Program­ma­be­groting 2020


12 november 2019

Voorzitter,

De Partij voor de Dieren staat, dat mag bekend zijn, voor een duurzaam, natuurlijk en groen, gezond en inclusief Limburg.

Voldoet deze begroting daaraan? Nee, nog niet in ieder geval. Want ik wil beginnen met een citaat, van de dichter JC Bloem:

En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Voorzitter, als het aan dit college ligt, is dat de natuur die we krijgen in Limburg. En zelfs die heuvel niet, want een iets grotere heuvel - de Pietersberg, mocht voor de ENCI worden afgegraven – en nu is de provincie, twee dagen geleden, door de rechter teruggefloten. Een blamage, maar geen verrassing voor wie het natuurbeleid van deze provincie heeft gevolgd.

Wat de natuur betreft is in deze begroting schraalhans keukenmeester.

Hoewel niemand zal bestrijden dat natuur een kerntaak is van provincies. Die hebben daar zelf om gevraagd, en ook gekregen, met het Natuurpact, het bestuursakkoord met het Rijk – van alweer 8 jaar geleden.

Het Natuurpact, waarin provincies hebben beloofd om het Nationaal Natuur Netwerk (NNN) te realiseren - in Limburg noemen we dat goudgroene natuur – en ook te zorgen voor een goed natuurbeheer. Provincies hebben daarvoor ook van het Rijk extra middelen via het Provinciefonds gekregen.

De Partij voor de Dieren stelt vast dat in Limburg wat betreft die kerntaaknatuur iedere ambitie ontbreekt. Bij dit college, maar het moet gezegd, ook bij het vorige college.

Waar andere provincies naast de Rijksmiddelen ook zelf geld hebben uitgetrokken, doet Limburg dat niet. Het mag allemaal niets kosten – dit in schrille tegenstelling tot de royale steun aan de landbouw, niet een provinciale kerntaak, maar wel een bewuste politieke keuze.

Zoals gezegd, het vorige college legde ook al die prioriteiten. En bouwde via diverse kunstgrepen (zoals het meetellen van compensatie, en van hectares uit gebiedsontwikkelingsprojecten) de taakstelling voor de NNN af van 2600 tot 1341 hectare. Maar zelfs voor die gekortwiekte taakstelling ontbreken de middelen in deze begroting. Ondanks de in het Collegeprogramma afgesproken beleidsintensivering van € 10 miljoen, waarvan in 2020 meer dan de helft niet wordt besteed. Wij dienen daarom een motie in om die NNN-taakstelling wel te realiseren, en daarmee te voldoen aan de verplichting die de provincie in het Natuurpact op zich heeft genomen.

Ook zijn er in de meerjarenbegroting geen middelen uitgetrokken om het beheer van natuurgebieden te financieren. In 2022 lopen de beheercontracten af, en of er dan nog budget beschikbaar is om die te verlengen - al dan niet in gewijzigde vorm, met nieuwe afspraken - is een open vraag. De Partij voor de Dieren vindt dit geen manier om met de partners in het natuurbeheer, de terrein beherende organisaties, om te gaan. Het past niet bij een betrouwbare overheid om die organisaties zo te laten “bungelen”. Wij vinden dat die organisaties, die hun sporen hebben verdiend, waarvan vele duizenden Limburgers lid zijn, en waarin ook velen actief als vrijwilligers, recht hebben op meer zekerheid. Ook daarvoor dienen wij een motie in.

Voorzitter, bij een gezonde natuur hoort natuurlijk een gezonde fauna. Wat betreft het zogenaamde “faunabeheer” - wat toch eigenlijk alleen een mooi woord is voor de jacht – leven er in dit huis, en de samenleving, uiteenlopende opvattingen. Het zal bekend zijn, waar de Partij voor de Dieren voor staat: wij vinden die term een aanmatiging, alsof het de soort homo sapiens toekomt om een totale controle uit te oefenen over de andere levende schepsels waarmee we deze planeet bevolken. En alsof we die controle kunnen overlaten aan één groepering, de jagers, die een bepaald en eenzijdig belang heeft. Andere partijen in deze Staten staan hier anders in, maar het principe dat afschot alleen wordt toegepast wanneer preventieve maatregelen, zoals het dan heet, “onvoldoende soelaas” bieden, dat principe – de faunabeheerladder – wordt breed gedeeld. Maar de vraag is dan telkens wel: hoe werk je dat concreet uit? In een faunabeheerplan, per soort, als grondslag voor het faunabeleid dat de provincie voert.

Zoals gezegd, opvattingen hierover verschillen – maar wat ik mag hopen is dat we het hier in de Staten erover eens zijn dat die discussie, over het faunabeheerplan, en over aanpassingen daarvan, hier in de Staten gevoerd wordt. En wel vooraf, niet achteraf aan de hand van een door GS afgekondigd beleid. Dat is een kwestie van de democratische controle. Om dat te verzekeren, die democratische controle - en er komt binnenkort een nieuw faunabeheerplan aan - zullen wij een motie indienen.

En dan een duurzaam Limburg. Binnenkort zullen we de discussie voeren over de stikstofcrisis, en wat de provincie kan doen om de door het opvulmiddel PAS opgelopen achterstand in te lopen bij het terugdringen van de natuur en bodemkwaliteit vernietigende emissies. We hebben allemaal de tractoren zien oprukken, en daarnaast de ontkenningsmanoeuvres van bepaalde groeperingen, helaas gesteund door bepaalde politieke partijen. Maar de feiten spreken duidelijke taal: van de Nederlandse bronnen komt het grootste deel uit de landbouwsector, en daar kunnen we dus niet verder mee doorgaan op het zelfde, doodlopende pad.

