Statenfractie tegen komst van EDCO naar De Meer
Inbreng bij de vergadering van het Fysieke Domein van 13 juni
Op 14 juli jongstleden is in Provinciale Staten van Limburg besloten dat distributiebedrijf Edco zich mag vestigen in landbouw/ natuurgebied De Meer bij Roermond.
Wanneer deze plannen daadwerkelijk doorgang vinden gaat EDCO beschikken over 25 hectare grond in De Meer waarop een bedrijfslocatie van 25 meter hoog gerealiseerd zal worden.
De Meer is een groene buffer tussen Herkenbosch en Roermond, het gebied vormt een verbinding tussen de Natura 2000-gebieden Meinweg en Roerdal.
De overeenkomst met EDCO is bereikt door toepassing van het beleidsinstrument VORm.
De VORm-methode is gestoeld op het voor-wat-hoort-wat-principe. Deze methode houdt in dat er alleen buiten de daarvoor aangewezen gebieden gebouwd mag worden na een zorgvuldige planologische afweging én wanneer daar een prestatie tegenover staat.
De tegenprestatie van EDCO bedraagt 10 miljoen Euro waarvan de aanleg van 200 hectare nieuwe natuur gerealiseerd zou worden.
Er bestaat groot verzet tegen de komst van het bedrijf op deze locatie. Inwoners van Herkenbosch, Melick, en Roerdalen, maar ook de LLTB en de Milieufederatie Limburg zijn fel gekant tegen de plannen.
Op 14 juli stemden CDA en VVD in met de plannen van GS waardoor tal van bedenkingen van andere partijen binnen Provinciale Staten waaronder die van de Partij voor de Dieren van tafel zijn geveegd.
Eén van de meest gehoorde en ook door ons aangevoerde bezwaren zijn dat noch uit de verstrekte documentatie noch uit de diverse bijeenkomsten is gebleken waarom het distributiebedrijf niet terecht zou kunnen op een andere locatie in Limburg, een locatie die reeds de bestemming van bedrijventerrein heeft en waar dus geen agrarisch/ natuurgebied opgeofferd hoeft te worden.
Er is echter nog een lichtpuntje: de VROM-inspectie heeft Roermond onlangs geadviseerd de procedure rond de vestiging van de onderneming in de Meer stil te zetten, zij achtte namelijk niet overtuigend bewezen dat er geen alternatieve locatie beschikbaar zou zijn.
Roermond heeft laten weten de opgestarte procedure te zullen voortzetten.
Minister Cramer heeft echter aangegeven met Roermond, Roerdalen en de Provincie Limburg om de tafel te willen gaan zitten om de beschikbaarheid van alternatieve locaties te onderzoeken.
Onderstaand kunt u kennis nemen van de bijdrage van Statenlid Frank Wassenberg over de komst van EDCO tijdens de vergadering van het fysieke domein van 13 juni.
Voorzitter,
Over EDCO zijn al vele woorden gezegd, vele vragen gesteld, vele antwoorden gegeven. En toch blijft mijn partij met het gevoel zitten dat de onderste steen nog lang niet boven is en dat veel antwoorden een ontwijkend karakter hebben.
In de kern komt het er voor GS op neer dat een groot distributiebedrijf, EDCO, in de Meer moet neerstrijken, terwijl het voor lang niet alle partijen, ook niet voor de Partij voor de Dieren, uitgemaakte zaak is dat de Meer wel een geschikte locatie is.
Wie nam het initiatief?
In de inleiding tot het ontwerp POL aanvulling is te lezen dat het bedrijf zelf een locatie heeft gezocht en dat, omdat de vestigingsplaats buiten de stedelijke dynamiek ligt, conform het contourenbeleid een tegenprestatie wordt geboden.
Dat staat in schril contrast met het persbericht dat GS op 19 januari uitgaven en waarin letterlijk staat: “Habitura is voor de gemeente Roermond actief op zoek gegaan naar een bedrijf dat wilde investeren in werkgelegenheid én daarmee in natuur. De beoogde vestiging van EDCO b.v. is een eerste voorbeeld met een aanjagende functie voor het realiseren van de Natuurvisie Roermond-Oost.”
Het initiatief is uitgegaan vanuit Roermond en via deze Habitura en niet vanuit EDCO, zoals in de inleiding tot het POL-ontwerp te lezen is.
Voorzitter, hier klopt iets niet.
Afmetingen / CDA plannen
Roermond wil 25 ha landbouw- / natuurgebied in de Meer (gelegen tussen industrieterrein Heide en de kerkdorpen Melick en Herkenbosch) verkopen aan het bedrijf Edco. Edco wil op dit gebied een gebouw neerzetten met een hoogte van 32 meter en een oppervlakte van 25 ha.
Voorzitter, dat het gebouw in plaats van 30 meter slechts 20 meter hoog wordt, doet niet zo veel ter zake. EDCO blijft een monsterlijke kolos, die helemaal niet thuis hoort in dit gebied, waar landbouw en natuur hand in hand zouden moeten gaan. Zeker niet als je je realiseert dat die 10 meter lagere hoogte zou resulteren in 4 hectare extra loodsen.
