Bijdrage begro­tings­be­han­deling 2011


12 november 2010

Voorzitter,


We kijken vandaag naar de begroting voor 2011. Dit zijn de vierde en laatste algemene beschouwingen van het Limburgs Parlement in deze Statenperiode. Dat betekent dat we vooruit kijken, maar ook met een schuin oog naar achteren.

Allereerst. De Partij voor de Dieren vindt het terecht dat GS in 2011 nog geen voorschot neemt op allerlei mogelijke Rijksbezuinigingen, en daarmee de uitgaven, en met name de investeringen op peil houdt in een economische situatie waarin het herstel nog maar aarzelend is.

Dat wil niet zeggen dat we iedere bezuiniging van dit kabinet maar gelaten over ons heen moeten laten komen. Vooral als het gaat om lang lopende projecten, die niet zomaar met een pennestreek kunnen worden afgebroken. Ik doel dan met name op de EHS - ik zal daar nog op terugkomen - maar ook op de verwoestende bezuinigingen op cultuur. Het college moet de consequenties trekken van wat men zegt in antwoord op een vraag van GroenLinks: "Voor ons betekent dit dat er geen sprake kan zijn van een bezuiniging op culturele instellingen in Limburg, omdat er momenteel sprake is van een minimaal rijkssubsidieniveau dat niet verder verlaagd kan worden, zonder dat het hoogwaardig cultureel aanbod in gevaar komt." Kortom, we zakken door een bodem heen. Dat betekent optrekken naar Den Haag, niet gelaten accepteren.

En dan de EHS en de Limburgse natuur. Voorzitter, over de kleur van dit nieuwe kabinet zijn al genoeg wrange grappen gemaakt, ik zal geen kleur noemen. Maar de kleur die dit kabinet niet heeft, is groen. Ik feliciteer de gedeputeerde met zijn partijgenoten in Den Haag, die kennelijk liever geld dragen naar villabezitters en militaire prestigeprojecten (zoals de JSF) dan naar het netjes afmaken van een project als de EHS. De voorgestelde bezuinigingen zijn desastreus voor de provinciale natuurontwikkeling. Bezuinigen is één ding, maar dit is pure kapitaalvernietiging. Lopende projecten worden halverwege afgebroken.

Voorzitter, sta mij toe om in deze context de Bijbel te citeren. Ik heb tenslotte te maken met zowel een gedeputeerde als een staatssecretaris van een confessionele partij. Lucas 14, verzen 28 tot 30 in de Willibrordvertaling

"Als een van u een toren wil bouwen, gaat hij er toch eerst eens voor zitten om de

kosten te begroten, om te zien of hij het werk kan voltooien. Want anders, als hij wel

het fundament legt maar de bouw niet kan afmaken, zal iedereen die het ziet hem

uitlachen en zeggen: "Hij begon te bouwen, maar afmaken kon hij het niet."

Lucas was evangelist en geen politiek commentator anno 2010. Er is nu weinig te lachen; het is gemeenschapsgeld dat de staatssecretaris aan het vernietigen is. Ik wijs erop dat de EHS als project niet alleen "puur natuur" is, maar in gebiedsprocessen is verknoopt met andere ruimtelijke ontwikkelingen, waar nu ook een spaak in het wiel is gestoken. Het besluit om de EHS te schrappen valt niet uit te leggen en ik doe een klemmend beroep op GS om zowel de verdere ontwikkeling van de EHS als de robuuste verbindingszones voort te zetten.

Voorzitter, de natuur lijdt niet alleen door het snijden in de EHS, maar ook door de vee-industrie. En

kijken we terug naar drie-en-een half jaar collegebeleid, dan is één ding duidelijk: de vee-industrie

wordt door dit college uit de wind gehouden en gekoesterd.

Uit de wind gehouden, want we zitten na het PS-debat van maart, - naar aanleiding van de ontwikkelingen in Brabant - nog steeds te wachten op een GS-notitie. Het is overduidelijk dat dit college een vertragingstactiek volgt: eerst een onderzoek (dat ook nog eens pas drie maanden later in gang wordt gezet) en daarna radiostilte. Ik nodig de andere fracties, die ook om deze notitie hebben gevraagd, uit zich hierover uit te spreken. Want het kan toch niet zo zijn dat we dit voor deze provincie zo belangrijke onderwerp maar laten lopen. Voorzitter, ook de komende tijd zal ik hierop terug blijven komen.

Maar de vee-industrie wordt ook gekoesterd. De vee-industrie kan kennelijk niet op eigen benen staan en wordt door het provinciebestuur - en door de rijksoverheid - op allerlei manieren financieel gesteund. Direct, door subsidies op luchtwassers - in de afgelopen collegeperiode ging dat om vele tonnen.Jammer dat die energievretende dingen buitengewoon fraudegevoelig zijn. Onderzoek uit maart van dit jaar in Noord-Brabant wees uit dat maar liefst driekwart van de luchtwassers niet naar behoren werkte. In Limburg zal dat niet anders zijn. Ook op die luchtwassers zal ik in deze collegeperiode nog terugkomen. Voorzitter: als het gaat om subsidies voor luchtwassers, dan stelt de Partij voor de Dieren dat dit toch ECHT de omgekeerde wereld is. De vee-industrie vervuilt en de burger betaalt.