De Partij voor de Dieren pleit ervoor, ook in het belang van een duurzame, toekomstbestendige sector, om tegelijk, nu het duidelijk is dat business as usual niet meer kan, meerdere problemen van de sector aan te pakken. Dan gaat het om fijnstof, klimaat, geuroverlast, grondwatervervuiling, volksgezondheid, dierenwelzijn, een gezonde bodem en het lokaal sluiten van kringlopen.

Het woord “crisis” komt voort uit het oud-Griekse krinomai en betekent ook “kans”: we moeten nu de kans grijpen, nu de urgentie zo duidelijk is, en er ook Rijksmiddelen ter beschikking komen, om de slag te maken naar een lokale, grondgebonden, dier- en milieuvriendelijke veehouderij. Ondernemers die hierop inzetten moeten gesteund worden. Als er financiële steun komt voor de sector, kunnen we het ons niet meer veroorloven om die op een andere manier in te zetten dan voor de aanpak van die brede duurzaamheidscrisis. Iedere financiële bijdrage van de provincie zal daaraan, tastbaar en toetsbaar een bijdrage moeten leveren. Alleen dan zal het “maatschappelijk draagvlak” voor de sector, zoals GS dat dan uitdrukt, blijven bestaan. Het steunen van verdienmodellen, marketing en productvernieuwing sec kan niet meer aan de orde zijn. Dat komt neer op pure sectorsteun, selectief, discriminerend t.o.v. andere sectoren. Daarmee kunnen we niet verder gaan. Publiek geld voor publieke waarden, daar gaat het om, en wij verwachten die benadering in de a.s. Landbouwnota van dit college.

Ook zien wij met spanning uit naar de uitwerking van de Sociale Agenda. En de manier waarop daar het streven naar een inclusief Limburg, zonder discriminatie en bedreiging van de LHBTI-groep, gestalte krijgt. Zoals toegezegd door GS bij de bespreking van de Herfstbrief.

En dan het geld- en milieu verslindende vervolgverhaal Maastricht Aachen Airport. Dit college verwacht van de Staten dat zij akkoord gaan met het overnemen van de positie van concessienemer, met alle financiële risico’s vandien. En die de huidige concessienemer er toe gebracht hebben om de snelste weg naar de uitgang te nemen. We hebben daar een spreekwoord voor: “Al te goed is buurmans gek”.

Want dit betekent dat we nu eerst ruim 5 miljoen euro moeten uitgeven voor het overnemen van de NEDAB-kosten en later ook nog eens € 25 miljoen voor het vernieuwen van de landingsbaan. En dit zonder dat er eerst een volwaardige discussie gevoerd is over de kosten en baten, de duurzaamheidsvoorwaarden en de plaats van de luchthaven in het landelijk beleid, in een concurrerende omgeving. De Partij voor de Dieren wil dat die discussie wél eerst gevoerd wordt, en met dat doel dienen wij samen met de GroenLinks-fractie een tweetal moties in.

Zojuist hebben we meegemaakt hoe de petitie werd aangeboden, 20000 mensen verbonden hier hun lief en leed aan. Als eigenaar én exploitant van MAA dient GS plichten op zich te nemen. Zorgen voor de omgeving, zorgen voor de omwonenden, zorgen voor het milieu.

Voorzitter, om af te sluiten: voor een duurzaam Limburg zullen ook lastige keuzes moeten worden gemaakt. Met gevolgen in de leefomgeving, en ook voor de levensstijl. En waar het dan om gaat is om niet alleen zoveel mogelijk draagvlak te krijgen, maar ook om mensen mee te laten doen.

Wij willen een constructieve bijdrage leveren aan de PES, ervanuit gaand dat dit geen vertragingsmechanisme is, maar een manier om de initiërende en activerende rol van de provincie handen en voeten te geven.

En heel belangrijk is het dan om vast te houden aan de doelstelling 50% lokaal eigendom. Zodat we onze mooie provincie niet uitleveren aan energiecowboys, en anonieme megabedrijven zonder draagvlak in de samenleving. Wat de PvdD betreft, ook voor warmtenetten. We moeten de kennis, kunde en betrokkenheid van de Limburgers niet onderschatten. Wat ons betreft is het niet 50% eigendom, maar eigenslim.

Wat dit betreft kunnen wij afsluiten met een compliment. Gisteren kwam een brief binnen van gedeputeerde Brugman dat er een ontwikkelfonds komt voor coöperaties – als uitvoering van de motie Janssen-Plusquin van eerder dit jaar. We hebben de gedeputeerde er maar een keer aan hoeven herinneren. De bedragen zijn nu nog gebaseerd op de huidige portefeuille van Energie Samen, maar we gaan ervan uit dat meer mogelijk is als die portefeuille gaat groeien. Nu er volgens het Collegeprogramma 150 mln. revolverend beschikbaar is voor duurzaamheid, economie en energie. Maar in ieder geval een prima begin, een heel belangrijke stap op weg naar de realisatie van die 50%, waarvoor onze complimenten.

Pascale Plusquin

Partij voor de Dieren