Inbreng Loomans Voort­gangs­rap­portage provin­ciale ener­gie­stra­tegie


15 oktober 2021

Voorzitter,

Wij hebben deze 1e voortgangsrapportage van de PES met veel interesse gelezen. En zoals u waarschijnlijk ook wel van ons verwacht hebben we de nodige opmerkingen en vragen. Laat ik beginnen met de 4 KPI’s die het college wil aanpassen. Met KPI 6 en 19 hebben wij geen probleem; met KPI 8 en 12 wel.

KPI 8 gaat over de CO2-reductie bij LEA-bedrijven. Volgens een grafiek in het rapport produceren die nu ca 4,8 MT CO2. Blijkbaar was er een doelstelling om die in uiterlijk 2030 te reduceren met 0,7 MT, en daar wil men nu slechts 0,4 MT van maken. Nu was 0,7 MT maar ca 14% van 4,8 MT, 0,4 is nog maar 8%. Als de klimaatwet voorziet in een CO2-reductie van 49% in 2030, en de EU van 55%, ongetwijfeld in relatie tot een ander referentiejaar, dan kan het toch niet waar zijn dat de ambitie voor de industrie hier wordt verkleind? Een extra inspanning lijkt ons hier meer op zijn plaats.

Het aanpassen van KPI 12 (60000 aardgasvrije woningen niet in Zuid-Limburg, maar heel Limburg) is ook min of meer halveren van de doelstelling. Zeker nu de gasprijs de hemel inschiet, is dit toch wel een curieuze aanpassing. Als het college daarbij blijft, zou ze dan als compensatie met de woningcorporaties in overleg kunnen gaan om in 2030 meer dan 95% van alle sociale huurwoningen geïsoleerd te hebben? Dat reduceert ook aardgasverbruik en dus ook de CO2-emissie. Graag een reactie van de gedeputeerde.

Naast de KPI’s zijn wij blij om te lezen dat de provincie Limburg het recente SER-advies over biomassa gaat volgen. Wij hopen dat dit daadwerkelijk gaat leiden tot afbouw van het verbranden van bomen voor elektriciteitsopwekking en verwarming. Wel vragen wij ons af op welke termijn dit gerealiseerd gaat worden. Ook hierover graag een reactie van de gedeputeerde.

We lezen in de stukken ook over logistieke hallen en bedrijfsgebouwen. Wij hebben er eerder op aangedrongen, en blijkens de mededeling portefeuillehouder[1] van eerder deze week wordt nu in de Limburgse verordening een juridische grondslag opgenomen om zon op dak te verplichten voor deze bedrijven. Hiervoor willen wij onze complimenten uitspreken.

Verwant met logistieke hallen zijn datacenters, die ook nog eens grote energieslurpers zijn. Daarover, en andere nieuwe grote energieslurpers, lezen wij niets terug in de voortgangsrapportage. Als we met pijn en moeite meer duurzame energie gaan produceren en die vervolgens ter beschikking gaan stellen aan nieuwe bedrijven die graag willen laten zien hoe duurzaam ze zijn, dan worden we daar niet wijzer van. Hoe zit het daarom met de groei van het energieverbruik, welke grote verbruikers zijn erbij gekomen? Kunnen er daarover indicatoren opgenomen worden? En worden datacenters ook meegenomen in het instrumentarium om zon op dak te verplichten?

Sowieso leiden al deze hallen tot verdozing van het landschap. Dat zou voorkomen moeten worden met de Omgevingsverordening. Wat gebeurt er in de Omgevingsverordening daaromtrent en wat is daar de uitkomst van?

Dan lezen wij dat mestverwerking de bron is voor zoiets als ‘groen gas’. Wij vragen ons hardop af wat daar groen aan is, en wat het klimaat daar beter van wordt. Of het besparen, vergroenen of duurzaam opwekken van energie; dat was toch de doelstelling van de PES? De energie zou “groen” zijn, omdat er door de mestverwerking minder methaanemissies uit de mest komen. Dus hoe meer mest, hoe groter de besparing! Dat is toch de omgekeerde wereld?

Wij wachten overigens nog op een toegezegde onderbouwing van het college waarin uiteen wordt gezet wat er groen is aan mestvergisting. Zonder goede tegenargumenten blijven we bij onze mening dat mestvergisting geschrapt wordt uit de PES. Is de gedeputeerde hier inmiddels toe bereid?

Tot slot, lijken er partijen in dit huis te zijn die coûte que coûte een kerncentrale in Limburg willen bouwen. Waar, in welke vorm en op welke manier dan ook. En dit ten koste van het gezonde verstand.

Daarbij doen er veel verhalen de ronde over kernenergie. Laat ik kort zijn: bij vrijwel iedere vorm van energieopwekking treedt er links- of rechtsom in de productieketen wel emissie van broeikasgassen op. Per uitgestoten CO2-eq zijn de kosten van kernenergie echter veel hoger dan die voor wind, zon en water en is de implementatietijd (doorlooptijd voor realisatie) veel langer. Gezien de urgentie van effectief klimaatbeleid moeten we nu resultaat gaan boeken en niet pas over 15 of 20 jaar. Een investering in hernieuwbare energie levert daarom per euro in veel kortere tijd veel meer CO2-reductie op. En dan heb ik nog niks gezegd over de lange termijn risico’s en kosten voor opslag van het kernafval. Die worden namelijk afgewenteld op de maatschappij en niet doorberekend in de kWh-prijs. En dan is er natuurlijk nog de morele vraag of wij, voor korte termijn gewin, mogen gokken met het lot van toekomstige generaties

En thorium? Dat duurt nog een generatie voor dit reëel wordt, na 2050. Daarmee is kernenergie noch een oplossing voor de korte noch voor de lange termijn, maar eerder een zwart gat waar subsidies in verdwijnen. Graag een reactie van de gedeputeerde.

Dank u wel.

[1] DOC-00187824.

Interessant voor jou

Inbreng Loomans OV-concessie Limburg

Lees verder

Inbreng Plusquin Begroting 2022

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer