Bijdrage arche­o­logie


7 februari 2020

Voorzitter,

In de jaren 60 en 70 werden in Zuid-Limburg de oudste mijnen van Nederland opgegraven. Archeologen vonden tientallen mijnschachten die recht de grond ingingen. Elke mijnschacht gaf toegang tot een aantal zijgangen, soms maar 60 tot 80 cm hoog, waar de mijnwerkers doorheen kropen. Deze mijnwerkers waren niet op zoek naar steenkool, maar naar brokken vuursteen waaruit allerlei werktuigen gemaakt konden worden. In de 1000 jaar dat deze Limburgse mijnen in gebruik waren is met emmers en touwen waarschijnlijk 20 miljoen kilo vuursteen uit de ondergrond omhoog getakeld. Ik heb het hier over de 6000 jaar oude vuursteen mijnen van Rijckholt en Sint-Geertruid, maar enkele kilometers hier vandaan.

Archeologie spreekt voor veel mensen tot de verbeelding: per slot van rekening, willen we niet allemaal een beetje Lara Croft en Indiana Jones zijn en een verborgen schat ontdekken. Bijvoorbeeld een door mysterie omgeven gouden helm? In Limburg is dat mogelijk, want Limburg is de rijkste archeologische provincie van Nederland. Hoewel er al veel mooie en belangrijke vondsten in onze bodem gevonden zijn, ligt er ongetwijfeld ook nog veel meer moois verstopt. Het is belangrijk dat er voorzichtig met die toekomstige vondsten wordt omgegaan, dat er gedegen onderzoek kan worden uitgevoerd en dat niet alleen de voorwerpen maar ook de bijbehorende verhalen gereconstrueerd kunnen worden. Want laten we eerlijk zijn, een gouden helm trekt de aandacht, maar een versleten schoen, een stuk steen of potscherven gaan pas tot de verbeelding spreken als we de bijbehorende verhalen kennen. Zo’n opgraving is heel nauwkeurig werk dat niet aan een projectontwikkelaar of ontgronder kan worden overgelaten, want die zijn daar niet voor opgeleid en hebben er geen belang bij.

De Partij voor de Dieren vindt dat we trots moeten zijn op onze rijke geschiedenis, en dat we niet alleen de voorwerpen uit het verleden toegankelijk moeten maken voor het publiek, maar ook de verhalen. Het Statenvoorstel Archeologie dat zich met name richt op het nog beter ontsluiten en vertellen van die verhalen, aan een nog breder publiek, kan dan ook zeker op onze steun rekenen.

Daarnaast willen we nog de suggestie meegeven om ook in het Limburgs landschap die plaatsen waar belangrijke archeologische vondsten zijn gedaan prominenter te markeren; bijvoorbeeld door bij de Romeinse Villa Voerendaal oorspronkelijke gewassen en planten, zoals het in de Romeinse tijd veelvuldig verbouwde spelt, aan te planten. En ook het Limburgse deel van de Via Belgica zou wat ons betreft nog nadrukkelijker in het landschap zichtbaar mogen zijn.

En om nog even terug te komen op die mysterieuze gouden helm, die is in 1910 gevonden in het veen van De Peel. Deze helm, vandaag de dag een van de topstukken van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, is waarschijnlijk gedragen door een Romeinse soldaat. De helm werd gevonden samen met munten, kledingstukken, schoenen en een mantelspeld, maar zonder resten van de eventuele eigenaar. Hoe deze voorwerpen in het veen terecht zijn gekomen, of ze zijn verloren, verstopt, geofferd of het gevolg van een ongeval of misdrijf, zal altijd wel een mysterie blijven. Wat het ook mag zijn, het is voldoende reden voor het vertellen van een mooi verhaal.

Dank u wel voor uw aandacht,

Peter Loomans

Partij voor de Dieren

Interessant voor jou

Inbreng beleidsbrief exoten

Lees verder

Inbreng Sociale Agenda

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer