Schrijven in de staten: het ree, voor de draad ermee


Over de jaar­rap­portage van de Fauna­be­heer­eenheid Limburg en de jaar­lijkse tellingen

18 oktober 2024

Het is weer die tijd van het jaar. De blaadjes kleuren oranje, de kastanjes kletteren op je autodak en de mannen met de waxjassen en de gekke hoedjes trekken het veld in om een beetje aan faunabeheer te doen. De Partij voor de Dieren noemt dat jagen, en daar kijken we graag heel kritisch naar.

Sint Hubertus is de beschermheilige van de jagers. Hij kreeg tijdens zijn boswandeling een visioen van een reebok met een lichtend kruis tussen zijn gewei, wat hem inspireerde om zijn passie voor de jacht in te ruilen voor een leven van geloof en bezinning. In plaats van in Hubertus' voetsporen te treden en de geweren aan de wilgen te hangen, houden jagers zich liever vast aan het deel vóór zijn bekering: het schieten en doden van prachtige wilde dieren.

Gelukkig moet de faunabeheereenheid (FBE) jaarlijks aan Provinciale staten laten weten wat ze allemaal hebben geschoten en waarom. Ik neem je even mee in de rekensom die geldt voor het ree.

Om te bepalen hoeveel reetjes er mogen worden afgeschoten, moet je eerst weten hoeveel er in Limburg zouden mogen leven. Daarvoor heeft de FBE een draagkrachtberekening gemaakt, die kijkt naar hoeveelheid en oppervlakte geschikt natuurgebied, waarbij voldoende voedsel beschikbaar is voor het ree.

Daarna kijkt de FBE naar de hoeveelheid reetjes die men die zomer verwacht. Daarvoor worden ieder jaar tellingen gedaan (en omdat de FBE die zelf ook niet zo heel betrouwbaar vindt, gaat men ervan uit dat er in werkelijkheid 20% meer dieren rondlopen dan men geteld heeft). De voorjaarstelling: een frisse naam voor een niet zo frisse klus. In 2023 werden er 5.576 dieren ´geteld´.

Vervolgens wordt er een rekensom toegepast over het aantal getelde dieren en het verwachte aantal jongen en op basis daarvan wordt dan berekend hoeveel dieren er in dat jaar geschoten mogen worden (“verwachte zomerstand – draagkracht = afschot”).

Die tellingen doet de FBE (met de verschillende Wild Beheer Eenheden in Limburg, de WBE’s) ieder jaar. Voor reeën zelfs twee keer per jaar om een goed beeld te hebben van wat er leeft. Maar de basis van de rekensom waarop het afschot wordt bepaald, is die draagkrachtberekening. Hoeveel dieren kunnen er gezond en veilig in de Limburgse natuurgebieden wonen. En die draagkrachtberekening, die dateert van 2011.

Dat is nogal even geleden, en intussen is er van alles aan natuur gekapt gesloopt of omgelegd. Natuurcompensatie is aangelegd en groenblauwe dooradering is gestimuleerd, zodat nieuwe leefgebieden voor het ree ontstaan. Van alles in beweging, net als de populaties wild!

Alle gedode dieren worden geregistreerd en geteld. Dat is goed voor onze controlefunctie. In 2023 werden er 2879 reeën gedood door een jager. Van zoveel dieren worden wij even stil.

En rekenkundig bogen we ook even ons hoofd. Deugt die berekening wel, nu de grondslag voor het bepalen van het aantal dieren dat gedood mag worden al meer dan 13 jaar oud is? Op basis van welke criteria werd die draagkrachtberekening opgesteld? Wat vinden ecologen en deskundigen ervan? Wij stellen vragen. De onderste steen boven over het ree: voor de draad ermee!

Wij staan voor:

Gerelateerd nieuws

Schrijven in de staten: concreet worden

Het valt soms niet mee om concreet te zijn als je van najaarsnota naar voorjaarsbegroting werkt, en intussen echte winst prob...

Lees verder

schrijven in de staten: transportschaamte

Naast stikstof, bevers en grondwaterbeschermingsgebieden mogen we in de Staten ook iets vinden van energie. Als een niet-te-s...

Lees verder