Provinciale Omgevingsvisie Limburg
Sonderend Stuk Actualisering POVI
Voorzitter,
Voor ons ligt een stuk dat nog niet af lijkt te zijn. Er zijn soms voorlopige adviezen, maar de consequenties voor de kaarten is er nog niet. Bijvoorbeeld het advies om te verdelen naar drie typen landbouwgronden, maar wat nog in locaties uitgewerkt moet worden. De overwegingen zijn vaak politieke uitgangspunten dan feitelijke onderbouwingen.
In het proces mogen Provinciale Staten vlak voordat de POVI de zienswijze fase ingaat nog eens enkele minuten input leveren, terwijl veel stakeholders en 82 vrienden betrokken zijn. Zijn in het proces alle belangen gehoord en meegewogen? En vooral van hen die geen stem hebben, zoals de dieren en de natuur.
Toch moet de geactualiseerde POVI over enkele weken de zienswijze fase ingaan. Welk document gaat als basis dienen voor die zienswijze fase?
Wat de inhoudelijke bijdrage betreft zal ik me vooral richten op de ruimtelijke indeling landelijk gebied en de ruimtelijke kwaliteit en landschap.
In deze actualisatie POVI zit een nieuwe lijn die goed wordt samengevat in het volgende uitgangspunt:
Agrarische ondernemers verdienen maximale ondersteuning van de overheid, maar moeten wel het stuur van hun eigen bedrijfsontwikkeling in houden kunnen houden.
Dit beginsel leidt in de POVI tot de volgende consequenties. De groenblauwe mantel wordt omgebouwd tot een groenblauwe landbouwzone, de voedselzekerheid is een belangrijk doel geworden en grasland moet behouden blijven, landbouw is cruciaal en drager van de economie en de huidige landschappelijke identiteit moet behouden blijven door het vasthouden aan de huidige landbouw.
De nood in de natuur en de achteruitgang van de biodiversiteit worden niet genoemd en zijn blijkbaar ondergeschikt in de afwegingen. Over de schrikbarende achteruitgang van het aantal insecten en vogels, de monocultuur en de slechte staat van veel van onze natuurgebieden wordt niet gesproken. Deze problemen worden vooral veroorzaakt door veel te veel stikstof uitstoot, niet met elkaar verbonden natuur, uitspoeling van mest en gebruik van pesticiden, maar worden niet genoemd in de overwegingen.
Grondaankopen voor de wettelijke uitbreiding van het NNL staan al jarenlang stil. De natuurcompensatie vertraagt omdat onvoldoende geschikte gronden gevonden kunnen worden. Door ruimtebeperkingen te stellen aan de landbouw en de vee-industrie kunnen een aantal van deze problemen opgelost worden. Maar hier wordt gekozen voor pappen en nathouden.
De voedselzekerheid komt in geen enkel beleidsstuk voor en is nu ineens een factor van belang. De logische 1e stap voor voedselzekerheid is minder vlees, dieren en zuivel te exporteren en te produceren. Producten die energetisch gezien zeer inefficiënte productieprocessen kennen. Als we in Limburg kiezen voor een eiwit-transitie van minder dierlijk naar meer plantaardig komt landbouwgrond, dat nu gebruikt wordt voor gras en veevoer, vrij voor het verbouwen van menselijk voedsel. En zijn wij weer een stap dichter bij voedselzekerheid.
De huidige landschappelijke identiteit bestaat nu vaak uit megastallen, monocultuur, stank en extra risico’s op Parkinson. En daar moet volgens GS alle ruimte voor blijven. Van burgers horen wij bezorgdheid over de economische landbouw en bedrijfsontwikkelingen op het platteland die voor veel issues zorgen. Zoals kleine dorpen die veel extra, vaak tijdelijke werknemers moeten opnemen, zonder dat daarvoor geschikte huisvesting of zorg voor is. In deze POVI wordt deze andere kant van economische groei niet belicht en dus ook niet landschappelijk aan banden gelegd.
Samengevat deze actualisatie POVI gaat vooral in op de belangen van de vee-industrie en de landbouw. De belangen van de natuur en de Limburgse inwoners worden onder de tafel geschoven.
Interessant voor jou

Onderzoek inzake kwaliteit uitgevoerde Natuurcompensatie in Limburg
Lees verder