Voorzitter, we kunnen het er lang of kort over hebben, maar een gebouwencomplex van 25 hectare, met een hoogte van 32 meter midden in een landbouw/natuurgebied is volgens de Partij voor de Dieren onwenselijk en een gebouwencomplex van 29 hectare, met een hoogte van 20 meter is voor de Partij voor de Dieren net zo onwenselijk.
Geluidsoverlast
Wat het bagatelliseren van de geluidsoverlast betreft, stapt GS wel heel gemakkelijk heen over de verwachte overlast van verkeersstromen.
Het gebied heeft sowieso al veel last van bestaande verkeersstromen, schrijft GS onder 3.22.
De zin: ‘Objectief gezien is het echter niet vreemd dat een toevoeging van 25 ha van een logistiek bedrijf (dus voornamelijk geluid van verkeersstromen) niet of nauwelijks oplevert van de bestaande hinder.’
Voorzitter, dit is een volstrekt onbegrijpelijke zin. Zoals het hier is geformuleerd, is het betekenisloos. Ik neem aan dat GS hier bedoelt dat toevoeging van een logistiek bedrijf van 25 ha weinig tot geen overlast toevoegt aan een bedrijventerrein dat nu al 150 ha groot is. Als dit werkelijk de vertaling is van de kromzin van net, dan staat er onzin.
De bedrijvenhectares nemen toe met 17 %. Maar ik lees dat er 400 werknemers aan de slag gaan, wat in de praktijk zal resulteren in 800 extra autoritten, verspreid over de hele dag en nacht. En in de Limburger van 4 juni lees ik dat er dagelijks 1150 trucks richting EDCO zullen rijden. Dan hebben we het over 2300 ritten, want die trucks gaan ook terug.
In totaal hebben we het dan over 3100 extra autoritten per dag, waarvan driekwart door vrachtauto’s! Laten we aannemen dat de meeste ritten verreden worden tussen 7 uur ’s ochtend en 7 uur ’s avonds, dat hebben we het over 250 ritten per uur, ofwel ruim 4 per minuut! Voorzitter, ik geloof er helemaal niets van dat EDCO de overlast voor mens, omgeving en natuur niet in hoge mate zal vergroten.
Ser-ladder
PCOL heeft in een verdeeld advies aangegeven dat wat haar betreft EDCO wel naar de Meer kan. Uit de wijze waarop het advies in geformuleerd, blijkt echter welke tegenstrijdige krachten hier hebben gespeeld.
Het advies van de PCOL is ondoorgrondelijk. Het PCOL heeft zich onder meer over de vraag gebogen of er bij de plannen om EDCO te vestigen in de Meer wel gekeken is naar alternatieve locaties op bestaande bedrijventerreinen. Het antwoord is nee, terwijl dit wel zou moeten. Het is daarom onbegrijpelijk dat het PCOL heeft geadviseerd om EDCO toe te laten in de Meer, terwijl zonneklaar blijkt dat niet aan de voorwaarden, die normaal gesteld worden, wordt voldaan. De SER-ladder is niet toegepast.
Het is zeer opmerkelijk dat de PCOL opmerkt dat de SER-ladder niet goed is toegepast, maar daaraan geen consequenties verbindt.
En dat is naar de mening van de Partij voor de Dieren de achilleshiel van dit project. Want alles draait om de vraag of andere gebieden wel geschikt zouden zijn als vestigingsplaats voor EDCO. Dat blijkt op een bedrijventerrein in Echt-Susteren te zijn, maar die mogelijkheid werd eerst op allerlei onjuiste gronden verworpen door GS en later volkomen genegeerd. De provincie heeft niet goed willen kijken naar alternatieve mogelijkheden, dat wordt ruiterlijk toegegeven door de PCOL, maar de enige conclusie die de PCOL trekt is: volgende keer moet u dat toch echt iets beter doen, geacht college. Onbegrijpelijk.
Voorzitter, ik wil besluiten met de samenvatting dat ondanks alle gegoochel met cijfers en aantallen hectares, het volgens de Partij voor de Dieren een verkeerde beslissing is om De Meer op te offeren aan EDCO en ik doe, in navolging van de PCOL een dringend advies om alternatieven te bekijken, niet alleen in de toekomst, maar vooral nu!
Achtergrond: Aanleiding voor de POL-invulling is het toepassen van het VORm-instrument. Het contourenbeleid maakt het mogelijk ontwikkelingen buiten de contour toe te staan wanneer wordt voldaan aan in het beleid geformuleerde voorwaarden en er een tegenprestatie tegenover staat. Dat zou bij EDCO zo zijn. 25 ha wordt onttrokken aan landbouwgronden, de groene buffer tussen Roermond en Herkenbosch wordt opgeofferd, 200 ha wordt ingericht als natuur.
Interessant voor jou
Inbreng Staten vergadering
Lees verderBegrotingsbehandeling voor 2009
Lees verder