenementen, rapportnummer BR-202.202 van 13 juli 2012, opgesteld door Bureau Verbeek).

De conclusie uit het monitoringsrapport luidt:
Samenvattend kan worden gesteld dat het vuurwerk leidde tot kortdurende paniek onder de op de grote vijver aanwezige watervogels. Met uitzondering van enkele Wilde eenden en enkele Nijlganzen zijn alle vogels gedurende het vuurwerk op de grote vijver gebleven. Binnen een kwartier na afloop van het vuurwerk was de rust onder de vogelbevolking wedergekeerd. Er zijn geen aanwijzingen verkregen dat
broedende vogels door het vuurwerk zijn verstoord of dat jonge vogels zijn gevlucht voor het vuurwerk en daarbij hun oudervogels langdurig kwijt zijn geraakt.
Daarbij dient tevens opgemerkt te worden dat de Parade Brunssum een meerdaags evenement is waarvan een gedeelte van het programma zich afspeelt in en om het Vijverpark. Naast het vuurwerkevenement was dus al een situatie aanwezig die afweek van de reguliere situatie in het park.
Voor de volledigheid is het programma van het festival als bijlage 2 toegevoegd. Uit vergelijking van de monitoringsgegevens met de gegevens van de inventarisatie van 23 juni, circa twee weken voorafgaande aan het festival, blijkt tevens dat de aanwezige vogels zich ook daarvan weinig hebben aangetrokken. Voor de volledigheid is in bijlage 3 de lijst met afgestoken vuurwerk toegevoegd. De in de bijlage vermelde combinatie van consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk heeft dus niet geleid tot een blijvende verstoring van de aanwezige vogels.
Voor zover bij ons bekend, is destijds door het Ministerie geen overtreding van de Flora- en faunawet geconstateerd.

Vraag 3.
Bent u bekend met het bericht dat de wilde eenden populatie, die voornamelijk voorkomt in vijvers in rap tempo afneemt?


Antwoord.

Wij zijn bekend met de berichten dat de Wilde eend in aantal afneemt. Volgens SOVON is landelijk de Wilde eend in het broedvogelmeetnet (BMP) de laatste 10 jaar significant met < 5% afgenomen. In het stedelijk gebied loopt een apart meetnet voor urbane soorten (stadsvogels, MUS). De trend van de Wilde eend is hier echter tussen 2007 en 2015 stabiel.
In Limburg blijkt uit onze eigen monitoringsgegevens dat de verspreiding van de wilde eend tussen de periodes 1990-1997 en 1998-2011 is toegenomen van 50% naar 62%. Het is aannemelijk dat de toegenomen verspreiding ook geleid heeft tot een vergroting van de Limburgse broedpopulatie. De wilde eend is een vrij talrijk tot talrijke broedvogel met in Limburg naar schatting tussen de 2400 en 7800 broedparen voorkomend in vele water- en moerasgebieden zoals ook in stadsvijvers.

Vraag 4.
Bent u het met de Partij voor de Dierenfractie eens dat het onwenselijk is als de Provincie ertoe bijdraagt dat de eenden populatie nog verder afneemt door een verstoring midden in het broedseizoen?


Antwoord.

De provincie zou het onwenselijk vinden als de eenden populatie zou worden verstoord en afnemen. Daarom is het van belang dat de gemeente en de organisator een goede afweging maken of dit aan de orde is. Het bevoegd gezag voor de Flora- en faunawet is echter het Ministerie van Economische Zaken.

Vraag 5.
Bent u bereid de aanvraag voor ontbrandingstoestemming te weigeren in de omgeving van de eendenvijver te Brunssum? Zo nee, waarom niet?


Antwoord.

