Inbreng Coalitie Akkoord Provin­ciale Staten 30 juni 2023


1 juli 2023

Voorzitter,

Dit akkoord is een “parkeerakkoord”: er staan een heleboel abstracte doelstellingen in, en vage formuleringen, maar zonder concreet te worden. En dat terwijl in ditzelfde akkoord de intentie staat om met meetbare, afrekenbare cijfers en interventies te gaan werken. Wanneer kunnen we die concretiseringen verwachten?

Ook roept dit akkoord, vanwege die vaagheid, allerlei vragen op. Wij zullen er vandaag een aantal stellen. We zullen daarnaast ook aangeven waar we positieve verwachtingen hebben.

Helaas is dit akkoord ook een “negeer akkoord”: het negeert in sterke mate de provinciale kerntaken, wettelijk opgedragen taken, natuur, milieu en water - kwalitatief en kwantitatief, bij de financiën, ik kom daar nog op terug. Het akkoord toont, ook qua toonzetting, geen enkele ambitie hiervoor. Het roept ook wat betreft de verdeling van de portefeuilles vragen op.

Voor stikstof en natuur ligt er nu nog alleen een vaag concept LPLG (programma landelijk gebied), wat voor het eind van het jaar geconcretiseerd moet worden. Onder verantwoordelijkheid van een gedeputeerde die in zijn loopbaan, en van een partij, die tot nu toe niets anders heeft gedaan dan alleen de economische belangen van de landbouw voorop stellen. De gedeputeerde zal moeten laten zien dat hij daar los van kan komen, wil het echt lukken om de woningbouw vlot te trekken, en de natuur te redden. Ook door bij de controle op subsidies voor natuurbeheer – kennelijk nodig, volgens p. 26 van het akkoord – niet alleen de TBO’s te controleren, maar ook de uitvoerders van agrarisch natuurbeheer. Gelijke monniken, gelijke kappen toch? Graag een reactie op dit punt

Positieve verwachtingen hebben we van de realisatie van duurzame energie, gezien de formulering om de RES opgave in vergunningen te concretiseren in 2025,. Met daarbij wel de vraag hoe je dat wil doen met een NJET voor zonnepanelen op landbouwgrond – gaat de provincie echt heel star lokaal gedragen, door agrarische grondeigenaren zelf voorgestelde plannen, naar de prullenbak verwijzen? Door die gronden uit te sluiten is de kans groot dat je uiteindelijk uit komt op natuurgrond, terwijl die volgens de omgevingsverordening gespaard moet worden.

Minder positief is het akkoord voor, en over dieren – het woord dierenwelzijn valt niet. Wij wilden het nieuwe college wat dit betreft alvast een handje helpen. Daarom hebben we vandaag een motie over dit onderwerp ingediend..

In het akkoord lijken dieren vooral een hinderfactor, ik citeer “Soms vormen te grote aantallen in het wild levende dieren op één plek een gevaar –- voor de samenleving of voor de natuur zelf.”

En dan is het devies “beheren, bestrijden, bejagen”. Opmerkelijk dat deze “grote aantallen op één plek” geen probleem lijken te zijn als het gaat om de intensieve veehouderij. Terwijl juist die een bron van zoönosen kan zijn, zoals bij de Vogelgriep. Waarvan de consensus onder experts is dat de huidige hardnekkige variant in de intensieve veehouderij is ontstaan. Een variant die nu ook onder de Limburgse oehoe’s een slachtoffer heeft gemaakt, en die – ook weer volgens de experts – een zeer reële kans heeft om ook op mensen over te gaan.

Wij vragen ons af wat er in het hoofdstuk fauna bedoeld is met de “proportionaliteit in verhouding tot doelen en middelen” die het College met Rijk en Europa – en kennelijk niet met de Staten - wil gaan bespreken. Worden hier geitenpaadjes gezocht, voor bijv. de jacht op de wolf – goed voor maar liefst 0,35% van de jaarlijkse faunaschade? We rekenen er in ieder geval op dat de Staten hierover mee mogen spreken. Ook gaan wij ervan uit dat de plannen voor een “pre-SMP” (Soorten Management Plan) bij woningisolatie met de Staten gedeeld worden. Als dit SMP een manier is om woningisolatie, met behoud van de bescherming van vleermuizen, met minder rompslomp uit te voeren: prima. Maar er zijn hierover echter ook kritische geluiden in het veld. Daarom het verzoek om dit met de Staten te bespreken.

