Bijdrage Programmaplan 'Samen naar een waterrobuust Limburg'
Voorzitter,
Een zomer geleden werden we getroffen door de verwoestende gevolgen van hoogwater. Ternauwernood bleven menselijke slachtoffers gespaard. Ook al is dit alweer ruim een jaar geleden, toch zitten wij nu wat betreft het Programmaplan ‘Samen naar een waterrobuust Limburg’ met veel onduidelijkheden.
Dat komt onder andere doordat de uitwerking van een motie van ons op zich laat wachten. Een onderzoek op ons verzoek om te achterhalen hoe in het Heuvelland dezelfde waterveiligheidsnorm als in de rest van Nederland gehaald ligt daarom vandaag niet voor. Maar voor ons is dat juist een wezenlijk deel van een waterrobuust Limburg. De timing van het Statenvoorstel is dan ook niet echt handig.
Maar niet alleen ligt de waterveiligheidsnorm 4 maal lager dan in de rest van Nederland. In sommige gevallen wordt zelfs deze normering in het Heuvelland niet gehaald. Dat verhelpen en het vraagstuk over aansprakelijkheid zou voor ons op 1 moeten staan.
Toch blijft het voor ons onduidelijk hoe het nu zit met de aansprakelijkheid van het waterschap Limburg. Volgens de gedeputeerde zou het waterschap Limburg aansprakelijk zijn als de nodige veiligheidsnorm niet gehaald wordt. De gedeputeerde zou daar later op terugkomen, maar vragen hierover bleven onbeantwoord.
Daarnaast valt het ons op dat het Statenvoorstel niet op alle vlakken compleet is. Zo zijn er door Deltares de nodige aanbevelingen en adviezen gedaan over veiligheidseisen en -systemen in Limburg, zoals bijv. de sifon in Bunde. Toch ontbreken deze in het Programmaplan.
Voorzitter, wij zitten dus nog met veel onduidelijkheden. Belangrijke informatie ontbreekt, maar die onmisbaar is voor een waterrobuust Limburg. Wij begrijpen dat de motie binnenkort uitgewerkt wordt, de adviezen van Deltares liggen er al en over de aansprakelijkheid van het waterschap moet duidelijkheid komen
Daarvoor dienen wij vandaag een amendement in. Wij stellen daarmee voor om een addendum toe te voegen aan het statenvoorstel zodra al deze informatie bekend is. En dit geamendeerde voorstel vervolgens voor te leggen aan provinciale staten.
Dan, voorzitter, talloze waterbedrijven luiden de noodklok over drinkwaterbronnen. Als er nu geen maatregelen getroffen worden, zal er in 2030 hoogstwaarschijnlijk een drinkwatertekort zijn. Ook WML worstelt met haar wettelijke verplichting om voldoende water te kunnen leveren.
Ook daar dienen wij vandaag een motie voor in. Immers, de provincie kan als bevoegd gezag samen met het Rijk meer sturing geven om voldoende drinkwater mogelijk te maken. Dan is het wel zaak dat dat nu op een duurzame wijze gebeurt, en niet als er al dreigende tekorten zijn.
Voor ons is het dan ook zaak om dit koste wat het kost te voorkomen. Wij roepen het college dan ook op hiermee voortvarend aan de slag te gaan, en in overleg te treden met betrokken partners. En met een langetermijnplanning te komen, inclusief vergunningplanning.
Voorzitter, tot slot, om te eindigen waar ik begon. Menselijke slachtoffers bleven Limburg tijdens de watersnoodramp bespaard. Talloze dieren vonden echter wel de verdrinkingsdood.
Verschillende dierenhulporganisaties hebben de Limburgse veiligheidsregio’s hulp aangeboden om dieren in nood te redden en evacueren. Deze gingen daar echter niet op in; ze hebben niet eens gevraagd om hulp bij deze verschillende organisaties. Terwijl juist de veiligheidsregio’s de wettelijke plicht hebben om gevaar voor mens en dier te bestrijden en te beperken.[1] Het ontbrak aan concreet evacuatieplan om dieren in nood te redden.
De provincie kan daarbij een rol spelen. Niet alleen dient de CdK tijdens een ramp ingelicht te worden door de veiligheidsregio’s. De CdK kan ook aanwijzingen geven aan het bestuur van de veiligheidsregio’s.[2]
Deze gaan de watersnoodramp evalueren, maar dit zonder dierenhulporganisaties als de Dierenbescherming, Dierenambulance, Dierenpolitie, Dierenlot te betrekken. Ook een evacuatieplan voor dieren behoort niet tot onderwerp van het gesprek
Om dit alles in het vervolg te voorkomen, dienen wij dan ook een motie in. Daarin laten wij de staten de wens uitspreken om dierenhulporganisaties bij deze evaluatie te betrekken, en om de veiligheidsregio’s met een dierenevacuatieplan te laten komen. Wij verzoeken de CdK als adviseur vervolgen om deze wens over te brengen.
Dank u wel.
[1] Art. 25 lid 1 sub b Wet veiligheidsregio’s.
[2] Art. 59 Wet veiligheidsregio’s.
Interessant voor jou
Inbreng Loomans Opvang asielzoekers
Lees verderBijdrage Loomans Voortgangsrapportage VDL Nedcar
Lees verder