Nog een subsidie: de verplaatsingsregeling intensieve veehouderij: jammer dat die verplaatsing vooral plaats vindt naar "verwevingsgebieden", - en jammer dat die verwevingsgebieden toch knap vaak dicht bij natuurgebieden (en woonkernen) blijken te liggen. Als er ooit van het verplaatsen van ellende sprake was, dan hier wel. De vee-industrie verhuist en de burger betaalt.

Of de recente subsidie van 1,5 miljoen euro die de provincie aan het LOG-Egchelse Heide verleende. Daar wordt van 1,5 miljoen gemeenschapsgeld uitgegeven aan de (her-)vestigen van zes bedrijven uit de vee-industrie. Dat is weliswaar "gewoon" reconstructiebeleid, maar toch in feite niets anders dan een bedrijfssubsidie.


En dan heb ik het nog niet over de indirecte subsidie van de Ruimte voor Ruimte-regeling, waarin burgers, die een woning kopen op die manier betalen voor de kosten van stallensloop. Die bouwkavels liggen soms op plekken waar normaal nooit gebouwd zou mogen worden. De gemeente mist die inkomsten. Voorzitter, IK heb altijd geleerd dat ik mijn eigen rommel moet opruimen. Maar voor de vee-industrie gaat die vlieger kennelijk niet op. De vee-industrie verpest het landschap en de burger betaalt het opruimen.

De ruimtelijke verordening

Voorzitter, in een terugblik past een aambeeld waar ik vaker op gehamerd heb. De Ruimtelijke verordening. Limburg heeft die als enige provincie niet, want de provincie regelt het wel in achterkamertjesoverleg met gemeentes.

Ondertussen zadelt de provincie zichzelf op met een ernstige handicap vanwege het ontbreken van zo'n verordening. Ik geef daarvan enkele voorbeelden. Als Limburg een verordening zou hebben gehad

- dan hadden we het instrumentarium gehad om slagvaardig op te treden bij de Q-koorts. Nu kwamen we met de schrik vrij dankzij een landelijke bouwstop;

- dan hadden we het Limburgs Kwaliteitsmenu meteen effectief kunnen verankeren, en waren we niet afhankelijk van het tempo waarin gemeentes structuurvisies opstellen - dat gaat met een slakkengang, zo blijkt uit het antwoord op een vraag die we over de programmabegroting gesteld hebben;


- dan hadden we, net als Brabant, een transparant provinciaal ruimtelijk beleid kunnen formuleren voor de intensieve veehouderij, dat duidelijkheid en houvast biedt voor boeren èn burgers;

- dan hadden we de bescherming van ons Limburgse landschap en natuurgebieden in de EHS en het Nationaal Landschap Zuid-Limburg op een efficiënte manier kunnen regelen, direct naar be-

stemmingsplannen doorwerkend, zonder bij ieder bouwplan terecht te komen in tijdrovende onderonsjes met de betreffende gemeente.

Dan hadden we dus als provincie, kortom, een slagvaardig, effectief, transparant en efficiënt ruimtelijk instrument gehad. Niet omdat het zo nodig moet van Den Haag. Maar omdat je als provinciaal bestuur jezelf serieus wil nemen, en dat ook naar burgers wil uitstralen, wat betreft een kerntaak als de ruimtelijke ordening. Ik heb eerder een motie ingediend om tot zo'n verordening te komen. Ik doe dat niet weer, maar ik wil wel graag van de gedeputeerde een reactie op bovenstaande voorbeelden waarin een Verordening wel èrg handig was geweest.


Duurzaamheid

Gisteren was het de dag van de duurzaamheid. Limburg kreeg die dag een Duurzaamheidstrofee. En

er gebeuren inderdaad wat betreft duurzaamheid gelukkig ook goede dingen, vooral in de stimulering van duurzame energie, in het bijzonder zonne-energie. In Geleen gaat voor honderden miljoenen geïnvesteerd worden in The Silicon Mine, een project voor zonne-energie. In Heerlen en Venlo staat zonne-energie inmiddels al flink op de kaart. Het gaat natuurlijk om particuliere initiatieven. Maar de ontwikkelingen zijn zeer positief en de Partij voor de Dieren kan niet anders dan concluderen dat het college hier terecht werk van maakt. Dat is te prijzen.


Ook op een andere manier wordt er in Limburg aan de duurzame weg getimmerd. Ik doel hier op de

plannen voor de derde waterkrachtcentrale in de Maas. Voorzitter, hier past wel een waarschuwing.

Een waterkrachtcentrale mag geen visvermalingscentrale worden. Dat gevaar is wel aanwezig. Want

door de turbines van de waterkrachtcentrale stroomt niet alleen water, maar er komen ook vissen in terecht. En daar maakt de Partij voor de Dieren zich zorgen over. Uit recent onderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat blijkt namelijk dat bij een vergelijkbare centrale in Linne, verderop in de Maas, grote vissterfte optreedt. 1 op de 4 vissen in de Maas sterft door de turbines van die waterkrachtcentrale.

Daarbij zijn beschermde vissen als de zalm en de rivierdonderpad. In Europa worden miljoenen uitgegeven om bedreigde vissen te helpen, te herintroduceren en om rivieren toegankelijk te maken voor vissen en aan de andere kant worden miljoenen uitgegeven om die vissen te vermalen.


Voorzitter, over dit onderwerp ging ik afgelopen zondag in discussie met gedeputeerde Kersten voor L1-radio. De gedeputeerde zei toen dat de vissterfte niet hoger mocht zijn dan van te voren was ingecalculeerd en ook binnen Europese en Nederlandse normen moet blijven. De gedeputeerde was voornemens om met de ondernemer te gaan praten. Hij wilde ook kijken of de provincie financieel kon bijdragen aan een systeem dat massale vissterfte voorkomt. Dat lijkt mij belangrijk, want de provincie heeft belang bij de productie van groene stroom, maar de provincie heeft ook belang bij een gezonde en visrijke Maas, misschien wel de meest gezichtsbepalende factor in onze hele provincie. Daarom dient mijn fractie een motie in, waarvan het dictum neerkomt op een opdracht aan GS om alles uit de kast te halen, technisch en financieel, om de vissen te sparen. Want groene stroom mag geen rode stroom worden.

Tweede termijn


Voorzitter, in de drie minuten die ik in deze tweede termijn heb wil ik nogmaals de motie om vissterfte te voorkomen toelichten.

Laat ik voorop stellen dat deze motie bedoeld is als steuntje in de rug voor de gedeputeerde. De gedeputeerde zegt dat hij de motie wel sympathiek vindt, maar met name met de derde oproep moeite heeft.

Wel bevestigt de gedeputeerde wat er tussen hem en mij gewisseld is in het radiodebat in de stemming op L1 van afgelopen zondag. Maar dat is juist de reden dat ik die afspraak wil vastleggen. Ik heb geprobeerd om een en ander te transporteren, te vertalen zo u wil, naar de Staten en zo inzichtelijk en transparant te maken.

Dáárvoor dient deze motie.

Let wel: er zijn door de gedeputeerde nog geen bedragen genoemd en in de motie worden óók geen bedragen genoemd. Maar de motie sluit niet uit dat de provincie bijdraagt aan een goed visbeschermingssysteem. Niet meer, maar ook niet minder. Zo is dat ook toegezegd in het eerder genoemde debat op de radio.

Natuurlijk is het voorkomen van vissterfte allereerst een zaak van de ondernemer. En die ondernemer investeert ook 2 miljoen euro in een systeem, laat dat duidelijk zijn. Maar als de cijfers van een vergelijkbare waterkrachtcentrale als die in Linne een EXTRA vissterfte oplevert van maar liefst 24%, dan gaan natuurlijk alle seinen op rood.

Voorzitter, ik wil proberen om uit te leggen waarom het verdedigbaar is dat de provincie hierin een verantwoordelijkheid neemt.

Limburg heeft baat bij groene energie, dat past bij het beleid en bij het imago dat deze provincie zegt na te streven.
De Maas is, ik zei het al in mijn eerste termijn, een zeer bepalende factor in onze provincie. Misschien is de Maas wel het meest beeldbepalend. Limburg is voor een groot deel gevormd door de Maas. De rivier stroomt door onze hele provincie. Veel plaatsen ontlenen zelfs een deel van hun identiteit aan de Maas. Limburg heeft dus veel baat bij een gezonde en visrijke Maas. En om dat te realiseren mogen wij de mogelijk niet uitsluiten – let op de formulering – om daarvoor additioneel Limburgs geld in te zetten. Let opnieuw de de formulering – additioneel – want vergeet niet dat de ondernemer hiervoor zelf 2 miljoen euro uittrekt. Maar als blijkt dat het geplande beschermingssysteem onvoldoende is, moet de provincie bij kunnen dragen.

We moeten voorkomen dat de Maas een dode rivier wordt.

Gerelateerd nieuws

Partij voor de Dieren stelt vragen over vergunningaanvraag megastal

In de gemeente Horst aan de Maas zijn meerdere bouwvergunningen aangevraagd om in het LOG Witveld uiteindelijk een Nieuw G...

Lees verder

Limburgse Staten stemmen voor motie Partij voor de Dieren om zalm te beschermen

Bij de Algemene beschouwingen in het Limburgs Parlement op 12 november hebben de Staten in grote meerderheid vó&oacu...

Lees verder