Op grond van het Vuurwerkbesluit zijn Gedeputeerde Staten bevoegd voor het verlenen van een ontbrandingstoestemming. De ontbrandingstoestemming kan worden geweigerd in het belang van de bescherming van de mens en het milieu (artikel 3B.3 van het Vuurwerkbesluit). Uit het monitoringsrapport genoemd onder punt 2 en uit waarnemingen door toezichthouders van onze afdeling Handhaving is niet gebleken dat het ontbranden van het vuurwerk geleid heeft tot een blijvende verstoring van de aanwezige vogels. Gelet hierop is er onzes inziens geen reden geweest om de aangevraagde ontbrandingstoestemming voor het onderhavige evenement in het belang van de bescherming van de mens en het milieu te weigeren.

Vraag 6.
Kan de provincie bij het ontvangen van een melding, of op de site
http://www.limburg.nl/e_Loket/... =6303, waar nu alleen iets staat over evenementenvergunning die moeten worden aangevraagd, aangeven dat er ook gelet moet worden op dieren in de omgeving? En dat er in voorkomend geval een melding voor de Flora- en faunawet moet worden gedaan?


Antwoord.

In onze aanbiedingsbrief van een ontbrandingstoestemming wijzen wij de aanvrager op de mogelijkheid dat op grond van andere wettelijke bepalingen vergunningen noodzakelijk zijn. De aanvrager is zelf verantwoordelijk om alle benodigde vergunningen aan te vragen. De Flora- en faunawet kent geen mogelijkheid of verplichting tot het doen van een melding voor het ontbranden van vuurwerk. Wel geldt dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving (algemene zorgplicht, artikel 2 van de Flora- en faunawet).

Vraag 7.
Zou de termijn van twee weken vóór het evenement niet verlengd moeten worden? Zodat er meer tijd is om de vergunning te beoordelen, en derden/belanghebbenden nog de mogelijkheid hebben een bezwaarschrift in te dienen?


Antwoord.

In het Vuurwerkbesluit is niet geregeld dat een aanvraag om een ontbrandingstoestemming binnen een bepaalde termijn moet worden ingediend. Artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht stelt dat bij het ontbreken van een wettelijke termijn binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag een beschikking dient te worden afgegeven. Het Interprovinciaal overleg (IPO) en de brancheverenigingen van de vuurwerkbedrijven hebben afgesproken dat aanvragen in principe 14 weken voorafgaand aan een evenement worden ingediend. Hierbij heeft het bevoegde gezag voldoende tijd (acht weken) om de aanvraag te beoordelen en om advies in te winnen. De beschikking op de aanvraag ligt conform de wettelijke gestelde termijn zes weken ter inzage, hetgeen betekent dat belanghebbenden ruim de mogelijkheid hebben om een bezwaarschrift in te dienen.

Op de provinciale site is vermeld dat het indienen van een aanvraag om een ontbrandingstoestemming 14 weken voor de geplande vuurwerkontbranding moet plaatsvinden.

De aangehaalde termijn van twee weken is alleen geldig voor meldingen in het kader van het Vuurwerkbesluit. Van een melding kan enkel gebruik worden gemaakt indien minder dan 200 kilogram consumentenvuurwerk en/of 20 kilogram theatervuurwerk wordt ontbrand. De termijn voor het indienen van een melding is in het Vuurwerkbesluit gesteld op minimaal twee weken voorafgaand aan het
evenement. Op het indienen van een melding in het kader van het Vuurwerkbesluit volgt geen beschikking van Gedeputeerde Staten. De melding wordt enkel beoordeeld of deze voldoet aan de eisen gesteld in het Vuurwerkbesluit. De wetgever gaat er namelijk van uit dat indien aan de eisen wordt voldaan, overlast naar de omgeving als gevolg van het ontbranden van vuurwerk voldoende beperkt en daarmee acceptabel is.


Gedeputeerde Staten van Limburg

Interessant voor jou

Vragen over massale eikensterfte in de Maasduinen door stikstofdeposities

Lees verder

Schriftelijke vragen: Gezondheidsschade vee industrie

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer