Bijdrage: Kader Maatschappelijke Organisaties 2017-2020
Voorzitter,
De Partij voor de Dieren is verheugd te horen dat de Provincie streeft naar een betere gezondheid en participatie van haar burgers. Veel te vaak blijkt dat ouderen, chronisch zieken, migranten, werklozen en jongeren (kortom een groot deel van onze Limburgse samenleving) belemmerd worden in hun participatie in de maatschappij.
De huidige insteek is meer zelfstandigheid, meer eigen verantwoordelijkheid en meer zelfredzaamheid onder de burgers. Voor sommigen is dit niet haalbaar zonder hulp van een derde partij of professional. De burger blijkt echter niet altijd op de hoogte te zijn van waar hij of zij met de eigen hulpvraag terecht kan. Daarnaast biedt het aanbod van sommige professionals ook een eindeloze zee van mogelijkheden. Ons inziens is het dan ook een aandachtspunt/doel dat de maatschappelijke organisaties de beoogde doelgroepen en betrokken partijen goed informeren en dat GS hier tijdens de evaluatie op toeziet.
Om daar op door te gaan: de gedeputeerde heeft eerder aangegeven dat de door Maatschappelijke Organisaties opgestelde doelen jaarlijks gemonitord worden. Daarnaast geeft de gedeputeerde aan dat het aan de MO's zelf is om deze doelen op te stellen en dat GS hierin niets kan opleggen.
De Partij voor de Dieren vindt het een goed idee dat er regelmatig gemonitord en geëvalueerd wordt. De ervaring leert echter dat er meetbare en concrete doelen noodzakelijk zijn om deze monitoring en evaluatie in goede banen te leiden. Zeker wanneer er sprake is van een meerjarige subsidie dient men hier extra aandacht aan te besteden. Zonder concrete doelen kan eventuele voor- of achteruitgang immers onvoldoende in kaart gebracht worden. Wij vragen de gedeputeerde dan ook er op toe te zien dat de doelen op een meetbare en concrete manier worden vastgesteld. Dat laat de inhoud van de doelen aan de MO’s, die daarin autonoom blijven, maar de vorm (afrekenbaar) aan de subsidiegever. Dat mag toch wel gevraagd worden? Graag een reactie hierop.
Voorzitter. Voor veel burgers is het een moeilijke stap om de hulp van een Maatschappelijke Organisatie in te roepen. Gebrek aan informatie maar ook de beeldvorming speelt hierin parten. Dit stigma moet doorbroken worden, zodat burgers al dan niet zelf of met hulp van professionals optimaal gebruik kunnen maken van het aanbod. Als wij willen dat de zelfredzaamheid en participatie van de burgers verbetert, dan dient de toegang tot de MO's meer laagdrempelig te zijn dan zij nu is. Ook dit zou een onderdeel van de monitoring moeten zijn. Is het college voornemens hierop toe te zien?
Tot slot is de Partij voor de Dieren van mening dat het verbeteren van de gezondheid en het inhalen van de achterstand hierin mede afhankelijk is van een goede voorlichting over gezonde voeding, maar ook van het verbeteren van de luchtkwaliteit en daarbij het verder beperken van uitbreiding in de intensieve veehouderij en het gebruik van schadelijke chemische bestrijdingsmiddelen in de agrarische sector. Dat is niet alleen onze hobby - om het zo uit te drukken. Onlangs nog heeft een rechter de uitbreiding van een veehouderij in Brabant verboden, vanwege de gezondheidseffecten. Gisteren hebben Staatssecretaris van Dam en Staatssecretaris Dijksma de Tweede Kamer geïnformeerd over het RIVM-rapport "Veehouderij en Gezondheid omwonenden Brabant en Limburg". De resultaten geven reden tot bezorgdheid.
Wij zullen hier aandacht voor blijven vragen.
Dank u wel.
Interessant voor jou
Bijdrage: Toekomst voor erfgoed
Lees verderToelichting Moties 30-09
Lees verder