Waarmee ik kom op het hoofdstuk bestuurscultuur. Het college wil “open, zorgvuldig en transparant” werken, en doorgaan met het Werkplan Bestuurscultuur. Terecht, wat de PvdD betreft, en laten we dan de goede gewoontes er in houden die we in de vorige periode hebben opgebouwd hebben. Met open inhoudelijke debatten, het vroeg betrekken van de Staten, sonderend, met alternatieven. Ook rekenen wij erop dat de eerder door de CdK gedane toezegging voor uitwerking van een openbaar lobbyregister wordt nagekomen. Graag een reactie

Zoals gezegd, dit akkoord is vaag op veel punten, het is een parkeerakkoord – echte keuzes worden uitgesteld. Maar aan concreetheid valt niet te ontkomen als het om de financiën gaat, en daar blijken dan – bij de verdeling van de intensiveringsmiddelen- de werkelijke prioriteiten van dit college. Natuur, milieu en water komen er financieel zeer bekaaid vanaf. De woorden “natuur” en “milieu” vallen niet eens, het gaat alleen over “landelijk gebied” en “energie en duurzaamheid”. Daaronder vallen ook, en naar het lijkt, vooral, landbouwprogramma’s en de energietransitie. Voor een, ook relatief (als percentage van het totaal aan intensiveringsmiddelen), veel lager bedrag dan in de vorige periode – waarbij natuur en milieu hun plek dus nog moeten bevechten. Terwijl het hier, ik heb er al op gewezen, om wettelijke kerntaken gaat. En ook om verplichtingen die de provincie in het Natuurprogramma op zich genomen heeft, zoals o.a. het via actieve soortenbeschermingsprogramma’s, tezamen met burgers, inzetten op behoud van de vele unieke Limburgse soorten.

En wat blijft er over van de inzet op het stimuleren van circulair produceren, die in de vorige college periode van de grond is gekomen? Graag een reactie of een notitie.

Wij verwachten van dit College - van ieder college - dat het aan zijn wettelijke verplichtingen voldoet, voor de bescherming van natuur en milieu. Bij de begroting zullen we zien of dat nog lukt. Wij dagen het college uit om een onafhankelijk expert daarover te laten oordelen. En verwachten in ieder geval t.z.t. een scherpe analyse van de griffie hierop.

Water is een onderwerp dat veel in de aandacht staat. De wateroverlast die er nu weer was in Valkenburg. De verdroging, die alsmaar doorgaat, met alle risico’s van dien (we hebben al grote natuurbranden gehad!). De Kaderrichtlijn Water, waaraan we aan het eind van deze collegeperiode zullen moeten voldoen. Het coalitie akkoord ziet de KRW vooral als bedreigend, alweer een “probleemdossier”. Terwijl het ook een kans is, ook om de natuur in de benen te houden, zodat er bij voldoende natuurkwaliteit ook weer ruimte is voor woningbouw. Daarom vragen wij het college om het aangekondigde “Aanvalsplan waterkwaliteit” uit breiden naar verdroging. Of, en ook hier hoor ik graag een reactie op, een goede reden te geven om dat niet op die manier te doen en het anders aan te pakken.

Voorzitter, ik kom tot slot terug op de vraag die ik in het begin heb gesteld. Wanneer kunnen we de concretiseringen van de doelstellingen verwachten. Bijvoorbeeld van de nu nog niet ingevulde percentages op pagina's 105 en 106 van het Coalitieakkoord.

Tot slot heb ik een collegereactie gevraagd op de 5 vragen zoals gesteld door de inspreker namens NMF

Tot zover.


Interessant voor jou

Inbreng Sonderend stuk legesverordening

Lees verder

Bijdrage Provinciale Staten 28 juni 2024 Voorjaarsnota

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer